Het meeroudergezin binnen het Belgische recht cover

6 jan 2025 | Civil Law & Litigation

Het meeroudergezin binnen het Belgische recht
  • Na het behalen van de master Burgerlijk en Procesrecht in 2021, bleef Anna Maria Wilmot actief binnen de academische wereld als doctoraatsonderzoeker. Ondertussen behaalde ze de erkenning als bemiddelaar in Burgerlijke en handelszaken en combineert ze sinds oktober 2024 het wetenschappelijk onderzoek met haar activiteiten als erkend bemiddelaar en facilitator bij AMWmediation.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Geen recht op ouderschapsverlof, geen beslissingsmacht inzake onderwijs en opvoeding, en op buitenlandse vakantie met het kind? Dan is een schriftelijke toestemming van de juridische ouders aanbevolen. Meer en meer ouders bevinden zich in deze situatie. Hoewel ze mee instaan voor de opvoeding van het kind, worden ze niet beschouwd als juridische ouder, met alle juridische én emotionele gevolgen van dien. Denk daarbij bijvoorbeeld aan leden van een meeroudergezin.

Het huwelijk is vandaag niet meer de principiële hoeksteen van het gezin. De laatste decennia zijn er verschillende nieuwe gezinsvormen ontstaan. Een daarvan is het meeroudergezin, een gezinsvorm die zich veruiterlijkt in het feit dat een kind door meer dan twee personen opgevoed wordt. Deze tendens werd tot vandaag evenwel niet doorgetrokken binnen het Belgische recht. Er bestaat geen juridisch kader voor meeroudergezinnen en maximum twee personen kunnen volwaardig juridisch ouder zijn. Voor de andere betrokken personen, gekwalificeerd als derden, is er nauwelijks bescherming bij eventuele onenigheden. Hun betrokkenheid bij de opvoeding, vaak al vanaf de geboorte, wordt op geen enkele wijze erkend als dusdanig.

Het besef dat het afstammingsrecht verouderd is, nam de voorbije jaren toe. Dit veruiterlijkte zich onder meer in de rechtspraak, de rechtsleer alsook in tal van beleidsdocumenten, waaronder bijvoorbeeld de grote hoeveelheid aan wetsvoorstellen die werden ingediend met onder andere het oog op de invoering van het zorgouderschap en het medebeslissingsrecht van plusouders.

Er werd daarom onderzocht welke sturingsmogelijkheden er zijn voor meeroudergezinnen om hun juridische positie binnen het huidige recht zo gelijk mogelijk te maken aan die van een klassiek twee-ouder gezin, waarbij de relatie van elke ouder met de kinderen beschermd wordt en de drie of vier ouders juridisch op gelijke voet staan.

Het meeroudergezin

De term meeroudergezin wordt gebruikt om te verwijzen naar gezinnen die bestaan uit meer dan twee personen die instaan voor de opvoeding van de kinderen. Daarbij zijn er niet-intentionele meeroudergezinnen en intentionele meeroudergezinnen.

In die eerste categorie vallen de nieuw samengestelde gezinnen waarbij stiefouders in meer of mindere mate een rol spelen in het leven van de stiefkinderen. Deze zijn in groten getale aanwezig in onze samenleving.

Daarnaast groeien er ook kinderen op binnen intentionele meeroudergezinnen. Het intentionele meeroudergezin is een mooie gezinsvorm waar bewust wordt stilgestaan bij het verwekken van een kind en de gevolgen en beslissingen die hier mee gepaard gaan. De fundamenten waarop intentionele meeroudergezinnen gebouwd zijn, kunnen zeker als voorbeeld dienen voor de klassieke tweeoudergezinnen.

Niet-juridische ouder binnen het ouderlijk gezag

Uit het onderzoek blijkt dat het op geen enkele wijze mogelijk is om aan de niet-juridische ouders binnen een meeroudergezin dezelfde bevoegdheden toe te kennen als aan de juridische ouders zonder te raken aan het ouderlijk gezag van deze laatsten. Dit wegens het openbare orde karakter van de regels inzake ouderlijk gezag.

Er zijn evenwel een aantal sturingsmogelijkheden die de positie van de niet-juridische ouder kunnen beïnvloeden. Denk daarbij aan het recht op persoonlijk contact, de overdracht van het feitelijk gezag en de materiële bewaring.

Nog interessant is het aanwijzen van de niet-juridische ouder als eventuele voogd. Dit biedt zowel voor deze ouder als voor de betrokken kinderen zekerheid naar de toekomst toe.

