Het publiek doet meer en meer beroep op het internet om antwoorden te krijgen op een grote waaier aan vragen. Dat geldt ook voor juridische aangelegenheden wat de juridische dienstverlening vanzelfsprekend beïnvloedt.
Juridische dienstverleningsplatforms nemen langzamerhand een belangrijke plaats in binnen het juridische landschap. Het betreft een specifieke vorm van legal online platforms, die naast het verlenen van juridische diensten ook zuivere doorverwijzgingsplatforms of algemene informatieplatforms kunnen zijn.
Dit verschijnsel trekt ook de aandacht van de advocatenordes en -organisaties, nationaal, Europees en internationaal. Aanbevelingen worden opgesteld die telkens de nadruk leggen op de noodzakelijke eerbiediging van de deontologische regels, zeg maar de kernwaarden van de advocatuur.
Wat hen ook beroert is de vraag naar de verenigbaarheid van deze beroepsregels met de manier waarop de dienstverlening op deze platforms gebeurt.
Hoe wordt de uitbater van het platform vergoed? Hoe wordt het beroepsgeheim van de advocaat gevrijwaard? Hoe verhoudt zich de artificiële intelligentie tot de menselijke benadering van de adviesverlening en conflictbeslechting? In welke mate heeft het platform toegang tot de relatie tussen de advocaat en de cliënt?
Er rijzen een aantal deontologische vragen die het voor de advocaat moeilijk kunnen maken om deel te nemen aan dergelijke platforms. Aldus verbiedt de deontologie de dichotomie, dit is de ereloondeling of fee-sharing. Het beroepsgeheim, dat in ons land als absoluut wordt beschouwd, en dus niet louter contractueel is, blijkt niet altijd voldoende gevrijwaard te kunnen worden. Ook de onafhankelijkheid van de advocaat, een andere kernwaarde van zijn beroep, moet in deze driehoeksverhouding tussen platform, advocaat en cliënt worden veilig gesteld, wat niet altijd het geval is.
Daarnaast bieden deze platforms niet noodzakelijk diensten van een advocaat aan. Zij kunnen, zoals dit zeker het geval is wanneer ze werken met artificiële intelligentie, een concurrentie vormen en een deel van de markt van de juridische dienstverlening van de advocaten weghalen. Deze concurrentiële uitdaging is zeker geen waanbeeld en zal in de nabije toekomst een zeer existentiële uitdaging zijn voor de advocatuur. Moet de advocaat hierdoor noodzakelijkerwijze zijn ziel verkopen?
Op al deze vragen is het soms moeilijk een eenduidig antwoord te geven. Het publiek verdient uiteraard een kwaliteitsvolle dienstverlening. Bij de overheid ligt de taak om erover te waken dat ook via juridische dienstverleningsplatforms deze kwaliteit gewaarborgd blijft.
Het voordeel van de advocatuur is dat er een beroepskader bestaat dat ook de kwaliteit hoog in het vaandel draagt. Bovendien zal de advocaat die via het internet, en meer in het bijzonder via deze online platforms, zijn diensten aanbiedt, de eerbiediging van zijn kernwaarden waarborgen Het is trouwens alleen op deze manier dat de advocaat een sterk merk kan zijn en zijn geloofwaardigheid kan behouden.
Op 7 december 2018 organiseert het CBR in navolging van het congres Digitalisering & Recht een workshop over Juridische Dienstverleningsplatforms met als sprekers Alex Tallon (gewezen stafhouder balie Brussel, advocaat balie Brussel), Peter Craddock (advocaat barreau de Bruxelles) en voorzitter Patrick Van Eecke (hoofddocent UAntwerpen, advocaat balie Brussel).
Klik hier voor meer informatie of neem contact op via CBR@uantwerpen.be of 03 265 54 48.
0 reacties