13 jul 2018 | Expertise

Het nieuwe erfrecht en de gevolgen voor familiebedrijven

Door Tiberghien

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 13/07/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Op 1 september 2018 treedt het nieuwe erfrecht in werking. De wijzigingen zijn verregaand en hebben een aanzienlijke impact op de familiebedrijven, in het bijzonder op de schenking ervan. In dit artikel gaan we hier dieper op in.

De inbreng van geschonken aandelen van het familiebedrijf

Vanaf 1 september 2018 geldt als algemene regel dat de inbreng van schenkingen moet gebeuren op basis van de intrinsieke waarde van de geschonken goederen op de dag van de schenking, evenwel vermeerderd met een index.1

Er wordt echter in een uitzondering voorzien indien de begiftigde niet vanaf de dag van de schenking “het recht had om te beschikken over de volle eigendom”. In dat geval wordt de schenking gewaardeerd op het moment waarop de begiftigde het recht verkrijgt om te beschikken over de volle eigendom (met nuances afhankelijk van het feit of dit moment voor, op of na het overlijden van de beschikker is).2

Deze uitzondering viseert o.a. de situatie waarin geschonken wordt met voorbehoud van vruchtgebruik.

Nemen we het voorbeeld van Tom, 60 jaar oud en vader van drie zonen. Hij wil de aandelen van zijn familiale vennootschap schenken aan zijn twee zonen, die nu de drijvende krachten van het bedrijf zijn. Maar het is hierbij niet zijn bedoeling om zijn derde zoon te benadelen bij de latere verdeling van zijn nalatenschap. Tom wil zich ook het vruchtgebruik voorbehouden om zijn huidige levensstandaard te behouden. Vandaag zijn de aandelen 100 EUR waard, bij het overlijden van Tom zal dat hypothetisch 150 EUR zijn.

De wijzigingen in de praktijk

Vandaag moeten de twee zonen bij het overlijden van Tom de waarde van de aandelen inbrengen voor een waarde van 100 EUR, dat is de waarde op datum van de schenking. Dat is enigszins logisch: het feit dat de aandelen met 50 EUR in waarde gestegen zijn, kan toegeschreven worden aan de inspanningen van de twee actieve zonen. Het is dan ook zeer verdedigbaar dat deze waardestijging alleen hun toekomt en niet gedeeld moet worden met de derde, niet-actieve zoon.

In het nieuwe erfrecht moeten de twee zonen de waarde van de aandelen, gelet op het voorbehoud van vruchtgebruik, inbrengen aan de waarde op datum van overlijden van Tom, dat is 150 EUR. De inspanningen van de twee actieve zonen die resulteren in 50 EUR waardestijging zullen dus in dit geval wél gedeeld moeten worden met de derde niet-actieve zoon. De twee actieve zonen zijn dus slechter af onder de nieuwe regeling.

Kan Tom voorkomen dat de nieuwe regeling van toepassing is op de schenking die hij gedaan heeft voor 1 september 2018 en de waarde van de schenking vastklikken op de waarde op datum van de schenking?

Ja, in dat geval moet hij vóór 1 september 2018 een verklaring voor notaris afleggen waarbij hij opteert het oude erfrecht van toepassing te laten (voor wat betreft de bepalingen met betrekking tot de wijze van inbreng van de schenkingen, met inbegrip van de waarderingsregels voor schenkingen met het oog op de inbreng). Het is evenwel zo dat deze verklaring tot behoud betrekking moet hebben op alle schenkingen die de schenker voor de inwerkingtreding van de wet doorgevoerd heeft. Men kan er aldus niet voor kiezen bepaalde schenkingen onder het nieuwe, en bepaalde schenkingen onder het oude erfrecht te laten ressorteren.

Is voor deze problematiek een oplossing onder het nieuwe erfrecht uitgewerkt?

Ja, ook hier is er een oplossing mogelijk onder de vorm van een punctuele erfovereenkomst3, in de schenkingsakte of bij latere overeenkomst, waarin de waarde op de dag van de schenking wordt vastgelegd. Hiervoor is wel het akkoord vereist van Tom en van al zijn kinderen, dus inclusief de derde zoon die initieel niet bij de schenking betrokken was. Zonder toestemming geldt de vastgelegde waarde op dag van de schenking voor de derde zoon niet. Het akkoord verkrijgen van de derde niet-actieve zoon, voor zover hij deze aanvaard heeft. Dit kan bij een goede familiale verstandhouding misschien geen probleem vormen, maar bij een minder goede verstandhouding uiteraard wel. Naast de juridische werkelijkheid, winnen hier dus ook timing en psychologie aan belang.

De keuze voor een schenking van aandelen van een familiebedrijf, vóór of nà 1 september 2018 en al dan niet met voorbehoud van vruchtgebruik, is door de invoering van het nieuw erfrecht complexer én delicater geworden.

Auteurs:

Alain Van Geel
Murielle Gijbels
Romina Abiuso

Tiberghien


1nieuw artikel 858 § 3, eerste lid BW

2nieuw art. 858 § 3, tweede lid BW

3nieuw art. 858 § 5, tweede lid BW

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Ondernemingsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Advocaat
Douane
0 - 3 jaar
Antwerpen
Paralegal
Arbeidsrecht Vennootschapsrecht
0 - 3 jaar
Brussel
Advocaat
Arbeidsrecht
5 - 10 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.