Het bewijsrecht opgenomen in ons Burgerlijke Wetboek heeft nood aan verandering. Op 31 oktober 2018 diende de regering een wetsontwerp in omtrent het bewijsrecht. Minister van Justitie, Koen Geens, heeft als doel om het Burgerlijk Wetboek dichter bij de mensen en de hedendaagse samenleving te brengen en pakt daarbij ook het luik ‘bewijsrecht’ aan.
Wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek
Ten eerste probeert hij hieraan te voldoen door de wetgeving omtrent het schriftelijk bewijs boven de 375,00 EUR te wijzigen. Momenteel is het noodzakelijk met betrekking tot het bewijs om bij verkoop van een goed boven de 375,00 EUR een schriftelijke overeenkomst op te maken. Dit bedrag zal in de toekomst omhoog getrokken worden tot een bedrag van 3.500,00 EUR. Voor zaken tot 3.500,00 EUR zal een sms of e-mail bijgevolg volstaan als bewijs.
Daarnaast wil hij er ook voor zorgen dat enkele onbillijke situaties, zoals deze vandaag bestaan, in de toekomst vermeden worden. In uitzonderlijke gevallen zal het daarom mogelijk zijn om de bewijslast om te draaien. Stel dat u geld wilt afhalen bij een bank, maar er komt geen geld uit de automaat. Als de bank verklaart dat het logboek gewist is, krijgt u de dag van vandaag ongelijk. In de toekomst zal het mogelijk zijn om in dergelijke uitzonderlijke gevallen de bewijslast om te draaien omwille van de ‘kennelijke onredelijkheid’. De bewijslast kan in dit voorbeeld bijgevolg bij de bank gelegd worden.
Tot slot zal de vrije bewijsvoering, zoals dit nu gekend is bij ondernemingen, ook toegepast worden op vrije beroepen en landbouwers.
Wijziging in het Wetboek Economisch Recht
In een arrest van het Hof van Beroep in Antwerpen van 19 december 2016, werd geoordeeld dat een koop-verkoop met betrekking tot een onroerend goed niet tot stand kan komen via e-mail. Dit arrest zorgde toen voor veel ophef, voornamelijk bij vastgoedmakelaars.
Alexander De Croo heeft daaropvolgend een wetsvoorstel ingediend waarbij het wel mogelijk is verkoopovereenkomsten te sluiten via e-mail en dit heeft ondertussen zijn vruchten afgeworpen.
Sinds 20 oktober 2018 is het namelijk mogelijk om een overeenkomst via elektronische weg tot stand te laten komen als er sprake is van een geschrift dat voorzien is van een elektronische handtekening. De elektronische handtekening dient ruim te worden geïnterpreteerd en omvat zowel gescande handtekeningen, biometrische handtekeningen, als digitale handtekeningen.
Dit betekent echter niet dat elk bewijs van een elektronische totstandkoming aanvaard zal worden. De wetgever heeft aan de rechter uitdrukkelijk een appreciatiemarge toegekend. De rechter heeft met andere woorden nog altijd de bevoegdheid om het bewijs inzake de verkoop van een onroerend goed af te wijzen. Het biedt dus geen sluitende garantie.
Door Lore CANEELE en Mathieu ROELENS
Hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan zeker contact op met een van onze specialisten via contact@vdl.be.
Verwarrend is dat het eerste onderdeel de lege ferenda is, terwijl het tweede deel de lege lata. Dat staat er wel, maar is een verwarrende combinatie. Evenmin indicatie in welke fase het wetsontwerp zich momenteel bevindt (zeker gelet op de regering-in-lopende-zaken).
Het zou ook sieren als bij de effectieve wijziging van het WER, het desbetreffende artikelnummer zelf vermeld zou worden.