Binnen hun bevoegdheid huisvesting vaardigden de drie gewesten bepalingen uit rond woningkwaliteitsbewaking. In het Vlaamse Gewest is dit instrument om het grondrecht op behoorlijke huisvesting te verwezenlijken.
De Vlaamse Wooncode omvat een kader rond woningkwaliteitsbewaking. Het gaat om minimale kwaliteitsnormen, naast bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten.
Dit regelgevend kader ondergaat belangrijke wijzigingen met ingang van 1 januari 2021. Voor de afbakening van de minimale kwaliteitsnormen wordt uitgegaan van het begrip woning, zo worden bv. occasionele verblijven uitgesloten. Daarnaast zijn er ook de gewestelijke en gemeentelijke kwaliteitsnormen
De administratieve handhaving van deze regels is opgebouwd rond enerzijds een systeem van conformiteitsattesten, anderzijds de mogelijkheid om een woning ongeschikt, onbewoonbaar of overbewoond te verklaren. Vanaf 2021 wordt een bijkomende waarschuwingsprocedure voorzien en kan ook een fiscaal handhavingsinstrumentarium worden ingezet.
Voor de strafrechtelijke handhaving kunnen personen die een verkrotte woning verhuren, ter beschikking of te huur stellen worden vervolgd door het openbaar ministerie, voor de strafrechter worden gebracht en via een herstelvordering verplicht worden de verkrotte woning te herstellen.
Tenslotte stelt zich de vraag naar de verhouding tussen deze gewestelijke kwaliteitsnormen en de federale woninghuurwet enerzijds, het Vlaams woninghuurdecreet anderzijds.
Nexus organiseert op 20 oktober een studievond (livestream en on demand) rond dit thema.
0 reacties