Op 9 november 2021 werd een nieuw dubbelbelastingverdrag ondertekend tussen België en Frankrijk. Het huidige dubbelbelastingverdrag was meer dan een halve eeuw oud en kon een opfrisbeurt gebruiken. Het verdrag bevat enkele opmerkelijke wijzigingen, onder meer over de belasting van Franse dividenden.
Nieuw Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag ondertekend
In een internationale context komen belastingstelsels van verschillende staten soms met elkaar in conflict. Dit is het geval als twee of meer landen belasting heffen op hetzelfde inkomen. Dubbelbelastingverdragen hebben voornamelijk tot doel om dergelijke conflicten te vermijden. Deze verdragen worden aangegaan tussen twee staten onderling en verdelen de heffingsbevoegdheid tussen hen beiden per categorie van inkomen aan de hand van concrete aanknopingspunten.
Het huidige dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België dateert al van 1964, maar op 9 november 2021 werd een nieuwe versie van het verdrag ondertekend. De bepalingen van het nieuwe verdrag vervangen het huidige verdrag pas nadat de parlementen van beide landen de tekst geratificeerd hebben. De inwerkingtreding wordt daarom ten vroegste op 1 januari 2023 verwacht.
Een korte historiek omtrent Franse dividenden
Over de belastbaarheid van dividenden die een Belgische rijksinwoner (natuurlijke persoon) ontvangt van een Franse vennootschap bestaat er al jarenlang discussie. Volgens het dubbelbelastingverdrag van 1964 is men als Belgisch rijksinwoner onderworpen aan Belgische roerende voorheffing (momenteel bedraagt deze 30%) én mag Frankrijk een bronbelasting heffen van maximaal 15%.
Ter compensatie voorziet het dubbelbelastingverdrag in de verrekening van een ‘forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting’ (‘FBB’) met de Belgische roerende voorheffing. Daardoor bedraagt de totale belastingdruk op een Frans dividend maximaal 27,75% (of 25,88% voor zover de Franse bronheffing slechts 12,80% bedraagt (zie verder)).
De Belgische fiscus heeft zeer lange tijd geweigerd om deze verrekening toe te passen, waardoor men in de praktijk ongeveer 40% aan belastingen betaalde op een Frans dividend. Het is pas zeer recent – na meermaals op de vingers te zijn getikt door verschillende rechtbanken en hoven – dat de fiscus hiervan is afgestapt en toch een verrekening van het FBB toelaat. Er kan (enkel) gebruik gemaakt worden van deze verrekening door Belgische natuurlijke personen via de aangifte personenbelasting.
Wat brengt de toekomst?
De tekst van het nieuwe dubbelbelastingverdrag bevat enkele nieuwigheden op het vlak van dividenden. Vooreerst wordt de bronheffing die de bronstaat (in onze hypothese Frankrijk) maximaal mag heffen beperkt tot 12,80% in plaats van 15% onder het huidige verdrag. Dat is uiteraard in het voordeel van de Belgische belastingplichtige, maar verandert eigenlijk niet zo veel. De bronbelasting in Frankrijk bedraagt ook nu al in de meeste gevallen 12,80% zodat de beperking in het dubbelbelastingverdrag zonder voorwerp is.
Daarnaast is er in het nieuwe verdrag geen sprake meer van een FBB. Een Belgische belastingplichtige zal dus geen verrekening meer genieten, waardoor de belastingdruk op Franse dividenden merkbaar toeneemt.
Op een dividend van 100 euro wordt dus eerst 12,80% (12,80 euro) Franse bronheffing ingehouden, waarna (over het algemeen) 30% (26,16 euro) Belgische roerende voorheffing ingehouden wordt op het netto-dividend. De belastingdruk bedraagt dan 38,96%.
Conclusie
Wie verwacht had dat het nieuwe dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België voordeliger zou zijn qua belastingdruk op Franse dividenden, komt bedrogen uit. De beperking van de Franse bronbelasting zal in de praktijk geen impact hebben én bovendien zal geen FBB meer toegepast kunnen worden vanaf de inwerkingtreding van het dubbelbelastingverdrag.
0 reacties