Is er een deontologie voor vuilspuiters? cover

14 aug 2024 | Column

Is er een deontologie voor vuilspuiters?

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

De column van schrijver Herman Brusselmans in Humo ontlokte de voorbije week veel reacties. De auteur stelde dat wanneer hij het Israëlisch geweld in Gaza gadeslaat, hij iedere jood die hij tegenkomt “een puntig mes door de keel wil rammen”. De auteur hoopte allicht dat dit zinnetje reactie zou uitlokken. Het zou betekenen dat hij wordt gelezen, zijn mening ertoe doet en hij vervolgens zomaar in het middelpunt van de belangstelling staat. Sommigen zijn niet te beroerd om te beweren dat de auteur van choqueren inmiddels zijn businessmodel heeft gemaakt. Er zijn over die gewraakte column al vele meningen en standpunten verspreid, zowel hier als in het buitenland. Daar valt allicht niet veel meer aan toe te voegen, maar misschien kan het juridisch vingertje in de lucht nog een ander licht werpen op de hete brei aan meningen.

De vrijheid van meningsuiting is fundamenteel in een vrije samenleving. Het Hof van de Rechten van de Mens heeft al bij herhaling bevestigd dat dit ook geldt voor kwetsende en ongewenste meningen. Het is maar zeer uitzonderlijk dat daar beperkingen op kunnen worden toegestaan. Zo is het soms moeilijk om een evenwicht te zoeken tussen bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en de godsdienstvrijheid, zoals de discussie over de Mohammed-cartoons destijds aantoonde. Maar daar is in het geval Brusselmans geen sprake van.

Toch zijn er ook in het vrije Westen een aantal beperkingen op de vrijheid van gedachten. Sommigen zijn door de wetgever verboden (zoals negationisme), en in andere gevallen kunnen ze worden gesanctioneerd omdat ze aanzetten tot laakbaar gedrag. Of de puntige mes-uitspraak daaronder valt kan enkel door een rechter worden beoordeeld. In de media hebben allerhande gespecialiseerde juristen al laten optekenen dat de kans dat het ooit tot een strafrechtelijke veroordeling komt als vrij laag wordt ingeschat.

In dat soort discussies wordt ook voorspelbaar de kaart van de satire getrokken, want de wet laat toe dat er via die techniek wordt gespot tot aan, en soms, tot over het randje. Humor verzacht te zeden maar de vraag is natuurlijk wie er eigenlijk met het stuk van Brusselmans wil lachen, en of het ook zo bedoeld is.

De redactie van Humo besliste na al de heisa om het stuk niet langer online beschikbaar te maken, maar liet de papieren exemplaren niet uit de rekken halen. In de deontologische code van de Raad voor de Journalistiek staat dat redacties in alle onafhankelijkheid beslissen welke opiniebijdragen ze publiceren, maar dat de verantwoordelijkheid over de inhoud “in de eerste plaats” bij de auteur zelf ligt. Enkel wanneer de redactie weet dat de column “relevante en manifeste feitelijke fouten bevat” hoort het om dit aan het publiek duidelijk te maken. Het gaat in het geval van Brusselmans niet zozeer om verkeerde feiten, maar wel om een controversiële mening. Vanuit een deontologisch perspectief is het niet duidelijk hoe het offline halen van de tekst door de redactie nu moet worden geïnterpreteerd. Betekent het dat de redactie achteraf dan toch van oordeel is dat ze het stuk beter niet had gepubliceerd (en ze dus zelf deontologisch in de fout was gegaan) of zwicht ze voor de maatschappelijke druk (en hoe zit het dan met de deontologische plicht van de redactie om de “onafhankelijkheid te bewaren en elke druk te weren”?).

Een column schrijven is niet onschuldig. “Je kan verpulverd worden door hoon, verslagen worden door onbegrip en in een hoek worden geduwd waarin je nooit hebt thuisgehoord”, schreef Brusselmans in zijn Humo-column van deze week. Het zou kunnen gelezen worden als een empathische verontschuldiging ten aanzien van diegenen die hij vorige week tussen zijn boterham had gesmeerd, maar het bleek bij nader inzien als zelfbeklag te moeten worden gelezen.

Het blijft een kwestie van smaak en die kan verschillen. Sommigen vinden het beluisteren van atonale klassieke muziek of heavy metal een wonderbaarlijke belevenis, terwijl anderen het als een marteling voor het oor percipiëren. Er kan over goede smaak onnoemelijk veel worden gediscussieerd, ook en zelfs wanneer de auteur het heeft over een mes. Salman Rushdie schreef eerder al over het neersteken van iemand met een mes (Shalimar the clown), en zijn recentste boek Knife gaat over hoe hij zelf koelbloedig met een mes werd aangevallen door een fanaticus. Dat alles was geen satire maar wereldliteratuur, en het beschrijft de risico’s van de eerder door die auteur gepleegde geschriften (zoals The Satanic Verses).

De zaak Brusselmans is een zaak van goede smaak, van empathie en misschien ook van een gebrek aan gezond verstand. U kan het ook een gebrek aan deontologisch inzicht noemen.

Hugo Lamon

Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.


Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.

Recente vacatures

Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel
Jurist
Arbeidsrecht Gerechtelijk recht Publiek recht
3 - 7 jaar
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.