15.000 zaken wachten op behandeling bij het hof van beroep in Brussel. De wachttijden lopen op tot 2030 (ja, negen jaar!). Die hallucinante mededeling kwam vorige week van de eerste voorzitter van dat hof van beroep in een interview met de krant La Dernière Heure. Die achterstand mag dan al het onherstelbaar falen van de Brusselse justitie aantonen, erger is dat blijkbaar niemand wakker ligt van deze aantasting van de rechtsstaat. De eerste voorzitter van het hof van beroep klaagt er bovendien over dat ze deze situatie al twee jaar aanklaagt en niet gehoord en nog minder wordt geloofd. In de media liet ze optekenen dat ze daarom een externe audit vraagt, in de hoop dat er zo bijkomende aandacht komt voor dit endemisch probleem. Daarvoor zou de Hoge Raad voor de justitie moeten zorgen.
Die noodkreet is geen fait divers en hoogst onrustwekkend. Die Hoge Raad heeft immers in het voorjaar van 2004 reeds een audit verricht omtrent de disfunctionerende werking van dit hof van beroep. Voorjaar 2007 werd er ook nog een vervolgaudit afgerond. Nieuw is de toestand dus niet, maar de problemen geraken niet opgelost. Ze worden ook erkend. De vraag lijkt enkel wat het ergst is: de achterstand of het feit dat niemand erom maalt?
Een onderneming zou in die omstandigheden failliet worden verklaard en er zou een curator worden aangesteld. Justitie is natuurlijk geen onderneming en vervult een taak van algemeen belang. De hele samenleving is schuldeiser en de gedachte dat zaken jarenlang onbehandeld blijven en daardoor de rechtsonzekerheid wordt gevoed zou voor ieder welgeaard jurist ondraaglijk moeten zijn. “Justice delayed is justice denied” is een Engels gezegde, dat perfect de toestand beschrijft.
Naar verluidt zou nog maar eens een werkgroep zich buigen over de situatie en is er de vraag naar bijkomende middelen. De geschiedenis herhaalt zich en, naar kan worden gevreesd, zal het resultaat zichzelf ook herhalen.
Virologen hebben iedereen, en dus ook de politici en de bevolking, overtuigd van de noodzaak van het hoge crisisgehalte van de coronapandemie. Er worden vele inspanningen gevraagd, precies omdat ook de ernst van de toestand voor velen duidelijk is. Aanzienlijke gerechtelijke achterstand is echter zo mogelijk nog erger dan het coronavirus, want er is geen perspectief van vaccinatie met de daaraan gekoppelde hoop van de terugkeer naar een normale toestand. Kan Marc Van Ranst zich niet recycleren en vanaf nu iedere dag alle nieuwsuitzendingen mobiliseren voor het probleem van de traagheid van de rechtsgang in Brussel?
Er moet bij het Brussels hof van beroep worden opgetreden met maatregelen die beantwoorden aan de noodsituatie. Het volstaat niet om nu eenvoudig te wachten op de resultaten van een alweer een audit waarvan op voorhand reeds de resultaten bekend zijn.
Het nieuws werd nauwelijks opgepikt door de Nederlandstalige kranten (enkel Het Nieuwsblad vond het de moeite waard om er aandacht aan te besteden). De noodsituatie bij het hof van beroep in Brussel zorgt overal enkel voor lethargie, waarbij iedereen wegkijkt. Deze blog is daarbij nauwelijks een halve druppel in de zee, maar het valt te vrezen dat het ook niet eens bij de meest gelezen stukken zal behoren en schroom velen ervan zal weerhouden om het op sociale media te liken of het te delen. Het is een vorm van schuldig verzuim. Iedereen wordt natuurlijk vermoed onschuldig te zijn, maar kunnen advocaten zomaar blijven zwijgen?
Net op dit ogenblik wil de wetgever het begrip ‘bonus pater familias’ (goede huisvader) vervangen door een “redelijk en voorzichtig persoon” en beoogt daarmee genderneutraliteit. Maar Is het wel redelijk en voorzichtig dat advocaten – tot welk gender ze zichzelf ook rekenen – zich bij de Brusselse toestand neerleggen?
