Niet-essentiële verplaatsingen waren verboden in coronatijden, daarnaast is er het verbod op samenscholing. Deze maatregelen hadden vanzelfsprekend ook effect op het appartementsrecht én dan voornamelijk op het tijdstip van de Algemene Vergadering die normaliter jaarlijks rond dezelfde periode moet gehouden worden. De veiligheidsvoorschriften gerelateerd aan de Covid-19 pandemie lieten niet toe dat mede-eigenaars op een fysieke manier nog deelnemen aan de algemene vergaderingen van mede-eigenaars.
Artikel 577-4 BW bepaalt dat de Algemene Vergadering van mede-eigenaars steeds moet gehouden worden in de 15-daagse periode die wordt vastgelegd in het (verplichte) reglement van inwendige orde. Dit was in de huidige coronaproblematiek niet zo evident en riep dan ook veel vragen op. Aanvankelijk werd geoordeeld dat uitstel mogelijk was, nu er geen sanctie is voorzien in geval de algemene vergadering niet tijdig wordt gehouden, rekening houdend met wat voorzien is in het reglement van interne orde. Er bestond wel een gevaar voor de eventuele beroepsaansprakelijkheid van de syndici, indien zij zich niet hielden aan de regelgeving omtrent het houden van de Algemene vergaderingen.
Via het Konink Besluit nr. 4 van 9 april 2020 (update via KB van 28 april 2020) houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie is hierover duidelijkheid gekomen. Algemene vergaderingen die de veiligheidsvoorschriften kunnen garanderen, mogen gewoon plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld in kleinere appartementsgebouwen of door middel van stemming via volmachten enzovoort. Algemene vergadering van mede-eigenaars die niet kunnen voldoen aan de veiligheidsvoorschriften gerelateerd aan Covid-19 (bv. minimale afstand van 1,5 meter) worden uitgesteld en moeten gehouden worden binnen vijf maanden na het verstrijken van de crisisperiode (op dit ogenblik van 10 maart 2020 tot 30 juni 2020 – aanvankelijk was dit 3 mei 2020). Concreet betekent dit dat (voorlopig) algemene vergaderingen moeten plaatsvinden uiterlijk op 30 november 2020.
Men moet wel rekening houden met het gegeven dat er een kans bestaat dat het quorum overeenkomstig artikel 577-6, §5 BW niet wordt bereikt, waarna een hernieuwde vergadering moet worden bijeengeroepen (oproepingstermijn 15 dagen). Het is dus aangewezen de eerste algemene vergadering bijeen te roepen uiterlijk eind oktober 2020.
Van belang is dat tijdens dit uitstel de continuïteit van de mede-eigendom wordt verzekerd: de mandaten van de syndicus en de leden van de raad van mede-eigenaars worden verlengd tot bij de eerstvolgende algemene vergadering. De syndicus oefent zijn bevoegdheden uit overeenkomstig de beslissingen van de laatste algemene vergadering en in overeenstemming met de op die vergadering goedgekeurde begroting. Zo behoudt de syndicus zijn vergoeding en kunnen provisies in afwachting van een nieuwe algemene vergadering worden opgevraagd.
Voor dringende beslissingen, die niet kunnen wachten op een vergadering na de coronacrisis, kan de syndicus zich steeds beroepen op art. 577-9 § 1 BW. Om dringende redenen of tot bewaring van rechten met betrekking tot de gemeenschappelijke delen mag de syndicus beslissingen nemen in het voordeel van de VME. De syndicus moet nadien zo snel als mogelijk bekrachtiging krijgen van deze handelingen door de Algemene Vergadering.
Tot slot weze het nog opgemerkt dat de schriftelijke procedure voor het maken van beslissingen buiten de algemene vergadering om, zoals voorzien in artikel 577-6, § 11 BW mogelijk blijft. In voorkomend geval moet er wel unanimiteit zijn tussen de mede-eigenaars. De organisatie van de vergadering via telefonische of videoconferentie kan deel uitmaken van deze schriftelijke procedure.
Nota bene: Algemene vergaderingen die sinds 10 maart 2020 nog rechtsgeldig werden georganiseerd, behouden hun rechtsgeldigheid.
0 reacties