Onderstaande tekst is het voorwoord van meester Herman Buyssens als hoofdredacteur bij het meest recente nummer van het tijdschrift Today’s Lawyer.
Mercantiel ingestelde advocaten, die het pure ondernemerschap hoog in het vaandel dragen ondervinden de professionele en deontologische verplichtingen die hen door hun Orde worden opgelegd, nogal eens als een hinderlijke ballast, die hun ongeremde ontplooiing nodeloos in de weg staat.
Hun visie spoort enigszins met de insteek van de Europese instanties, voor wie de vrije concurrentie een heilig goed is en die de professionele en deontologische regels van de balies al te gemakkelijk bestempelen als corporatistische afschermingsmechanismen van de juridische markt.
De meer traditionele vrije beroepers onder de confraters, vaak gedreven door een oprecht idealisme, zien daarentegen met lede ogen hoe ons edel beroep verbastert en afglijdt naar rauwe commercie.
Tussen die twee uitersten zijn er vele advocaten, die de ene al meer dan de andere, zich willens nillens in hun nieuw verworven status van ondernemer schikken, maar gevoelig zijn voor de bescherming van onze traditionele deontologische waarden die historisch verankerd zijn in de uitoefening van het advocatenberoep.
De balieoverheden laveren tussen deze beide polen.
Het is hun opdracht om de deontologische regels te verdedigen en te handhaven. Maar anderzijds moeten zij onze beroepsgroep loodsen naar een moderne vorm van verantwoord ondernemerschap.
Het kan echter niet genoeg worden benadrukt dat de geprivilegieerde positie van de advocatuur haar onafhankelijkheid en zelfregulering, haar pleitmonopolie, beroepsgeheim, haar integratie in het justitieel apparaat en haar publiek vertrouwen uitsluitend kunnen bestaan omdat ze ingebed zijn in een geheel van dwingende professionele en deontologische regels.
Het is de tol die de advocaat moet betalen om het concurrentieel voordeel verbonden aan zijn specifiek statuut te kunnen rechtvaardigen en handhaven ten opzichte van de andere spelers op de juridische markt.
Een delicaat evenwicht moet worden gevonden tussen het vrije ondernemerschap van de advocaat en zijn maatschappelijke opdracht, die alleen mogelijk wordt gemaakt door zijn onderwerping aan strenge beroepsregels en deontologie.
Zich conformeren aan deze regelgeving, beroep kunnen doen op deze regelgeving, vormen in werkelijkheid een voorrecht, dat velen ons benijden.
Elk nadeel heeft zijn voordeel, niet enkel in het voetbal.
Aspecten van dit spanningsveld vinden we terug in verscheidene bijdragen in het meest recente nummer van Today’s Lawyer: diversificatie, perimeter van het beroep, financiering van procesvoering, war for talent, bescherming van het beroepsgeheim en verplichte opleiding.
0 reacties