Kunnen wij ook wat leren van onze noorderburen?
Het rapport “De toekomst van het advocatenberoep”, geschreven in opdracht van Minister van Justitie Geens is quasi uitsluitend geïnspireerd door Franse rapporten en de daadwerkelijke evolutie van het beroep bij onze zuiderburen. Nederland wordt doodgezwegen. Waarom is een raadsel. Temeer nu Nederland inzake de modernisering van het advocatenberoep op vele vlakken onbetwistbaar koploper is.
België wijst de weg
Op het bureau in mijn werkkamer liggen naast elkaar het rapport van Patrick Henry en Patrick Hofströssler aan de Minister van Justitie K. Geens “De toekomst van het advocatenberoep” (red., voor meer toelichting door mr. Patrick Hofströssler: klik hier voor zijn video-interviews op Advocatennet.be) en het derde nummer van het Advocatenblad, maandblad van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Het Advocatenblad kopt “België wijst de weg”, wat mij als Belgische lezer natuurlijk onmiddellijk flatteert.
In het voorwoord onder de titel “Dichtbij in België” legt hoofdredacteur Kees Pijnappels uit dat het gaat over hoe de rechtspraak omgaat met de huis- tuin- en keukenproblemen van de burger. Hij schrijft daarover:
“De Belgen experimenteren niet, die zijn al eeuwenlang vertrouwd met de Vrederechter. Het verhaal lezend kun je niets anders dan concluderen dat het systeem prima werkt …
Verbazingwekkend eigenlijk dat twee kleine buurlandjes, die nota bene gedeeltelijk dezelfde taal spreken, hun rechterlijke macht zo verschillend hebben ingericht.
De Rechtspraak krijgt van Rutte III een miljoen voor experimenten.
Misschien is het een idee dat geld te besteden aan een onderzoek of en hoe we het Belgisch systeem kunnen kopiëren.
Waarom zelf het wiel uitvinden als onze zuiderburen er al fluitend rondjes mee rijden?”
Het rapport “De toekomst van het advocatenberoep”, dat meer dan 650 pagina’s telt, bevat niet één gedocumenteerde verwijzing naar de toestand en de evoluties van het advocatenberoep in Nederland.
In de inleiding van het rapport op de pagina’s 16 t.e.m. 40 wordt daarentegen uitvoerig geciteerd uit een rapport dat mr. Kami Haeri, oud-secretaris van de Raad van de Orde bij de Balie van Parijs eind februari 2016 overhandigde aan de Minister van Justitie van Frankrijk. Voor de rapporteurs eindigt de beschaving aan de Belgische grens met Nederland. De vaststelling dat onze noorderburen bij ons een kijkje komen nemen en niet te beroerd zijn om België als voorbeeld te nemen, is bij deze vergelijking erg pijnlijk. Pijnlijk en ook niet verantwoord.
Over de grens naar het noorden kijken
Indien het voor de toekomst van ons beroep zinvol is over de grens naar het zuiden te kijken, dan is het minstens even zinvol over de grens naar het noorden te kijken.
Naar aanleiding van een rapport ‘De toekomst van de nationale rechtsstaat’ waarbij vanuit het Nederlands parlement was aangedrongen op “een diepgaande analyse van de rol, de positie en de betekenis van de advocatuur in de rechtsstaat en de rechtsorde” werd de Commissie – Van Wijmen opgericht. In april 2006 bracht deze commissie haar rapport uit onder de titel ‘Een maatschappelijke orde’. Hierin stelde de commissie de onmisbaarheid vast van de advocaat in de Nederlandse rechtsstaat.
Om hem toe te laten zijn taken goed uit te voeren, adviseerde de commissie om zes kernwaarden, (onafhankelijkheid, partijdigheid, integriteit, vertrouwelijkheid, deskundigheid en de publieke verantwoordelijkheid voor de goede rechtsbedeling) in de Advocatenwet op te nemen.
De commissie adviseerde om de beroepsregulering aan een regelgevende raad voor de advocatuur toe te vertrouwen.
Daarnaast adviseerde ze voor alle advocatenkantoren in de toekomst een kwaliteitssysteem in te voeren en specialisaties en tuchtrechtelijke veroordelingen op internet te publiceren ter bevordering van transparantie en voorlichting aan de cliënt.
De permanente opleiding moest minder vrijblijvend worden, een zwaarder karakter krijgen met integriteit als verplicht onderdeel.
De stage en de beroepsopleiding zouden moeten worden afgesloten met een bar exam.
Voorgesteld werd een ombudsman advocatuur in te stellen.
De aanbevelingen van de Commissie – Van Wijmen vormden de basis voor de ingrijpende aanpassing van de Nederlandse Advocatenwet in 2015, waarin vele van die aanbevelingen werden opgenomen. Het leidt te ver om alle innovaties van de Nederlandse Advocatenwet in 2015 in een korte bijdrage te bespreken.
Zij vormen de vrucht van jarenlang onderzoek en zijn vaak zeer waardevol. Eén ervan is dat om het kennisniveau van de advocatuur en een adequaat kwaliteitssysteem voor alle advocaten te waarborgen in de wet een opdracht aan de orde wordt opgenomen om de voorwaarden te scheppen tot de totstandkoming van zo’n kwaliteitssysteem.
Dit werd vertaald naar een schriftelijke klachtenregeling, een strenger toezicht en een zeer efficiënt tuchtrecht, een vernieuwde opleiding, waarvan de hervorming nog steeds aan de gang is binnen het project BA 2020 (Beroepsopleiding Advocaten 2020), waarvoor uitgebreide consultaties zijn gehouden, die inmiddels geanalyseerd zijn en uitgewerkt worden.
Stellen dat het niet de moeite waard is zich hierover te buigen, staat gelijk met een belediging voor onze Nederlandse collega’s.
Een uitmuntend beroep
In het rapport van onze Belgische rapporteurs vormt het begrip “uitmuntend” een mantra. In de inleiding is er sprake van een “uitmuntend beroep”, bij de bespreking van het statuut wordt gezegd dat de advocaten zelfstandig of werknemer kunnen, maar gelukkig en uitmuntend moeten zijn:
-De beroepsopleiding heeft tot doel uitmuntende advocaten te vormen.
-Het tuchtrecht moet uitmuntend en krachtdadig worden.
-Uitmuntend betekent “zich boven iets of iemand onderscheiden”.
Het is wellicht wat te ambitieus en hoog gegrepen als norm te willen stellen dat de beroepsgroep in globo uitmuntend moet zijn. Het moge een hyperbool zijn, maar kan bezwaarlijk de basis vormen voor nieuwe normering.
Onze Nederlandse collega’s hebben de deskundigheid als kernwaarde opgenomen in de Advocatenwet, zij hebben systematische kwaliteitstoetsen ingevoerd, staan al veel verder dan wij inzake de kwaliteitsvolle beroepsopleiding en de handhaving van de regels van het beroep. Als wij al zover geraken, zal het mooi zijn. Zoals bij alle diersoorten lopen er ook in de advocatuur uitmuntende exemplaren rond. Maar laat ons al tevreden zijn indien de doorsnee advocaat deskundig is en kwaliteitsvolle prestaties verstrekt. Dat kunnen we leren van onze noorderburen, ondanks onze Belgische rapporteurs.
Herman Buyssens
Senior Partner bij Buyssens advocaten sociaal recht en hoofdredacteur van Today’s Lawyer.
Voor meer informatie over het tijdschrift Today’s Lawyer, klik hier. Inschrijven kan ook via het onderstaande bestelformulier.
0 reacties