2 jul 2019 | Algemeen, Expertise

Help! Het rommelt in mijn vennootschap

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 02/07/2019 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Vennootschappen brengen kapitaal en mensen samen. Vaak gaat het om grote bedragen en om sterke persoonlijkheden. Het kan gebeuren dat de verschillende meningen niet verzoend geraken en er een conflict ontstaat. De vraag is dan steeds hoe daarmee om te gaan. Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) sleutelt aan heel wat van de bestaande actiemiddelen om de doeltreffendheid ervan te verbeteren. We bespreken de belangrijkste nieuwigheden.

Bijeenroeping algemene vergadering, vraagrecht en individuele onderzoeks- en controlebevoegdheid

Soms kan het al voldoende zijn om zaken letterlijk op de agenda te plaatsen, zodat ze op een algemene vergadering kunnen worden besproken. De drempels om een algemene vergadering bijeen te roepen, verlagen in het WVV naar 1/10 van de aandelen (in de BV en CV) of van het kapitaal (in de NV). Onder de regels van het oude Wetboek van Vennootschappen is nog 1/5 van het maatschappelijk kapitaal vereist.

Op de algemene vergadering kunnen de aandeelhouders vragen stellen, waarop het bestuur of de commissaris dient te antwoorden, behoudens wanneer dit de vennootschap schade zou kunnen berokkenen of in strijd zou zijn met door de vennootschap aangegane vertrouwelijkheidsverbintenissen. De commissaris kan bovendien weigeren te antwoorden indien dat in strijd zou zijn met zijn beroepsgeheim.

Vennootschapsrechtelijk deskundigenonderzoek en minderheidsvordering

Indien er aanwijzingen bestaan dat de belangen van de vennootschap op ernstige wijze in gevaar (dreigen te) komen, kan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank in kort geding een deskundige aanstellen om de boeken en rekeningen van de vennootschap na te kijken, alsook de verrichtingen van haar organen. De voorzitter kan zelfs bepalen dat het verslag van de deskundige op kosten van de vennootschap moet worden bekendgemaakt.

Het vennootschapsrechtelijk deskundigenonderzoek laat aan de (minderheids)aandeelhouders toe het (door de meerderheid van de aandeelhouders aangestelde) bestuur door te lichten en wordt in het WVV uitdrukkelijk in verband gebracht met de minderheidsvordering. De drempels voor beide vorderingen zijn dezelfde: in de BV en de CV zijn 10% van de aandelen vereist, in de NV 1% van de stemmen of het bezit van effecten die minstens 1.250.000,00 EUR van het kapitaal vertegenwoordigen.

Opschorting en nietigheid van besluiten van organen

Daar waar het oude Wetboek van Vennootschappen enkel een regeling voorziet voor nietigheid van besluiten van de algemene vergadering (die de rechtspraak naar analogie ook toepast op besluiten van de raad van bestuur), voorziet het WVV een uniforme regeling voor de besluiten van alle organen. Dat is meteen de grootste nieuwigheid.

De nietigheid kan, binnen een vervaltermijn van zes maanden na het besluit, worden gevorderd door eenieder die belang heeft bij de naleving van de niet-nagekomen regel. Personen die voor het betrokken besluit hebben gestemd of die uitdrukkelijk of stilzwijgend afstand hebben gedaan van de mogelijkheid om zich op de regelmatigheid te beroepen, kunnen evenwel niet langer de nietigheid vorderen, behoudens bij schending van de openbare orde. Nieuw is dat het WVV uitdrukkelijk voorziet dat ook een uitgebrachte stem nietig kan worden verklaard.

Bijzonder nuttig is ook de nieuwe mogelijkheid om de rechter te vatten wanneer een minderheidsaandeelhouder zijn stemrecht misbruikt en aldus een besluit blokkeert. In een dergelijk geval kan gevraagd worden om de uitspraak van de rechter te laten gelden als een stem uitgebracht door die blokkerende minderheid, zodat het besluit alsnog kan worden aangenomen.

Geschillenregeling 2.0

Wanneer aandeelhouders binnen een BV of een NV niet meer door eenzelfde deur kunnen, is de geschillenregeling vaak het laatste toevluchtsoord. Daarbij kan, onder bepaalde voorwaarden, een aandeelhouder uit de vennootschap treden of integendeel een andere aandeelhouder uitsluiten. Een vennootschapsrechtelijke scheiding als het ware. De kibbelende partijen gaan elk hun eigen weg, waarbij de waarde van de aandelen van de vertrekkende aandeelhouder door de rechter wordt bepaald en door de ‘blijver’ moet worden betaald.

Wat de prijs betreft, zullen partijen voortaan contractuele of statutaire afspraken kunnen maken die voor de rechter bindend zijn, voor zover ze specifiek betrekking hebben op de hypothese van de geschillenregeling en ze niet tot een kennelijk onredelijke prijs leiden. Zijn dergelijke afspraken er niet, dan blijft de rechter zijn volle appreciatiebevoegdheid behouden. De rechter zal in de toekomst ook beslissingen kunnen nemen omtrent een aantal samenhangende aspecten van de ‘scheiding’.

Ontslag, aansprakelijkheid en een beperkte aansprakelijkheidsbeperking van bestuurders

Wanneer het met een bestuurder niet meer botert, kan deze door de algemene vergadering worden afgezet. In BV’s geldt als defaultregel dat het mandaat van niet-statutair benoemde bestuurders te allen tijde en zonder opgave van motief met onmiddellijke ingang kan worden beëindigd (de zgn. ad nutum afzetbaarheid).

Wanneer een bestuurder kennelijk foutief buiten de lijntjes kleurt en aldus schade berokkent, kan hij door de vennootschap aansprakelijk worden gesteld. Indien het bestuursorgaan een college vormt, of ingeval van overtredingen van de bepalingen van het WVV of van de statuten van de rechtspersoon, is de aansprakelijkheid van de verschillende leden zelfs hoofdelijk en dient elke individuele bestuurder dus in te staan voor het geheel van de schade.

De zogenaamde cap op de aansprakelijkheid van bestuurders van rechtspersonen is één van de meest spraakmakende vernieuwingen van het WVV. In functie van de gemiddelde omzet en het gemiddelde balanstotaal van de rechtspersoon over een periode van drie jaren, zijn maximumgrenzen voor de mogelijke aansprakelijkheid van (leden van) het bestuursorgaan ingevoerd. Die grenzen, gaande van 125.000 euro tot 12 miljoen euro, gelden dan voor alle bestuurders samen, per feit of geheel van feiten dat aanleiding geeft tot aansprakelijkheid en ongeacht de ingeroepen rechtsgrond, het aantal eisers of het aantal vorderingen.

Wilt u hier nog meer over weten?

Dit artikel van meester Geert De Buyzer is eerder verschenen in het tijdschrift “Pacioli” (nr. 487).
U kan het volledige artikel integraal raadplegen via de website van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF).

Geert DE BUYZER
Schoups Advocaten

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.