Op 20 juni 2019 heeft het Europees Parlement voor het eerst een nieuwe richtlijn aangenomen die het insolventierecht op Europees niveau harmoniseert. Het was lang wachten tot het proces van omzetting in Belgisch recht eindelijk werd afgerond met de goedkeuring van een wetsontwerp in mei 2023 en de publicatie van de wet op 7 juni 2023. De wet, waarvan efficiëntie het sleutelwoord is, is op 1 september 2023 in werking getreden.
Dit is een belangrijke stap in de richting van de modernisering van de insolventiewetgeving.
Deze wetgeving heeft het voordeel dat ze particuliere en publieke belangen bij elkaar brengt en het scala aan instrumenten dat beschikbaar is voor bedrijven in moeilijkheden verruimt en hen daardoor extra middelen biedt om te herstructureren. Tegelijkertijd wordt er aandacht besteed aan de bescherming van het Belgische economische weefsel.
Rekening houdend met de vertraging bij de omzetting van de Europese richtlijn, werden de maatregelen ter versoepeling van de toegang tot de gerechtelijke saneringsprocedure naar aanleiding van de Covid-crisis, voor een laatste keer verlengd tot 30 september 2023. Lees hierover ons artikel 'Eenvoudiger toegang tot de PGR…' .
De wijzigingen aan het insolventierecht
De belangrijkste doelstellingen van deze ingrijpende wetswijziging zijn
- ervoor te zorgen dat elke onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, in een preventieve fase toegang heeft tot een doeltreffend herstructureringssysteem, met als doel insolventie te voorkomen.
- natuurlijke personen die in staat van faillissement verkeren een betere tweede kans te geven;
- de doeltreffendheid van herstructurerings- en insolventieprocedures te vergroten en de duur ervan te verkorten.
Een preventief systeem
Insolventierecht is niet beperkt tot faillissement. De beste insolventieprocedure is deze die vermeden wordt.
Met dit in gedachten zorgt de eerste pijler van de hervorming ervoor dat elk bedrijf met financiële moeilijkheden toegang heeft tot een effectief herstructureringssysteem. Het doel daarvan bestaat erin dat reeds in een preventieve fase een onherstelbare insolventiesituatie voorkomen wordt dankzij de uitgebreide instrumenten die de wet ter beschikking stelt.
Dit houdt onder andere een herziening en verbetering in van de vertrouwelijke procedure voor de Kamer van Ondernemingen in Moeilijkheden van de Ondernemingsrechtbanken (KOIM).
De rol van de KOIM wordt aanzienlijk uitgebreid, met inbegrip van een rol als bemiddelaar, waardoor deze in de mate van het mogelijke een akkoord kan bereiken tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers.
Het doel is te bevorderen dat eerder van deze procedure gebruik wordt gemaakt om ondernemingen in moeilijkheden meer bijstand te verlenen en daardoor langdurige en dure procedures te vermijden die noch ondernemingen in moeilijkheden, noch hun schuldeisers ten goede komen.
De hervorming van de Procedure Gerechtelijke Reorganisatie (PGR)
De gevolgen van de omzetting van deze richtlijn in de Procedure Gerechtelijke Reorganisatie bij collectief akkoord werden reeds kort besproken in ons artikel 'De herstructureringsrichtlijn en de impact ervan…'.
Vanaf 1 september 2023 zullen een aantal bepalingen betreffende de PGR een belangrijke wijziging ondergaan.
Deze wijzigingen betreffen zowel de gerechtelijke reorganisatie bij minnelijk akkoord als bij collectief akkoord, alsook hun publieke en private varianten en sluiten aan bij de efficiëntiedoelstelling die de Europese wetgever nastreeft.
Overdracht van ondernemingen
De derde pijler van deze hervorming betreft de overdracht van ondernemingen.
De overdracht van een onderneming kan worden uitgevoerd als onderdeel van een openbare procedure gerechtelijke reorganisatie, onder toezicht van de rechter. De nieuwe wet introduceert een belangrijke vernieuwing op dit gebied. Aan het einde van de procedure, zodra de overdracht heeft plaatsgevonden, is het lot van de onderneming nu wettelijk geregeld en georganiseerd in de richting van ofwel een faillissement ofwel een ontbinding.
Overdrachten die in vertrouwen worden georganiseerd ter voorbereiding op het faillissement van een bedrijf zijn nu bij wet geregeld. Bij de goedkeuring van Boek XX van het Wetboek van economisch recht enkele jaren geleden werd de wettelijke invoeging van het begrip "stil faillissement" besproken, maar uiteindelijk verworpen.
Liever een vereffening/ontbinding dan een faillissement
Een ander aspect van de hervorming heeft betrekking op de insolventieprocedures als zodanig.
De nieuwe wettelijke bepalingen zijn erop gericht een vereffening/ontbinding te bevoordelen boven de vaak inefficiënte en tijdrovende faillissementsprocedure.
Een nieuwe start aanmoedigen
Ten slotte heeft de wetgever, om ondernemerschap aan te moedigen, ook een tweedekansbeleid centraal gesteld in zijn hervorming.
De kansen op een nieuwe start zullen worden gemaximaliseerd voor natuurlijke personen die failliet zijn verklaard, door de kwijtschelding van hun schulden. Dit zal voortaan automatisch worden toegekend zonder dat een aanvraag moet worden ingediend.
Besluit: aanpassing insolventierecht is veelbelovend
De omzetting van de Herstructureringsrichtlijn voert een belangrijke wijziging in van het Belgische landschap inzake ondernemingsinsolventie.
De aanpassing van de bestaande regelgeving, de goedkeuring van nieuwe maatregelen en de invoering van nieuwe instrumenten zijn veelbelovend.
De doelstellingen van deze hervorming liggen uiteindelijk in de lijn van een algemene trend die de laatste jaren in alle sectoren is ontstaan die, in een streven naar een zekere efficiëntie, de voorkeur geeft aan verzoening tussen partijen met belangen die a priori uiteenlopen, zoals hier het geval kan zijn tussen een schuldenaar en zijn schuldeisers.
Vanaf 1 september zullen bedrijven in moeilijkheden en hun adviseurs hun aanpak inzake herstructurering aanzienlijk moeten herzien, zowel in de context van een PGR als in de aanloop naar een faillissement wanneer dit onvermijdelijk is.
In de komende weken mag u zich verwachten aan een reeks artikels met betrekking tot bepaalde zwaartepunten van deze wetswijziging.
0 reacties