In het Zomerakkoord van 2017 werd er reeds aangekondigd dat er een verhoging kwam van de minimumbezoldiging voor bedrijfsleiders. Door de wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting van 25 december 2017 is dit voorstel ook realiteit geworden. Wat houdt dit juist in en loont het de moeite om uzelf als bedrijfsleider van uw vennootschap een aangepaste bezoldiging te geven? De antwoorden op deze vraag zijn niet zo eenduidig als op het eerste gezicht gedacht kan worden. We moeten namelijk geen appelen met peren gaan vergelijken.
Vroegere wetgeving
Vóór de wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting stelde artikel 215 WIB/92 dat enkel vennootschappen die tijdens het boekjaar een brutobezoldiging van minimum 36.000 euro hadden toegekend aan minstens één bedrijfsleider in aanmerking kwamen voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting. Indien de belastbare winst lager was dan deze 36.000 euro, moest de uitgekeerde bezoldiging minstens even hoog zijn als die belastbare winst. Niet voldoen aan deze voorwaarde betekende automatisch dat de vennootschap onder het normale tarief van 33,99% viel. Deze regel had tot doel de oprichting van vennootschappen om louter fiscale en sociale redenen te ontmoedigen waarbij er werd verkozen om via dividenden te vergoeden eerder dan via een bezoldiging belastbaar in de personenbelasting en onderworpen aan sociale bijdragen.
Dit artikel is een ingekorte versie van een recente publicatie in het tijdschrift Today’s Lawyer. Voor meer informatie over Today’s Lawyer en haar abonnementen, klik hier. Inschrijven kan ook via het onderstaande bestelformulier.
Verhoging naar 45.000 euro en afzonderlijke belasting
De maatregel bleek niet voldoende want de wet van 25 december 2017 heeft wat gesleuteld aan de minimumbezoldiging en twee wijzigingen voorzien.
De eerste wijziging houdt in dat om te kunnen genieten van het verlaagde tarief (dat sinds diezelfde wet nog slechts 20,40% bedraagt) uw minimumbezoldiging verhoogd moet worden naar 45.000 euro. U zal als bedrijfsleider dus 9.000 euro meer uitbetaald krijgen. Indien uw vennootschap een belastbare winst heeft van minder dan 45.000 euro zal uw bezoldiging ook na de wijziging van de wettekst minimum gelijk moeten zijn aan deze belastbare winst.
Daarnaast is er ook voorzien in een afzonderlijke belasting indien deze grens niet gehaald wordt. Op het verschil tussen de uitgekeerde bezoldiging en de 45.000 euro zal een afzonderlijke belasting verschuldigd zijn. De komende twee jaren zal dit tarief 5% bedragen om in een tweede fase (vanaf aanslagjaar 2021) verhoogd te worden naar 10%. Op die manier krijgt u de tijd om uw bezoldigingstechniek aan te passen. De afzonderlijke aanslag is aanvullend op elke andere belasting en zal aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting.
Uitzonderingen
[…]
Appelen met peren vergelijken?
De vraag stelt zich nu of uw huidige bezoldigingstechniek aangepast moet worden. Hierbij moet u rekening houden met meerdere aspecten. Zo zal het verschil van 9.000 euro ook tot een hogere personenbelasting en hogere sociale bijdragen leiden. Een snelle berekening leert dat door de brutobezoldiging op te trekken naar 45.000 euro er ongeveer 5.000 euro extra aan personenbelasting en sociale bijdragen verschuldigd zal zijn. Er dient aldus afgetoetst te worden of het verlaagde tarief van 20,40% in vergelijking met 29,58% (of vanaf aanslagjaar 2021 zelfs 25%) opweegt tegen deze extra last in de personenbelasting. Hierbij moet natuurlijk ook rekening gehouden worden met de afzonderlijke taxatie van 5% (of 10%) zoals hierboven uiteengezet.
Tegenover de extra last van ongeveer 5.000 euro in uw personenbelasting en van sociale bijdragen, staat een verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. Door minder vennootschapsbelasting te betalen, blijft er finaal meer inkomen over binnen uw vennootschap maar dit inkomen zal bij uitkering eveneens belast worden als dividend. In het beste geval zal dit aan een tarief van 10% zijn (bij uitkering van liquidatiereserves) maar het normale tarief van dividenden loopt op tot 30%.
Is een aanpassing van het bezoldigingssysteem noodzakelijk?
[…]
Conclusie
De wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting is de uitgelezen kans om na te gaan of uw huidig bezoldigingssysteem nog steeds optimaal is. Hierbij is het belangrijk om te zorgen dat u geen appelen met peren gaat vergelijken en dat er rekening gehouden kan worden met de totale fiscale en parafiscale druk die rust op uw vennootschap en u persoonlijk samen. De situatie wordt nog complexer als u én een advocatenvennootschap én een managementvennootschap hebt. Optimalisatie wordt dan nog belangrijker. Over het algemeen tonen snelle berekeningen dat een bezoldiging van 45.000 euro (dichtbij) de ideale bezoldiging komt, al dient er ook met andere elementen dan enkel het fiscale rekening gehouden te worden. Jammer genoeg is er geen ‘one size fits all’ techniek. Fiscaal gezien loont het in ieder geval om uw accountant te contacteren.
Eline Potters, senior associate Tax & Legal – Moore Stephens Belgium
Benieuwd naar de rest van het artikel?
Voor meer informatie over Today’s Lawyer en haar abonnementen, klik hier. Inschrijven kan ook via het onderstaande bestelformulier.
0 reacties