Gevolgen nieuw DBV BE-NL voor particuliere belegger: interest cover

21 mei 2024 | Tax & Private equity

Gevolgen nieuw DBV BE-NL voor particuliere belegger: meerwaarden op aandelen

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Op 21 juni 2023 hebben België en Nederland een nieuw dubbelbelastingverdrag (DBV) ondertekend (hierna: het nieuwe Verdrag). Zolang het nieuwe Verdrag niet in werking is getreden en toepassing vindt, zal het huidige Verdrag dat dateert uit 2001 van toepassing blijven. De praktijk wijst uit dat het meestal wel een tijd duurt voordat een ondertekend verdrag in werking treedt, omdat eerst de ratificatieprocedure in beide landen nog moet worden doorlopen. Als het nieuwe Verdrag in werking is getreden, zal het nog niet onmiddellijk van toepassing zijn. Met betrekking tot bronbelastingen zal het nieuwe Verdrag van toepassing zijn op inkomsten die toegekend of betaalbaar gesteld zijn op of na 1 januari dat volgt op het jaar van inwerkingtreding. In deze bijdrage staan we al even stil bij de impact van het nieuwe Verdrag op de fiscale behandeling van de meerwaarden op aandelen.

Meerwaarden op aandelen onder Belgisch en Nederlands recht

In België worden meerwaarden die een belastingplichtige (natuurlijke persoon) realiseert op de verkoop van aandelen buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid in beginsel belast als divers inkomen aan een tarief van 33%. De meerwaarde bestaat uit het verschil tussen de ontvangen prijs en de prijs waartegen de belastingplichtige of zijn rechtsvoorganger die aandelen heeft verkregen. Deze meerwaarden blijven evenwel onbelast als ze worden gerealiseerd binnen het normale beheer van het privévermogen. De belasting wordt sinds 1 januari 2019 geheven over het brutobedrag als de meerwaarden buiten het normale beheer van het privévermogen worden gerealiseerd. De kosten die een belastingplichtige maakt in het kader van de verkoop konden niet in aftrek genomen worden. Het Belgische Grondwettelijk Hof heeft op 21 september 2023 geoordeeld dat dit discriminerend is. Als gevolg van dit arrest zullen (belastbare) meerwaarden voortaan belast worden op nettobasis (dus na kostenaftrek). België kent in elk geval dus geen algemene meerwaardebelasting op aandelen en legt momenteel ook geen exitheffing op als de belastingplichtige emigreert.

Als een belastingplichtige die in Nederland woont zijn aanmerkelijk belang vervreemdt, is over de meerwaarde van dit aanmerkelijk belang belasting verschuldigd in Nederland. Aangezien het niet wenselijk wordt gevonden dat de meerwaarde die door de jaren heen in Nederland is opgebouwd, na de emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder volledig toekomt aan België, legt Nederland op het moment van de emigratie een conserverende aanslag op over de meerwaarde van de aandelen. Zoals in ons eerder artikel is vermeld, wordt de conserverende aanslag vervolgens (gedeeltelijk) ingevorderd op het moment dat er volgens Nederlandse fiscale maatstaven een realisatie plaatsvindt. Dit is onder andere het geval wanneer de aanmerkelijkbelanghouder zijn gehouden aanmerkelijk belang vervreemdt.

Als een in Nederland woonachtige aanmerkelijkbelanghouder naar België emigreert, rijst de vraag of het verdrag Nederland verbiedt om de in Nederland opgebouwde meerwaarde te belasten.

Regeling onder het (huidige en nieuwe) Verdrag

In beginsel mogen meerwaarden op aandelen op grond van het huidige en nieuwe Verdrag slechts belast worden in de woonstaat van de vervreemder. Zowel het huidige als het nieuwe Verdrag voorzien echter een bijzondere bepaling voor meerwaarden gerealiseerd na de emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder.

Op grond van artikel 13, § 5 van het huidige Verdrag mag Nederland overeenkomstig zijn nationaal recht belasting heffen over meerwaarden die door een Belgische inwoner gerealiseerd worden op aanmerkelijkbelangaandelen van een vennootschap die volgens de Nederlandse wetgeving inwoner is van Nederland. Wel wordt de Nederlandse heffingsbevoegdheid beperkt tot tien jaar na het moment van de emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder. Op grond van de tekst van artikel 13, § 5 van het huidige Verdrag kan Nederland de volledige meerwaarde belasten als de verkoop binnen tien jaar plaatsvindt. Nochtans zal Nederland de meerwaarde ontstaan na de emigratie niet belasten. In geval van een belastbare meerwaarde naar Belgisch intern recht moet België in principe vrijstelling verlenen op grond van artikel 23, § 1.

Als er geen realisatie door een (gedeeltelijke) vervreemding van het aandelenbelang binnen 10 jaar plaatsvindt, is Nederland op basis van het huidige Verdrag niet meer gerechtigd om belasting te heffen over de meerwaarden.

Artikel 13, § 5 van het nieuwe Verdrag laat het land van emigratie toe om – conform het nationaal recht en zonder beperking in de tijd – belasting te heffen over de meerwaarde van aandelen in een vennootschap die betrekking heeft op de periode dat die persoon nog inwoner was van dat land. Dit betekent dat de waardestijging van de aanmerkelijkbelangaandelen tot aan het moment van emigratie in Nederland mag worden belast, zonder dat er nog een termijn van 10 jaar is opgenomen. Het nieuwe Verdrag bepaalt verder dat België in een dergelijk geval de waardestijging die in Nederland is belast, niet meer mag belasten. Daartoe moet België deze waardestijging uitsluiten van de belastbare grondslag. België moet dus rekening houden met een zogenaamde step-up bij de emigratie van de Nederlandse aandeelhouder. Dit veronderstelt uiteraard dat de meerwaarde in België belastbaar is en dus buiten het normale beheer van het privévermogen is gerealiseerd.

Deze bepaling is in principe in lijn met de huidige Nederlandse wetgeving over de conserverende aanslag. Zoals eerder vermeld, werd de conserverende aanslag aanvankelijk na verloop van 10 jaar kwijtgescholden, maar dit is niet meer het geval sinds 15 september 2015 15.15 uur.

Het nieuwe Verdrag is ook in overeenstemming met het huidige verdragsbeleid dat Nederland hanteert bij het sluiten van nieuwe belastingverdragen. In de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 staat immers vermeld dat Nederland ernaar streeft om in het vermogensartikel een aanmerkelijkbelangvoorbehoud op te nemen “om te onderstrepen dat de voormalige woonstaat gerechtigd is de emigratieheffing te effectueren. De bepaling is verder bedoeld om met een zogenoemde ‘step-up’ te bewerkstelligen dat het nieuwe woonland de aan Nederland toerekenbare waardeaangroei niet in de belastingheffing betrekt.”

Ook deze bepaling is wederkerig geformuleerd, maar is dus vooral vanuit een Nederlands perspectief relevant, omdat België op heden geen algemene meerwaardebelasting kent en geen exitheffing oplegt bij de emigratie van de aandeelhouder.

Linda Brosens, Merel Kuijer en Frank Kroes

Dit artikel is een uittreksel uit het artikel van de auteurs dat verscheen in het Tijdschrift Beleggingsfiscaliteit. In dit artikel met uitgebreid voetnotenapparaat gaan ze verder in op de behandeling volgens het nieuw DBV België-Nederland, naast diverse andere aspecten als de behandeling van interesten en meerwaarden op aandelen. De afgelopen weken kon u ook daar uittreksels van op Jubel lezen.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.