Juristes et scientifiques discutent de la durabilité cover

28 apr 2023 | Column

Juristen en wetenschappers in gesprek over duurzaamheid
  • Het Jubel duurzaamheidsdebat

    Duurzaamheid is meer dan een modewoord. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Jubel draagt zijn steentje bij door experts uit diverse vakgebieden bijeen te brengen die de milieu- en klimaatproblematiek bekijken met een juridische bril. Centraal daarbij staat de vraag naar het belang van het recht als middel voor duurzaamheid (collectief en Individueel). Een verscheidenheid aan auteurs probeert een antwoord te bieden vanuit diverse rechtstakken: van het mededingingsrecht en vennootschapsrecht over het strafrecht en Europees recht tot het fiscaal recht en de mensenrechten. Dit project wordt begeleid door een wetenschappelijk redactiecomité, samengesteld uit: Alain François (Hoogleraar VUB en Partner bij Eubelius Advocaten) Ludo Cornelis (Professor dr. Emeritus VUB) Sandra Gobert (Executive Director Guberna) Philippe Lambrecht (Professeur Centre de recherche interdisciplinaire Droit, Entreprise et Société (CRIDES) UCL) Jean-Marc Gollier (Advocaat EUBELIUS, Corporate Social Responsibility - Compliance (UCL - Louvain School of Management) Zelf een bijdrage over duurzaamheid schrijven? Contacteer de Jubel-redactie Jubel.be inspireert u. Wij zijn marktkenners.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Advocaat
Strafrecht verkeersrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
> 7 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen

Aankomende events

Wat gebeurt er als je klimatologen, sociologen, economen én juristen samenbrengt rond een actueel thema als duurzaamheid? Een bijzondere interessante uitwisseling van ideeën. Op donderdag 20 april organiseerde Jubel het eerste Nationaal Duurzaamheidsdebat. Jubel gaf het woord aan experten uit diverse wetenschappelijke domeinen. Na hun uiteenzetting gingen ze in debat met de juristen in het panel en de zaal rond de vraag: hoe kan het recht bijdragen aan de discussie en wat is de rol van het recht terzake? De gedachtewisseling was soms scherp, maar steeds verhelderend. We zetten de krachtlijnen voor u op een rijtje.[1]

Hoe kan het recht bijdragen aan meer duurzaamheid?

Meester Sandra Gobert leidt de dag in haar rol als voorzitster. In haar openingsspeech brengt ze onmiddellijk de essentie van het debat naar voren met enkele pertinente vragen: "Hoe kan het recht bijdragen aan het dichten van de kloof tussen wetenschap en beleid?" "Doet het recht, wat van haar verlangd wordt of wat van haar verwacht kan worden?" en "Komen nieuwe rechtsinstrumenten snel genoeg en kunnen/moeten we met bestaande rechtsinstrumenten de transitie versnellen?"

De visie van de klimatologe: we moeten snel handelen

Dr. Marie Cavitte (glacioloog en klimatoloog – Chargée de Recherche F.R.S.-FNRS aan het Earth & Life Institute, UCLouvain) schetst de problematiek vanuit de klimatologie. Door wetenschappelijk onderzoek op ijsboringen in o.a. Antarctica komen we heel wat te weten over de evolutie van het klimaat, bv. door luchtbellen en stof in het ijs kunnen we de luchtkwaliteit doorheen onze geschiedenis bestuderen. Op die manier is het ijs een archief van vroegere temperaturen op aarde.

Uit de resultaten leren we dat de temperatuur op aarde altijd al heeft gefluctueerd. Maar de impact van de menselijke activiteit sinds de industriële revolutie is enorm – dat wordt amper nog in twijfel getrokken. Zo is in de laatste eeuw alleen al de temperatuur globaal gemiddeld met 1,1° C gestegen – op sommige plaatsen loopt de lokale temperatuurstijging zelfs op tot 1,6° C en meer. De precieze impact van de mens kunnen we o.a. bepalen door de gesimuleerde impact van menselijke en natuurlijke oorzaken te vergelijken met de gesimuleerde impact van enkel natuurlijke oorzaken.

Als we uit de ganse uiteenzetting één ding moeten onthouden is het dit: alle scenario’s die op tafel liggen om de stijging tot 1,5 à 2,0 °C te beperken en onze leefwereld leefbaar te houden, vereisen een snelle, sterke, onmiddellijk beperking van de uitstoot van broeikasgassen. Hoe langer we wachten, hoe groter de kans dat we de onomkeerbare gevolgen zullen moeten dragen.

