2 jul 2018 | Expertise

Het beslag op roerende zaken vanuit een bevlogen perspectief (II)

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 02/07/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Stefano Nocco is toegevoegd gerechtsdeurwaarder bij Buik & Van der Horst te Leiden, Zuid-Holland (NL). Onlangs is een wetenschappelijk artikel in het Nederlandse Tijdschrift Vervoer & Recht van zijn hand verschenen over de beslaglegging door een gerechtsdeurwaarder met behulp van een camera aan een drone. Naar aanleiding hiervan bespreekt Nocco voor Jubel.be dit onderwerp in een driedelige blogserie. Deze moderne manier van beslaglegging is een novum en derhalve onontgonnen gebied. De schrijver pretendeert met deze blog niet dat een rechter een dergelijke wijze van beslaglegging zal accepteren. Deze blog is geschreven ter uitdieping van het idee en vooral om een discussie over moderne mogelijkheden binnen het bewijsrecht tot stand te brengen.

Noot: deze blogserie is geschreven naar Nederlands recht. Mocht u interesse hebben in het volledig gepubliceerde artikel, neemt u dan contact op via nocco@buikenvanderhorst.nl.

Introductie

In deel 1 van deze blogserie gaf ik een introductie op het executie- en beslagrecht en gaf ik de basis van het beslag op roerende zaken. Daarnaast besprak ik wat een waarneming door de gerechtsdeurwaarder in het kader van het beslag is en maakte ik een bruggetje van drones naar het raambeslag. Het reeds geaccepteerde raambeslag is namelijk een prima uitgangspunt voor acceptatie van het gebruik van een drone door de gerechtsdeurwaarder.

In dit deel (II) wordt dieper ingegaan op de waarneming en specifiek wanneer wordt waargenomen middels een camera aan een drone. Daarnaast worden privacyaspecten van het gebruik van drones door de gerechtsdeurwaarder besproken: wordt een inbreuk gemaakt op privacy wanneer de gerechtsdeurwaarder een drone gebruikt en daarbij mensen en zaken filmt die niets met het beslag te maken hebben? Daarnaast worden enkele recente ontwikkelingen besproken, zoals de recent geopende internetconsultatie voor het wetsvoorstel voor modernisering van het Nederlands civiel bewijsrecht.

Hof ’s-Hertogenbosch 1972

Over de waarneming door de gerechtsdeurwaarder is weinig rechtspraak beschikbaar. Het vormvereiste van art. 440 Rv is weinig afgebakend in rechtspraak. Het Hof ’s-Hertogenbosch heeft in 1972 een arrest gewezen dat thans nog altijd actueel is. In deze zaak heeft gerechtsdeurwaarder Albers beslag gelegd op roerende zaken die hij niet daadwerkelijk heeft gezien, maar hij heeft de roerende zaken op basis van een voorraadlijst die hem ter beschikking werd gesteld opgenomen in zijn proces-verbaal. Het hof overwoog in zijn arrest dat ‘de bij artikel 443 Rv voorgeschreven bijzondere aanduiding en nauwkeurige beschrijving der in beslag te nemen goederen slechts kunnen plaatsvinden indien de deurwaarder zich begeeft naar de plaats waar deze goederen zich bevinden en de goederen persoonlijk in ogenschouw neemt’. Het hof overwoog vervolgens dat het maken van een nauwkeurige omschrijving van de roerende zaken zonder fysiek bij de roerende zaken te staan ‘(…) dan ook niet in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever met betrekking tot de bijzondere aanduiding en de nauwkeurige beschrijving der goederen’. Echter, de wetgever heeft nooit overwogen dat de gerechtsdeurwaarder verplicht moest worden zich te bevinden bij de roerende zaken. Er was in 1838 simpelweg niet een andere denkbare manier. Anders dan dat de gerechtsdeurwaarder (toen nog samen met twee getuigen) zich zou vervoegen bij de in beslag te nemen roerende zaken, was onmogelijk. Het hof beschrijft dat de rechtbank in eerste aanleg een heel andere mening was toegedaan, namelijk: ‘(…) dat het er voor de geldigheid of juistheid van het beslagexploit niet toe doet of de deurwaarder al dan niet vanuit het kantoor van [gedaagde] zich al dan niet naar diens opslagplaats heeft begeven, doch van oordeel is, dat het beoogde beslag door het verzuim van de evengenoemde substantiële vormen niet tot stand is gekomen (…)’. Met dit standpunt maakte het hof in hoger beroep korte metten.

Het hof heeft destijds de ‘substantiële nietigheid’ geïntroduceerd dat de gerechtsdeurwaarder zich altijd moet vervoegen bij de roerende zaken: een vormverzuim zonder wettelijke grondslag. Het hof overwoog namelijk ‘dat de bij art. 443 Rv. aan de deurwaarder voorgeschreven verrichtingen weliswaar niet uitdrukkelijk op straffe van nietigheid zijn voorgeschreven (…)’. Het arrest blijkt van fundamenteel belang: het is in de literatuur tot op heden niet ter discussie gesteld.

Het hof stelt vast dat het opmaken van een proces-verbaal van inbeslagname aan de hand van een voorraadlijst terwijl de gerechtsdeurwaarder zich er niet van vergewist of de voorraad aanwezig is, geen daadwerkelijke waarneming is: ‘(…) doch dat deze bijzondere aanduiding en de nauwkeurige beschrijving der goederen, gezien de diepe ingreep van het beslag in de rechtspositie van de beslagene, zodanig substantiële vormen van het revindicatoir beslag zijn, dat van de nauwkeurige inachtneming van deze vormen uit het daarvan opgemaakt p.-v. ondubbelzinnig moet blijken, en dat een p.-v., dat hiervan niet doet blijken, geen geldige revindicatoire beslaglegging inhoudt (…)’. Dat betekent niet dat de gerechtsdeurwaarder nooit van een afstand kan waarnemen. In 1972 waren er geen drones en ik begrijp dan ook dat het hof geen rekening heeft kunnen houden met een beslag op roerende zaken op afstand. Een beslag leggen vanaf een voorraadlijst gaat inderdaad een stap te ver. Echter, het is met de huidige graad van technologische ontwikkeling naar mijn idee mogelijk een beslag op roerende zaken op afstand te leggen. Dit arrest is achterhaald en het sluit niet meer aan bij de tijdsgeest. Het wordt dan ook tijd voor nieuwe rechtspraak met een moderne kijk op het werk van de gerechtsdeurwaarder.

Waarneming met behulp van een drone

Met het leggen van beslag door middel van waarneming door een raam kan derhalve een authentieke akte tot stand komen Wat betekent dit nu voor een inbeslagname met behulp van een drone, hoe vindt waarneming dan plaats?

Een nieuwe term is inmiddels geïntroduceerd: het ‘dronebeslag’. Anno 2018 is de technologie zo vergevorderd dat het niet noodzakelijk is om alleen fysiek ter plaatse te zien; iedereen kan tegenwoordig ook op afstand zien. Zien is derhalve ook zien op afstand geworden en de gerechtsdeurwaarder kan met recht en reden verklaren dat de waarneming daadwerkelijk zijn eigen waarneming is. Zien is niets anders dan dat licht wordt geregistreerd door lichtgevoelige cellen in het lichaam van de waarnemer, die vervolgens in de hersenen een beeld maken. Die beïnvloeding vindt plaats via het netvlies. Niet valt wat mij betreft in te zien waarom waarneming met het blote oog met hulpmiddelen als een bril of verrekijker anders beoordeeld moet worden dan waarneming door middel van een camera (hangend aan een drone). Camerawaarneming door omzetting van het licht dat via een lens op zijn oppervlak valt naar elektrische signalen die door de videocamera worden geïnterpreteerd lijkt per definitie iets anders te zijn dan waarneming met het (al dan niet ondersteunde) blote oog. Echter, ik zie niet in waarom een waarneming niet juridisch tot stand kan komen met behulp van een camera. In alle gevallen vindt waarneming plaats door een of meerdere lenzen. Zien kan op afstand indien de gerechtsdeurwaarder zeker weet (of met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weet) dat wat hij met behulp van de drone ziet juist en waar is. De voorwaarde die ik hiervoor stel, is dat de gerechtsdeurwaarder de beelden altijd ‘live’ bekijkt; het achteraf bekijken van beelden en op basis daarvan beslag leggen is geen waarneming zoals ik hiervoor beschreef. De situatie die is zoals op het beeld kan namelijk inmiddels achterhaald zijn; en dat valt niet te controleren zonder alsnog ‘live’ –ter plaatse of via camera– waar te nemen.

Privacyaspecten

Gerechtsdeurwaarders maken met enige regelmaat inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van mensen. Deze inbreuken zijn, wanneer de gerechtsdeurwaarder zijn ambt uitoefent en zich daarbij aan de wet houdt, gerechtvaardigd. De privacy van justitiabelen wordt gewaarborgd door de geheimhoudingsplicht van de gerechtsdeurwaarder. Van schending van privacy is dan ook slechts sprake wanneer de gerechtsdeurwaarder zijn geheimhoudingsplicht schendt of buiten de wettelijke kaders treedt. Hoe waarborgt de gerechtsdeurwaarder de privacy van de justitiabele als hij beslag wil leggen door middel van een drone? Bij het gebruik van een drone is het mogelijk dat een persoon in beeld komt of dat bepaalde objecten van een persoon in beeld komen. De mogelijkheden van camera’s aan een drone zijn groter dan de mogelijkheden van camera’s op de grond. Een drone kan grenzen overstijgen die een privéruimte afbakenen. Iemand die in zijn tuin aan het zonnebaden is kan ‘per ongeluk’ worden gefilmd. De privacy van diegene kan dan in het geding komen. Hetzelfde geldt voor mensen die in een woonwijk wonen. Zij kunnen verwachten dat op de begane grond bij hen naar binnen kan worden gekeken. Wanneer iemand op de elfde verdieping van een flat woont, hoeft diegene er waarschijnlijk geen rekening mee te houden dat er een drone voorbij kan vliegen waarmee bij hem naar binnen kan worden gekeken. Er moet dan wellicht al snel worden aangenomen dat de redelijke verwachtingen van de waarborgen van privacy zijn geschonden. De Belgische Privacycommissie stelt dat een technologische evolutie er niet toe moet leiden dat verwachting omtrent privacy wordt verminderd door het simpele feit dat door technologische ontwikkelingen het makkelijker is geworden om privacy te schenden. In dit kader zal de toekomst moeten uitwijzen hoe mensen in de praktijk om zullen gaan met eventuele schending van privacy en in hoeverre mensen drones bezwaarlijk zullen vinden.

In de publieke sfeer geldt hetzelfde. De verwachtingen van de waarborgen van privacy moeten strikt worden geïnterpreteerd en mogen niet vervagen naarmate het gebruik van drones toeneemt. Uit een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over art. 8 EVRM blijkt onder andere dat van een inbreuk op de privacy in de publieke sfeer geen sprake is ‘als het gebruik van een drone uitsluitend betreft het monitoren van activiteiten, zonder dat beelden worden opgeslagen (…)’. De gerechtsdeurwaarder zou aan die vereiste kunnen voldoen door altijd een livestreamverbinding te gebruiken en geen beelden op te slaan. Hij gebruikt de drone dan echt en alleen als het verlengde van zijn oog. Het waarnemen van vermogensbestanddelen door de gerechtsdeurwaarder schendt geen privacy. Betekent dit dat een gerechtsdeurwaarder met waarneming via een drone ook geen privacy schendt? Er zal in ieder geval een subsidiariteitstoets moeten komen. Als de gerechtsdeurwaarder niet op de ‘reguliere’ manier de roerende zaken kan bereiken of hem dit door een bepaalde situatie wordt bemoeilijkt, mag alleen dan de privacybeperkende drone worden ingezet. Er zijn naar mijn idee wel handvatten waarmee de huidige regelgeving analoog kan worden toegepast bij het gebruik van de drone. De drone kan bijvoorbeeld aan dezelfde toets worden onderworpen als bij een beslag ex art. 444 Rv; hiervoor is namelijk toestemming van de burgemeester vereist en deze dient zich te vervoegen bij de beslaglegging. Ook hierdoor wordt privacy van de justitiabele beschermd. Bij het raambeslag kan ook de privacy worden geschonden. Beslag op deze manier is geaccepteerd. Waarom zou waarnemen met het blote oog wel mogen, en waarom met de drone niet? Ook hier lijken in ieder geval civielrechtelijk geen belemmeringen te bestaan. Echter, er zal duidelijkheid moeten komen over wat het betreden van andermans luchtruim is, concreet voor de gerechtsdeurwaarder. Is dat ‘binnentreden’ in de zin van de Algemene wet op het binnentreden? Of kan dat vergeleken worden met een auto die op de oprit van een woning staat, die vanaf een afstand wordt waargenomen en waarbij geen deuren worden geopend? Of is het zelfs toegestaan de drone van de gerechtsdeurwaarder uit de lucht te schieten, aangezien iedereen eigenaar is van zijn luchtkolom? Men pleegt te zeggen ‘de vraag stellen is hem beantwoorden’. De voorzet heb ik gegeven. Echter, erkenning van en verdere ontwikkeling van het gebruik van de drone door de gerechtsdeurwaarder dient te worden vastgelegd en nader uitgewerkt in rechtspraak.

Dieper ingaan op privacyaspecten reikt te ver voor deze blog, die slechts tot doel heeft de civielrechtelijke mogelijkheden te verkennen. De drone biedt voor de gerechtsdeurwaarder kansen. De gerechtsdeurwaarder is niet alleen boodschapper in het burgerlijk recht, maar ook handhaver ervan. De handhavers in het bestuursrecht maken al gebruik van drones. Aangezien de gerechtsdeurwaarder handhaver (in het civiele recht) is, is het van belang dat het gebruik van een drone door een gerechtsdeurwaarder gelegitimeerd raakt in de rechtspraak. Het probleem dat eventuele schendingen van privacy niet te rechtvaardigen zijn, wordt daarmee ondervangen.

Ontwikkelingen en conclusie

Inmiddels is naar aanleiding van een eerder gepubliceerd artikel van mijn hand is inmiddels een scriptie verschenen van een rechtenstudente. Zij deed een praktijkgericht onderzoek naar de privacyaspecten die van belang zijn bij de beroepsmatige inzet van drones door de gerechtsdeurwaarder bij het leggen van beslag op roerende zaken. In het kader van de (inmiddels verschenen) Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) worden privacyregels sneller en strenger gehandhaafd. Daarnaast is ook een schending van art. 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) mogelijk. In het onderzoek concludeert de studente dat het dronebeslag niet minder privacybeperkend is dan een ‘gewoon’ beslag. Van een schending van de AVG en art. 8 EVRM is bij een dronebeslag geen sprake, mits de gerechtsdeurwaarder zich houdt aan de wettelijke vereisten.

Inmiddels is in Nederland het Wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht en het Wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht in consultatie gekomen. Iedereen die daartoe behoefte voelt mag reageren op de wetsvoorstellen. Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt op veel punten aanzienlijk veranderd. Zo komt er een nieuw artikel, art. 205 Rv nieuw, waarin de mogelijkheid wordt geopend voor partijen de rechter te verzoeken een gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal van constatering op te maken, dat een dwingende bewijskracht tegenover eenieder heeft. België kent reeds een dergelijk proces-verbaal. De minister overweegt in art. 205 lid 2 Rv nieuw:

‘De deurwaarder beschrijft de ter plaatse persoonlijk waargenomen feiten nauwkeurig op het door hem daarvan onverwijld op te maken proces-verbaal. Tot deze beschrijving kan ook behoren het op enigerlei wijze vastleggen van feiten op beeld- of geluidsmateriaal dat wordt gevoegd bij het proces-verbaal en daarvan deel uitmaakt.’

Hieruit blijkt dat de wetgever technologische ontwikkelingen omarmt en deze gebruikt in nieuwe wetgeving. Analoog aan deze regeling kan ook het beslag op roerende zaken (art. 440 Rv) worden ‘opengesteld’ voor (live) camerawaarneming. De Nederlandse Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) reageert –uiteraard– op deze internetconsultatie. Ik ben –zeer eervol– gevraagd om namens de KBvG een deel van de reactie voor mijn rekening te nemen. Ik pleit er in mijn onderdeel voor om, analoog aan art. 205 Rv nieuw, ook in art. 440 Rv de waarneming bij een beslag op roerende zaken via live camerabeelden (al dan niet hangend aan een drone) beschikbaar te maken. Op die manier wordt de wet aangepast aan de huidige tijdsgeest en komt men tot een effectieve rechtshandhaving. Dat de KBvG de inhoud van mijn artikelen reeds heeft onderschreven is een stap in de goede richting!

In de volgende en laatste editie van deze blogserie bespreek ik het beslag op schepen. Ik betoog dan dat beslag niet altijd aan boord van het schip gelegd hoeft te worden, maar dat in sommige gevallen de drone een goed alternatief biedt.

Ik hoop dat u deze blog – en ook de volgende – met plezier leest!

Hebt u vragen of opmerkingen, dan verneem ik graag van u via email: nocco@buikenvanderhorst.nl.

Stefano Nocco
Gerechtsdeurwaarder

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

1 Reacties

1 Reactie

  1. Tom Leest

    Een bijzonder betoog weer en fascinerend hoe de heer Nocco zich op de materie stort, en deze steen van Rosetta probeert te ontcijferen. Het is meer dan een aanzet tot discussie en ik ben na het lezen van deze blog overtuigd van het feit dat het eerste dronebeslag op basis van live waarneming een kwestie van tijd is.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.