Verschillende klimaatzaken hebben de voorbije jaren in binnen- en buitenland stof doen opwaaien dat nog niet meteen zal gaan liggen. Ze zijn belangrijk op hun eigen manier: ze getuigen van de ruimere tendens om meer aandacht te schenken aan supra-individuele belangen, voor wat verder reikt dan enkel het individuele belang. We staan hier stil bij de zogenoemde collectieve belangen, waarvan een opmars merkbaar is in wetgeving en rechtspraak.
Klimaatzaken zoals de Nederlandse Urgenda-zaak zijn tekenend voor de meer collectieve focus die de eenentwintigste eeuw met zich lijkt te brengen. Of het nu gaat om klimaatverandering, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging, volksgezondheid of veiligheid, de klemtoon ligt op thema’s die de belangen van het individu overstijgen en raken aan collectieve belangen.
Collectieve belangen en collective interest litigation
Die collectieve belangen behelzen een heel spectrum. Het kan bijvoorbeeld gaan om een specifiek belang, dat gemeenschappelijk is aan de leden van een vereniging. Evengoed kan het een belang betreffen dat gemeenschappelijk is aan een gedefinieerd of zelfs ongedefinieerd deel van de samenleving of zelfs een belang gedeeld door iedereen binnen de samenleving.
De collectieve aard van het belang lijkt zich meteen ook te weerspiegelen in de voorvechters ervan. Zoals ook zichtbaar in de klimaatzaken, zijn het precies verenigingen en andere collectiviteiten die zich voor de behartiging en de afdwinging van collectieve belangen inspannen. Denk daarbij aan ngo’s die van overheden en multinationals grotere inspanningen eisen tegen de klimaatverandering, maar eveneens aan verenigingen die zich inzetten voor natuurbehoud of de verbetering van de lokale lucht- of bodemkwaliteit. Zo nodig via een beroep op de rechter via collective interest litigation.
De bijdrage “De afdwinging van duurzaamheid als collectief belang” verkent de mogelijkheden en beperkingen voor ngo’s om door een beroep op de Belgische burgerlijke rechter te wegen op het duurzaamheidsbeleid van overheden, maar evenzeer van private ondernemingen. Het is een tocht die ons brengt langsheen de belangvereiste, de centrale rol van subjectieve rechten, de grenzen van het aansprakelijkheidsrecht, remedies zoals de verklaring voor recht en aandacht voor rechtsplichten. Hierbij een kort relaas van die reis.
Het belang van rechten
Vandaag nemen subjectieve rechten een centrale plaats in binnen ons rechtsstelsel. Dat geldt zowel voor de ontvankelijkheid als in het kader van de gegrondheid en de remedies, waarvoor zij het vertrekpunt vormen.
Een belangrijke taak is dan ook weggelegd voor regelgevers als scheppers van het objectieve recht waaruit subjectieve rechten kunnen voortvloeien, en voor de titularissen van die subjectieve rechten. Het afdwingen van duurzaamheid als collectief belang gebeurt zo in de eerste plaats via de bescherming (en integratie) ervan in het objectieve recht en de erdoor verleende subjectieve rechten.
Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht speelt daarbij een voorname rol, die kadert binnen een ruimere context van public interest litigation en een toenemende instrumentalisering van dat aansprakelijkheidsrecht. De inzet van het multifunctionele aansprakelijkheidsrecht doet echter meteen ook de vraag rijzen naar de grenzen van het recht op vergoeding van foutief veroorzaakte schade, en naar andere mogelijke aanspraken waarmee succes kan worden geoogst.
Maar niet alleen het materiële recht verdient een plaats in de schijnwerpers. Ook aan het burgerlijk procesrechtelijke kader is de voorbije decennia danig gesleuteld door zowel rechtspraak als wetgever wat betreft het optreden in rechte ter behartiging van collectieve belangen. Denk in het bijzonder aan het nieuwe tweede lid van artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek, waarin zowel de term ‘collectief belang’ als het onderscheid met het algemeen belang op de voorgrond treden. De versoepelingen van de burgerlijk procesrechtelijke vereisten van belang of hoedanigheid lossen evenwel niet alle problemen op. Zo verdringen ze de vraag naar subjectieve rechten (enkel) in de ontvankelijkheidsbeoordeling. De centrale rol van subjectieve rechten duikt echter nadien opnieuw op in de beoordeling te gronde en bij de vraag naar de mogelijke remedies.
Onze plichten
Naast subjectieve rechten verdienen tot slot ook rechtsplichten en hun afdwinging de nodige aandacht. De verschuiving van de aandacht van individuele naar collectieve belangen zou kunnen leiden tot een perspectiefwissel van subjectieve rechten naar rechtsplichten. Waar de directe band met een bepaald subjectief recht als maat voor de remedie ontbreekt, treden de verklaring voor recht en het rechterlijke gebod of verbod op de voorgrond als gepaste remedies in het kader van de afdwinging van collectieve belangen.
Zo kan de opkomst van collectieve belangen leiden tot een vernieuwde aandacht voor het belang van subjectieve rechten, maar evenzeer voor de plaats van rechtsplichten en bijzondere remedies zoals de verklaring voor recht. De omgang met collectieve belangen vormt alleszins een uitdaging voor het recht waarbij we allen belang hebben.
Pieter Gillaerts is vrijwillig wetenschappelijk medewerker aan de KU Leuven en advocaat (balie Brussel).
De uitgebreide versie van deze analyse vindt u in de congresbundel Recht en duurzaamheid / Droit et durabilité – Bijdragen aan de studiedag van 6 mei 2022 van het Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht.
For a short analysis in English of the rise and (in)direct enforcement of collective interests in civil proceedings, see P. Gillaerts, "Collective interests in civil proceedings", Leuven Blog for Public Law, 11, 18 and 25 February 2022, https://www.leuvenpubliclaw.com/.
0 reacties