“Als ik mijn kind wil belonen voor de zorgen die het besteedt aan zijn/haar gehandicapte broer, wordt dit verzorgende kind dan niet fiscaal afgestraft? En wat als er nog andere kinderen zijn, kunnen zij deze beloning aanvechten?”
1.testamentaire beloning
Je kan het kind dat voor je zorgenkind zorgt natuurlijk belonen door het in je testament een groter aandeel te geven dan aan je andere kinderen (steeds binnen de perken van het beschikbaar deel). De andere kinderen kunnen hiertegen niets beginnen, zolang ze maar hun reservatair deel ontvangen. Maar let op: je kan geen overeenkomst sluiten in deze zin: “zorg jij voor je broer en ik zal je in ruil gedenken in mijn testament”. Dit zou een overeenkomst zijn over een nog niet opengevallen nalatenschap en dat is uitdrukkelijk verboden. Zulke overeenkomst is vernietigbaar maar het loutere feit dat het verzorgende kind op de hoogte is van een beschikking in zijn of haar voordeel maakt nog geen overeenkomst uit en maakt de testamentaire beschikking niet nietig.
Bovendien zal het verzorgende kind ook wel beseffen dat een testament steeds herroepbaar is. Daarnaast is het ook mogelijk dat je bij je overlijden niet meer over voldoende middelen beschikt om je kind nog correct te vergoeden. Je kind heeft m.a.w. geen enkele zekerheid dat het uiteindelijk zal beloond worden voor de bewezen diensten.
Anderzijds hebben de ouders ook geen zekerheid dat hun zoon of dochter na hun overlijden bereid zal zijn om deze verzorgende taak op zich te nemen. Hebben zij echter een legaat vermaakt aan hun ene kind onder last om voor het zorgenkind te zorgen en heeft het kind dit legaat onder last aanvaard dan ontstaat er op dat ogenblik wel de verbintenis om die last uit te voeren (ook al zou de omvang van deze last veel groter zijn dan het legaat dat hier tegenover werd gesteld). Wordt deze last dan niet uitgevoerd kan dit legaat herroepen worden. De herroeping kan enkel langs gerechtelijke weg. Pijnlijk is wel dat voor de berekening van het genoten voordeel het verzorgende kind de bedongen last van verzorging niet in mindering mag brengen van het hem vermaakte legaat. Dit is anders bij een schenking onder last vermits daar slechts het netto-voordeel in rekening wordt gebracht.[1]
Tenslotte mag men er ook niet van uitgaan dat de zorgverlening in de plaats kan komen van het erfdeel van het zorgbehoevende kind. Ook al wordt het zijn leven lang verzorgd door de ouders, broers of zussen: het kind wordt geacht nog niets te hebben ontvangen. Gratis zorgverlening wordt volgens de klassieke leer niet beschouwd als een gift (een gift veronderstelt immers de overdracht van een kapitaalsgoed) en kan dus ook niet aangerekend worden op het erfdeel van het kind.[2] Het heeft m.a.w. nog recht op zijn volledig erfdeel.
2.beloning via schenking
Dit biedt voor het verzorgende kind een grotere zekerheid. Dit geldt ook voor de ouders. Door de aanvaarding van de schenking met de daaraan bedongen last hebben de ouders immers meteen ook de zekerheid dat hun kind deze last op zich zal nemen en dat de uitvoering van die last juridisch afdwingbaar zal zijn. Bij niet uitvoering van de last kan de schenking (met terugwerkende kracht) herroepen worden.
Wat ook voor het begiftigde kind voordeliger is: anders dan bij een legaat onder last mag een begiftigde onder last deze last in mindering brengen van het door hem aan te rekenen voordeel. Is het geschonken eigendom 200.000 € waard terwijl de last wordt geschat op 150.000 € dan wordt het begiftigde kind civielrechtelijk geacht slechts 50.000 € te hebben gekregen zodat de andere kinderen niet zo vlug zullen kunnen aanvoeren dat hun reserve is geschonden.
3.beloning via een zorgovereenkomst
Tussen de ouders en het verzorgende kind kan natuurlijk ook een uitgewerkte zorgovereenkomst gesloten worden waarbij voor het verzorgende kind een correcte (eenmalige of periodieke) vergoeding wordt voorzien. Bij overlijden van de ouders worden de rechten en plichten die uit deze overeenkomst voortspruiten overgeërfd: de zorgovereenkomst loopt door, tenzij anders bedongen. Zolang er een correcte vergoeding staat tegenover de opgelegde diensten kunnen de overige kinderen niet beweren dat hun reserve is aangetast. De reserve wordt slechts aangetast door giften, niet door akten onder bezwarende titel.
4.fiscale afstraffing
Zeker bij beloning via schenking onder last of via zorgovereenkomst wordt het verzorgende kind fiscaal afgestraft (en het wordt hoog tijd dat de overheid hier ingrijpt).
Immers: een vergoeding voor het leveren van een prestatie (zoals de zorg voor een broer of zus) kan belastbaar zijn met inkomstenbelasting, btw[3] en sociale zekerheidsbijdragen als de administratie ze als een beroepsbezigheid beschouwt. Als dat niet het geval is kan ze als divers inkomen belast worden[4] (ook zo bij de verzorging van een ouder).[5] De fiscus zal aan de hand van de schenking onder last over de verzorgingsovereenkomst gemakkelijk kunnen aantonen dat het gaat om een regelmatige activiteit. Wordt een deel van de woning tegen betaling ter beschikking gesteld van het zorgenkind dan is ook deze (huur-)inkomst belastbaar.
[1] Zie in deze in onder meer: F. SWENNEN en G. VELGHE, Zorgenkinderen, Larcier (2013), p. 71.
[2] Onder meer: M. PUELINCKX-COENE, ‘De terechte bezorgdheid van ouders met een mentaal gehandicapt kind. Enkele suggesties’, Not. fisc. M. 1992, p. 30 nr. 13.
[3] Zo het gaat om een ‘geregelde en zelfstandige activiteit’ tenzij de vergoeding minder bedraagt dan 15.000 Euro per jaar (anno 2015).
[4] Zie casus 8 in “Financiële zorgvragen”, p. 77 e.v. Alle winsten of baten, zelfs occasioneel of toevallig, behalve de uitoefening van een beroepswerkzaamheid, zijn belastbaar (tegen 33 procent plus gemeentelijke opcentiemen) als ze voortkomen van een prestatie (zie Financiële zorgvragen, casus 24 p. 187).
[5] Zie casus 24 in “Financiële zorgvragen”, p. 186 e.v.
0 reacties