De coronacrisis heeft al lelijk huisgehouden in ons land. Heel wat ondernemingen zagen de afgelopen kwartalen een groot deel van hun omzet in rook opgaan. Verschillende steunmaatregelen moeten de getroffen ondernemingen door deze moeilijke periode helpen. Tegelijk met die maatregelen, hebben de federale en Vlaamse overheid enkele fiscaal voordelige financieringsoplossingen uitgebreid in de hoop de spaarder warm te maken om te investeren in lokale en kleine ondernemingen.
Zowel op federaal als Vlaams niveau hebben de bevoegde ministers de afgelopen maanden laten weten dat bedrijven die getroffen worden door de coronamaatregelen kunnen rekenen op compensaties, gaande van een verdubbeling van het overbruggingsrecht tot uitstel van betaling van rsz-bijdragen. Wat misschien minder gekend is, zijn de door de overheid gesteunde financieringsoplossingen. Het belastingvoordeel dat gepaard gaat met die oplossingen moet de spaarders warm maken om lokale bedrijven of kmo’s financieel te steunen.
Taxshelter Covid-19
Op federaal niveau kunnen kleine vennootschappen die tussen 14 maart en 30 april minstens 30 procent van hun omzet verloren door de coronacrisis via de taxshelter kapitaal ophalen bij het grote publiek. De beleggers genieten in dit geval van een belastingvermindering van 20 procent op het geïnvesteerde bedrag. De getroffen ondernemingen kunnen via deze weg tot maximaal 250.000 euro ophalen.
De bovenstaande regeling komt bovenop de bestaande taxshelter voor startende ondernemingen. Dankzij dat systeem kunnen startende ondernemingen tot 250.000 euro ophalen. Beleggers kunnen via deze weg een belastingvermindering bekomen in de personenbelasting van 30 of 45 procent. Er bestaat ook een taxshelter voor groeibedrijven.
Win-win-lening
De win-win-lening is ook niets nieuws onder de zon. Kmo’s kunnen via deze weg al langer geld lenen bij het grote publiek om bepaalde projecten te financieren. Tot voor kort was het voor kmo’s mogelijk om op die manier maximaal 200.000 euro te lenen. Naar aanleiding van de coronacrisis heeft de Vlaamse regering beslist om dat plafondbedrag op te trekken tot 300.000 euro. Kredietgevers kunnen tot 75.000 euro lenen in plaats van de voorgaande limiet van 50.000 euro. Voorts heeft de Vlaamse overheid de terugbetalingstermijn versoepeld. Waar die vroeger exact acht jaar bedroeg, geldt er op dit moment een looptijd tussen vijf en tien jaar.
Het grootste voordeel voor de kredietgever is dat die jaarlijks een fiscaal voordeel geniet. Dat voordeel bedraagt 2,5 procent per jaar gedurende maximaal tien jaar. In het geval dat de onderneming de boeken neerlegt, kan de kredietgever tot 40 procent van het geleende bedrag terugvorderen via een eenmalig belastingkrediet. Ook dat is een verruiming tegenover vroeger. Voorheen werd het belastingkrediet afgetopt op 30 procent van het geleende bedrag.
Net zoals bij een gewone lening krijgt de kredietgever een rentevoet. Die is gebaseerd op de wettelijke rentevoet die van kracht is op de datum waarop de lening afgesloten wordt. Er gelden wel wettelijke limieten. Voor dit jaar moet de rentevoet zich situeren tussen 0,875 en 1,75 procent.
Het vriendenaandeel
Het vriendenaandeel zit eraan te komen. Het Vlaams Parlement heeft die financieringsoplossing op woensdag 25 november met een ruime meerderheid goedgekeurd. Via zo’n aandeel kunnen vrienden en familie op een fiscaal voordelige manier in het kapitaal van een kmo stappen.
Wat de limieten betreft, wijkt het vriendenaandeel niet ver af van de win-win-lening. Concreet betekent dit dat kmo’s tot 300.000 euro kunnen ophalen. Beleggers kunnen maximaal 75.000 euro investeren. In ruil voor hun investering krijgen ze een korting van 2,5 procent op hun personenbelasting. Die korting geldt voor vijf jaar. Dat is dus een kortere termijn dan bij de win-win-lening.
Het grote verschil met een win-win-lening is dat de kmo niet verplicht is om het kapitaal na een vastgestelde periode terug te betalen. Het gaat hier natuurlijk om een aandeel en dat heeft doorgaans geen vaste looptijd. De belegger kan via een aandeel wel zeggenschap krijgen in het beleid van de kmo. Vraag is hoeveel zeggenschap de belegger krijgt. Dat kan alleen maar duidelijk worden zodra er bepaald wordt op hoeveel een aandeel gewaardeerd wordt.
Veel experts vrezen dat omwille van de complexiteit van de vriendenaandeel heel wat ondernemingen en beleggers geen interesse zullen hebben om via deze weg kapitaal op te halen of te investeren.
Hoe dan ook hebben beleggers voldoende alternatieven om een lokaal bedrijf te steunen. Ze helpen niet alleen de lokale economie, maar krijgen doorgaans nog eens hoger rendement dan wat ze op een traditioneel spaarboekje krijgen. En we mogen natuurlijk het belastingvoordeel niet vergeten.
0 reacties