Nu we elkaar tijdelijk geen handen geven, valt het op hoezeer we gewend zijn aan handen geven. We verwachten een hand, en als we die niet krijgen voelt dat vreemd aan. Dat komt omdat we een gewoonte moeten loslaten. Maar ook omdat handen geven veel minder een formaliteit is dan we dachten. Iets in ons wordt geraakt. Een uitdrukking als ‘hij of zij wil mij geen hand meer geven’ maakt dat extra duidelijk. De reden ligt in het feit dat deze handeling ons onbewuste systeem raakt.
De negatieve connotatie van het ‘geen handen geven’ kunnen we ombuigen naar een positieve ervaring. Sta even stil bij het inzicht dat het niet geven van een hand in de huidige omstandigheden precies betekent dat we om elkaar bekommerd zijn en getuigt van gemeenschapszin. Zo krijg je een goed gevoel bij het niet geven van een hand.
Het is ook ‘handig’ om bewust te kiezen voor een duidelijk alternatief: beslis een kordate hoofdknik of een lichte buiging te maken. Dat vult de ontstane leegte op en zorgt voor een passende begroeting. Alles beter dan ‘onhandig’ niks.
Deze ervaring geeft de gelegenheid om stil te staan bij belangrijke doch soms onderschatte gebruiken in de advocatuur.
Advocaten die zich laten voorstellen bij een rechtbank uiten niet alleen hun respect. Het bevordert ook de communicatie tussen pleiters en magistraten, in beide richtingen. Het ‘voorstellen’ legt een verbinding die het bewuste niveau overstijgt. Deze verbinding is belangrijk en het is nuttig die te behouden. Daarom hebben we geleerd niet onze rug te keren naar de magistraten. Terwijl we dat doen uit beleefdheid, is het ook nuttig, want de rug naar iemand keren schaadt de opgebouwde verbinding. Door in verbinding te zijn en te blijven communiceren we met meer dan alleen maar woorden.
Een ander voorbeeld betreft het beëindigen van een dossier. Dan bevestigen we aan onze tegenstrever uitdrukkelijk dat het een genoegen was om hem of haar te hebben ontmoet. Ook al was dat niet altijd helemaal het geval, is het belangrijk dit te melden. Het is als een symbolische hand die we op het einde van een dossier uitwisselen na een soms moeilijke strijd. In vechtsporten gebeurt dat ook. Het is niet alleen een vriendelijke geste om te bevestigen dat er geen hard feelings blijven. Bij onszelf veroorzaakt het gunstige gevolgen, vaak alleen onbewust maar niet onbelangrijk. Op die manier sluiten we het dossier immers ‘mooi’ af, aanvaarden we wat er is gebeurd en blijven we niet vechten met eventuele losse eindjes die we toch niet meer kunnen veranderen. Zo vermijden we meer stress dan we vermoeden. Want het verleden en de toekomst zijn de grootste bron van stress in ons dagelijks leven. Stress ontstaat vooral door onze gedachten over de omstandigheden en veel minder door de omstandigheden zelf.
Deze uitermate nuttige beroepsgebruiken dateren van lang voor de wetenschap inzicht verwierf in de werking van ons onbewuste brein. Het is straf dat ze al zolang bestaan en zo pertinent zijn. Deze gebruiken maken dat we bewust en onbewust rust ervaren en dat de zaken niet uitdeinen buiten hun reële perspectief.
Ook de buiging naar de magistraten bij het verlaten van de rechtszaal heeft eenzelfde betekenis én effect. Inderdaad: het kan dus ook zonder handen!
Wil je technieken leren om stress te verminderen en zelfs te vermijden? Neem een een kijkje op www.heldergroeien.com!
Jeff Keustermans
Meer teksten lezen van Jeff Keustermans? Dat kan hier!
0 reacties