Overigens en geheel terzijde: de bonus pater familias is ouder dan ons burgerlijk wetboek en stamt uit het Romeins recht. De vertaling ‘goede huisvader’ wordt aan Hugo Grotius (1583-1645) toegeschreven. Die goede huisvader die nu op de schop ligt had niet enkel rechten, maar ook plichten. Dat oude begrip leek te wijzen op meer dan enkel maar ‘redelijk en voorzichtig’ te handelen. De samenleving die zich enkel laat leiden door redelijke en voorzichtige personen, zal niet erg evolueren. Is het ook niet de plicht om, eerder dan het voorzichtig stilzitten, de stem te verheffen wanneer er grote nood is? Zeker omdat de kreet van de eerste voorzitter van het Brusselse hof van beroep (waarvoor nog geen genderneutrale aanspreektitel werd bedacht) dit verantwoordt.
***
Meer blogposts lezen van Hugo Lamon? Dat kan hier!
Geachte Confrater,
Volledig akkoord met uw analyse.
Zelf tracht ik als advocaat ondernemingsrecht mijn steentje bij te dragen met doortastende voorstellen aan de politiek en neem dit ook op met het kabinet van de Minister van Justitie.
Een aanzet voor een vlotte rechtsgang geef ik in mijn boek ‘Justice in time’ dat 50 concrete voorstellen bevat om de procedures sterk te versnellen door eenvoudige wetgevende ingrepen (en dus zonder kosten).
Zo zou minstens in burgerlijke zaken het tussentijds hoger beroep moeten worden afgeschaft en beroep tegen een tussenvonnis enkel toegelaten samen met het hoger beroep tegen het eindvonnis, naar Nederlands model. Dit wordt ook reeds sinds de jaren ’90 bepleit door prof. Broeckx, raadsvrouw in het Hof van Beroep te Gent.
In strafzaken dient de uitvoerbaarheid van de burgerlijke vordering van het slachtoffer tot regel te worden verheven, net zoals in burgerlijke zaken. De uitvoerbaarheid bij voorraad van geldboetes en verbeurdverklaringen moet mogelijk zijn bij ontwrichtende criminaliteit zoals drugdealen. De regel van uitvoerbaarheid bij voorraad in burgerlijke zaken, leidde tot een daling van 20%. Quid in strafzaken?
Burgerlijke fiscale zaken kunnen in enige aanleg worden behandeld, gelet op de voorgaande administratieve procedures.
Mogelijkheid van prejudiciële vragen aan het Hof van Cassatie door de Hoven van Beroep zorgt voor rechtszekerheid.
…
Steeds bereid tot overleg.
Simon Deryckere
Advocaat
De vraag is natuurlijk waarom er enkel in het hof van beroep te Brussel een dergelijke achterstand is . In het hof van beroep te Antwerpen bijvoorbeeld wordt toch hetzelfde gerechtelijk wetboek gehanteerd?
In de jaren ’90 van vorige eeuw was er al een commissie “achterstand Hof van Beroep” met afgevaardigden van de Balies Brussel, Nijvel en Leuven, de eerste Voorzitter, een ondervoorzitter en iemand van het Parket-generaal.
Vooral de samenwerking met de Balies kwam ter sprake, minder de achterstand.
Zeer terechte aanklacht, ook aan ons adres.
Non possumus non loqui.
Wanneer begrijpen we eindelijk dat de strijd voor de rechtstaat samen moet gevoerd worden, door advocaten én magistraten ?
Ik kan de concrete situatie bij het Hof in Brussel niet beoordelen, maar iedereen voelt toch aan dat dit een doodsteek is voor de rechtstaat, en ik kan mij moeilijk inbeelden dat er ook maar één weldenkend magistraat daar anders over denkt.
Dat de pers er minder boodschap aan heeft dan aan de vastgeroeste stelling rond het Justitiepaleis is al evenzeer verontrustend.
Werk aan de winkel …
Maar wie doet wat ?
Wij kunnen niet allemaal gratis plaatsvervangend magistraat worden.
Suggesties welkom ?
Christian CAUWE prostafouder,
waarnemend vice-stafhouder Gent