Een andere mogelijkheid is het opstellen van een meerouderschapsovereenkomst. Dergelijke overeenkomst, hoewel juridisch niet bindend, verschaft een zekere houvast voor al de betrokken partijen. Deze overeenkomst wordt vaker opgesteld door intentionele meeroudergezinnen, nog voor de geboorte van het kind, maar ook nieuw samengestelde gezinnen hebben er om dezelfde redenen baat bij om verschillende afspraken vast te leggen onderling.

Erfrecht en de giften

Ook in het kader van het erfrecht en de giften speelt het juridisch ouderschap een bijzonder grote rol. Kinderen die geen afstammelingen zijn van de erflater worden onder het wettelijk erfrecht uitgesloten. Daarenboven wordt het bekomen van erfrechtelijke gelijkheid tussen deze kinderen in vele gevallen belemmerd door het bestaan van de wettelijke reserve en de inkorting.

Fiscaalrechtelijk worden niet-eigen kinderen daarenboven ook op verschillende wijze behandeld.

Uit het onderzoek blijkt dat, in vergelijking met het ouderlijk gezag er binnen de context van het erfrecht en de giften veel meer ruimte is om te sturen zodanig dat bij het openvallen van de nalatenschap de eigen en de niet-eigen kinderen binnen het gezin gelijk toebedeeld worden.

De toekomstige erflater kan gebruikmaken van verschillende instrumenten om een gelijkheid te bekomen tussen alle kinderen. De belangrijkste factor waar rekening mee gehouden moet worden, is de verhouding tussen het aantal eigen kinderen en het aantal niet-eigen kinderen.

Zo kan het opmaken van een testament of het doen van schenkingen tijdens het leven volstaan. Om te besluiten tot de meest gepaste aanpak, moet steeds rekening gehouden worden met de toepasselijke tarieven inzake successie- en schenkingsrechten. Wanneer het testament en/of de schenkingen niet volstaan, dan is het interessant om naar de erfovereenkomsten te gaan kijken. Het onderzoek zet aan de hand van verschillende fictieve gezinnen en cijfervoorbeelden uiteen op welke manier de toekomstige erflater de gelijkheid kan bekomen. Daarbij wordt ook het belang van het instrument van de erfovereenkomst benadrukt. Waar een globale erfovereenkomst geen soelaas kan bieden (bijvoorbeeld voor de kinderen van de feitelijk samenwonende partner), kan de punctuele erfovereenkomst aanvulling bieden.

Zowel in het kader van het ouderlijk gezag als het erfrecht en de giften wordt de positie van de niet-juridische ouder minstens gedeeltelijk bepaald door anderen. Inzake ouderlijk gezag zijn de beperkt aantal mogelijke instrumenten grotendeels afhankelijk van de wil van de juridische ouder(s). Inzake erfrecht kan in bepaalde situaties slechts een gelijkheid bekomen worden tussen alle kinderen wanneer deze willen meewerken. In deze masterproef wordt uitgegaan van de hypothese dat de gezinsleden welwillend zijn en samenwerken. Evenwel is het belangrijk om steeds in het achterhoofd te houden dat dit in de realiteit niet bij elk gezin zo is.

Het onderzoek bevestigt dat we ons in een periode bevinden waarin er een grote breuk is tussen het familierecht enerzijds en de gezinsdynamieken in de realiteit anderzijds. Voor niet-juridische ouders is het zeer moeilijk om hun juridische positie ten aanzien van de juridische ouders te verbeteren alsook hun relatie met de kinderen te beschermen. Het gegeven dat onder meer de onderwijsinstellingen reeds rekening houden met andere gezinsvormen toont ook aan dat de maatschappij al verder staat dan het recht.

Zolang het afstammingsrecht niet aangepast wordt aan de evoluties binnen de gezinsvormen in onze samenleving, kan het onderzoek als leidraad en inspiratiebron dienen voor de talloze meeroudergezinnen en wensouders binnen onze samenleving.

Anna Maria Wilmot

Dit artikel is een korte weergave van de masterproef die Anna Maria Wilmot schreef aan de VUB. De uitgebreide tekst werd onder de titel “Het meeroudergezin binnen het Belgische recht: sturingsmogelijkheden inzake het ouderlijk gezag, het erfrecht en de giften” opgenomen in het boek Juridische Meesterwerken VUB – Uitgave 2024, uitgegeven bij KnopsPublishing.

  • Na het behalen van de master Burgerlijk en Procesrecht in 2021, bleef Anna Maria Wilmot actief binnen de academische wereld als doctoraatsonderzoeker. Ondertussen behaalde ze de erkenning als bemiddelaar in Burgerlijke en handelszaken en combineert ze sinds oktober 2024 het wetenschappelijk onderzoek met haar activiteiten als erkend bemiddelaar en facilitator bij AMWmediation.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.