De communicatiedienst van de Orde van Vlaamse Balies draait op volle toeren. Via sociale media volgt de ene boodschap na de andere, waarbij iedere bestuurder netjes om beurt voor het voetlicht mag treden. Boodschappen lijken maar relevant wanneer ze worden gepersonaliseerd. Allicht om aan te tonen dat het bestuur van de OVB een sterke ploeg is maakten ze samen een videoboodschap over de dertigste verjaardag van het “charter van de advocaat”.
Op 25 november 1993 tekenden de 27 stafhouders van de Belgische balies dat charter. De wat oudere advocaten herinneren zich de oproepen van de toenmalige stafhouders om in de wachtzaal van het kantoor de affiche op te hangen waarop de tien waarborgen van de advocatuur plechtig werden opgesomd naast de handtekening van al die stafhouders. Het is trouwens het laatste noemenswaardig wapenfeit van de Nationale Orde van advocaten, die enkele jaren later door onderling gekrakeel roemloos ten onder ging. Het was de tijd dat advocaten geen reclame mochten maken en die door de Nationale Orde verspreide sacrale teksten als “collectieve publiciteit” werden gekwalificeerd.
De boodschap van de OVB was dat die waarden van toen nu nog steeds gelden. Het originele van het filmpje was dat naast de bestuurders van de OVB en de ‘algemeen directeur’ ook de minister van Justitie opdook om de eerste van de tien waarden hoogstpersoonlijk te debiteren: “eenieder heeft recht op de bijstand van de advocaat”.
Natuurlijk blijft het ook na dertig jaar zo dat de “advocaat waakt over de eerbiediging van rechten en vrijheden” (punt 5). En ja, “de advocaat zorgt ervoor zijn kennis te vervolmaken teneinde de complexiteit en de evolutie van het recht te beheersen” (punt 8). Dertig jaar geleden was de taak van de advocaat raad geven, onderhandelen en verdedigen “met de toewijding die de eer van zijn beroep vereist”. Er was toen o.m. nog geen sprake van bemiddeling en het is maar zeer de vraag of nu enkel “de eer” het ultieme referentiepunt kan zijn.
In het filmpje wordt er op gewezen dat de correcte uitoefening van het beroep van advocaat wordt gewaarborgd door “de lokale en communautaire ordes”. Dertig jaar geleden was er enkel sprake van het vage begrip “de Orde”, wat door de meesten werd ingevuld als de lokale orde. De toenmalige Nationale Orde had slechts een handvol reglementen opgesteld.
In 2001 organiseerden de balies van Hasselt en Tongeren (die nog niet gefuseerd waren, maar wel al nauw samenwerkten) een congres met als thema: “De advocaat in de 21ste eeuw: een ondernemer?!”. Toen werd er al op gewezen dat het charter aan een update toe was en werd er o.m. opgeroepen om de lijst van engagementen aan te vullen met: “de advocaat verbindt er zich toe om op transparante wijze de door hem gehanteerde tarieven mede te delen en bij aanvang van een dossier een realistische inschatting te geven van de te verwachten normale kostprijs”. Er werd tevens gepleit om ook te voorzien dat de “advocaat bereid is in het kader van de integrale kwaliteitszorg rekening te houden met de verzuchtingen, klachten en verwachte dienstverlening” van de cliënt. Of nog: “de advocaat verbindt er zich toe zijn beroep uit te oefenen met de aangepaste infrastructuur”. De voorgestelde aanpassingen gaven geen aanleiding tot noemenswaardige besprekingen (misschien ook omdat de auteur van die voorstellen niet ernstig werd genomen). Daarna raakte het maken van charters in onbruik en het zou duren tot de opkomst van hippe mission statements vooraleer dergelijke beginselverklaringen terug wat aandacht kregen.
Het is een verdienste van de OVB om die oude tekst uit 1993 van onder het stof te halen. Het kan ook een aanleiding zijn om werk te maken van een nieuw mission statement, als een samenvatting van de huidige waarden zoals ze uit de advocatendeontologie blijken. Door de grote diversiteit in de beroepsuitoefening zal het een ingewikkelde evenwichtsoefening zijn om voor alle soorten advocatuur relevant te zijn.
De tekst uit 1993 was toen nieuw door het gekozen uitgangspunt. Voor het eerste werd gecommuniceerd vanuit het perspectief van wat de cliënt mocht verwachten. Het is twijfelachtig of de cliënt anno 2023 nog veel boodschap heeft aan de “eer van het beroep” of de waarborgen die de Orde biedt door de regels die ze uitvaardigt. De update van wat de cliënt mag verwachten zal aanleiding moeten geven tot grondige zelfreflectie en misschien is die verwijzing naar de tekst van dertig jaar geleden toch niet altijd meer relevant, maar duidelijk maken aan de cliënt wat hij mag verwachten blijft dat wel.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns met de visie van meester Hugo Lamon op Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties