Het fiscaal regime voor inkomsten uit de deeleconomie...
Het fiscaal regime voor inkomsten uit de deeleconomie

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 08/03/2017 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Airbnb, (Air)Bsit, Uber, ListMinut’, Menu Next Door, FLAVR… In de afgelopen jaren heeft de zogenaamde “deeleconomie” via platformen zich sterk ontwikkeld, mede dankzij nieuwe technologieën zoals smartphones en mobiel internet.

Deze platformen maken het mogelijk voor particulieren om bijkomende inkomsten te verdienen in ruil voor kleine diensten. Het fiscaal regime voor deze inkomsten is niettemin onduidelijk : ze kunnen, afhankelijk van de omstandigheden, als beroepsinkomsten, als roerende inkomsten, als onroerend inkomsten of, meestal, als diverse inkomsten worden beschouwd, met een belastingtarief van 25 tot 50% (om het “simpel” te houden)[1]. Om die reden, en ook omwille van de administratieve rompslomp, worden de meeste van deze inkomsten niet gedeclareerd.

Een nieuwe regeling heeft tot doel deze inkomsten uit deze “grijze zone” halen, maar ook het ondernemerschap een impuls te geven met een minimum van formaliteiten.

Het nieuw stelsel

De inkomsten uit de deeleconomie zullen binnenkort belast worden aan 20 % (eigenlijk de facto 10 % want er wordt 50 % forfaitaire kostenaftrek toegestaan) tot een bruto bedrag van 5.100 €[2]per jaar (geïndexeerd, inkomsten 2017). Boven dit bedrag worden niettemin alle inkomsten (en niet enkel de inkomsten die de grens van 5.100 € overschrijden) van het betrokken jaar en het jaar daarna als beroeps-inkomsten aangemerkt, behoudens tegenbewijs[3]. Ze worden dus in principe tegen 25 tot 50 % belast.

De diensten mogen uitsluitend verleend worden via een erkend elektronisch platform. Zolang de grens van 5.100€ niet bereikt wordt, wordt 10 % van het bedrag bij de bron (het platform) ingehouden, zodat de dienstverrichter (de particulier) alleen het netto bedrag op zijn / haar bankrekening krijgt, zonder dathij / zij zich zorgen hoeft te maken over de belastingen. Deze inkomsten moeten wel in de aangifte van personenbelastingen aangeven worden.

De administratieve formaliteiten zijn relatief eenvoudig gehouden. Als de inkomsten onder de 5.100€ per jaar blijven, moeten de dienstverrichters zich niet als zelfstandige aansluiten[4] en moeten ze dus geen sociale bijdragen betalen. Ze zijn ook vrijgesteld van BTW[5] en moeten zich niet inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Men moet dus heel goed uitkijken dat men onder de magisch grens van 5.100 € blijft.

Diensten

Het stelsel is alleen van toepassing op diensten. De levering van goederen valt er dus niet onder. De verhuur van onroerende en roerende goederen is ook uitgesloten.

Concreet vallen diensten zoals het geven van gitaar- of taalles, babysitten, tuinieren of huwelijkfotograferen (enz.) binnen het toepassingsgebied, mits de andere de voorwaarden voldaan zijn (zie hieronder). De verhuur van uw huis of appartement via Airbnb (!), verhuur van uw gereedschap voor doe-het-zelvers, of de levering van producten vallen in principe niet onder dit voordelig fiscaal regime.

Voorwaarden

Er zijn natuurlijk strikte voorwaarden om in aanmerking te komen voor dit systeem, om belastingontduiking of misbruik van het systeem te voorkomen. Dit enerzijds om te zorgen dat alle inkomsten aangeven worden en, anderzijds, dat professionelen dit stelsel niet kunnen gebruiken om hun inkomstenbelastingen te verminderen.

Deze voorwaarden zijn de volgende[6] :

  • De diensten moeten worden verleend door een natuurlijke persoon buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid daar “diensten die via een platform worden aangeboden geen diensten mogen zijn die nauw verbonden zijn met een activiteit die de belastingplichtige als zelfstandige verricht of met de activiteit van de vennootschap waarvan hij bedrijfsleider is”[7].
  • De diensten moeten uitsluitend worden verleend aan natuurlijke personen die niet handelen in het kader van hun beroepswerkzaamheid ;
  • De diensten moeten uitsluitend verleend worden via een erkend elektronisch platform ;
  • de vergoedingen moeten enkel door of via dit platform aan de dienstverrichter worden betaald.

Deze voorwaarden maken deze regeling alleen van toepassing voor C2C-diensten. B2B-, B2C- of C2B-diensten zijn uitgesloten. Het stelsel zorgt ook dat alle bedragen zullen aangeven worden.

Erkende platformen

Het Koninklijk Besluit dat de normen voor de erkenning van de platformen vaststelt[8] is op 24 januari 2017 in werking getreden. Het aanvraagformulier is niettemin slechts op 1 maart 2017 op de website van de FOD Financiën beschikbaar gesteld.

De eerste platformen zullen waarschijnlijk in de volgende weken worden erkend. Dan zal het systeem volledig operationeel worden.

Conclusie

Dit nieuwe systeem heeft als voordeel dat het het ondernemerschap voor particulieren zal worden aangemoedigd. Het is zo eenvoudig mogelijk gehouden, hetgeen het voor iedereen toegankelijk maakt.

Deze regeling is in het algemeen een positieve ontwikkeling ter bevordering van een originele manier van ondernemen.

We moeten wel vaststellen dat het gunsttarief (20 % min kosten 10 % = 10 %) van kracht is sinds 1 juli 2016, dat de regel aangaande de platformen op 24 januari 2017 van kracht is geworden maar dat er nog geen platformen erkend zijn. Dit hoeft geen verwondering te wekken nu het aanvraagformulier slechts sinds 1 maart beschikbaar zou zijn. Blijkt dat voorlopig enkel ListMinut’ in de volgende weken retroactief erkend worden. De vraag stelt zich wat er moet gebeuren met (al dan niet ingehouden[9]) inkomsten tussen 01/07/2016 en de datum dat de platformen effectief erkend zullen worden !

[1] Art. 130 en 171, WIB 92.
[2] Het bruto bedrag is “het bedrag dat door het platform of door tussenkomst van het platform daadwerkelijk is betaald, verhoogd met alle sommen die door het platform of door tussenkomst van het platform van het platform zijn ingehouden”. Pas op dat U deze bedrag niet bereikt !
[3] Art. 37bis, §2, WIB 92.
[4] Art. 22, Programmawet van 1 juli 2016, B.S. 04.07.2016, 40970.
[5] Art. 50, $4 BTW Wetboek.
[6] Art. 90, WIB 92.
[7] Memorie van toelichting, doc°54-1875/001, 24, http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/54/1875/54K1875001.pdf#page=24
[8] Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 90, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzake de voorwaarden tot erkenning van elektronische platformen van deeleconomie en tot onderwerping van de artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde inkomsten aan de bedrijfsvoorheffing, B.S., 24.01.2017, 12.789.
[9] http://www.lalibre.be/actu/belgique/ubereats-se-prend-pour-le-legislateur-d-apres-le-spf-finances-58b65f19cd70fcd9ef9552e4 
 

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.