Alle scenario’s die op tafel liggen om de stijging tot 1,5 à 2,0 °C te beperken en onze leefwereld leefbaar te houden, vereisen een snelle, sterke, onmiddellijk beperking van de uitstoot van broeikasgassen.

Een tweede niet te verwaarlozen conclusie: hoewel heel de wereld de gevolgen zal voelen, zijn de landen die de meeste gassen uitstoten niet de landen die het meest getroffen worden door de schadelijke effecten. Ook Climate Justice vereist dus dat we snel handelen.

Een economische blik: we moeten reageren, maar wat moeten we precies doen?

De twee volgende sprekers bekijken duurzaamheid elk met een economische bril.

Carbon Value als een objectief criterium?

Prof. Christian Gollier (klimaateconoom, Prof. UToulouse, president van de European Association of Environmental and Resources Economists) gaat naadloos verder op hetgeen dr. Cavitte vertelde. We zijn het er allen (of bijna allen) over eens dat de mens verantwoordelijk is voor global warming en dat we snel iets moeten ondernemen. Daarover bestaat er dus consensus. Geen consensus is er echter over wat we exact moeten ondernemen en welke acties precies aangewezen zijn.

Wat is de kost van een transitie naar milieuvriendelijkere alternatieven? Een voorbeeld uit de staalindustrie: een ton staal produceren volgens de klassieke methode (blast furnace) kost 650 euro per ton en stoot twee ton CO2 uit. Een ton staal produceren met een “propere” zero emission-technologie kost 1.150 euro per ton. Twee ton uitstoot besparen kost dus in dit voorbeeld 500 euro, of 250 euro per ton. Op basis daarvan kan je vragen stellen als: (i) Is het maatschappelijk verantwoord om de oude technologie te bannen? (ii) Is het maatschappelijk wenselijk om de oude technologie te bannen? (iii) Wat is het maatschappelijk voordeel van een verbod?

Eenzelfde oefening kan je maken voor alle sectoren: van mobiliteit tot het kweken van tomaten. Naar gelang de activiteit zal de kost van het besparen van één ton uitstoot variëren van enkele tientallen tot enkele honderden euro’s.

Wanneer de net social cost van een actie lager is dan de Carbon Value heeft het zin die te ondernemen. Dit betekent dan ook dat niet iedere ‘groene actie’ per definitie sociaal wenselijk is.

Tot welke acties moeten we nu overgaan? Iedere actie heeft zowel een net social cost (o.a. impact op comfort, niet-monetaire kosten) als een ecologisch voordeel (ecological benefit) in de vorm van de bespaarde uitstoot en vermeden schade. Dit voordeel wordt de Carbon Value (CV) genoemd. Wanneer de net social cost van een actie lager is dan de Carbon Value heeft het zin die te ondernemen. Dit betekent dan ook dat niet iedere ‘groene actie’ per definitie sociaal wenselijk is. Op basis van deze berekening kunnen we objectiveren wie, wat, wanneer moet doen en in welke mate. Volgens de US EPA (de Environment Protection Agency in de VS) mogen we momenteel uitgaan van een CV van ca. 200 dollar per ton uitstoot.

Hoe moeten bedrijven dan handelen? Bij gebrek aan een universele ‘public carbon pricing scheme’ zouden ze kunnen opteren voor een ‘internal carbon price’. Met andere woorden: ondernemingen kunnen op eigen initiatief inspanningen doen. Maar dat resulteert natuurlijk in een concurrentieel nadeel: wanneer een staalbedrijf als enige staal zou produceren volgens de net zero-methode, wordt het uit de markt verdreven door de spelers die de goedkopere klassieke technologie blijven gebruiken. ‘Groenere’ bedrijven worden dus afgestraft.

Naar een ander beleid en eigen initiatieven van ondernemingen

Prof. Dr. Johan Albrecht (econoom UGent, stichtend lid van de denktank Itenera) boog zich over de vraag hoe we de klimaatneutraliteit tegen 2050 kunnen bereiken.

Het startpunt: er is geen makkelijke oplossing voor dit wicked problem. De EU voert al dertig jaar een klimaatbeleid en in die tijd is de uitstoot met 60% omhoog gegaan (terwijl die jaarlijks 7% had moeten dalen). Het beleid berust voornamelijk op prijzen en incentives (de spreekwoordelijke wortel aan de stok). Het idee erachter is dat de consument zijn gedrag pas aanpast als hij dat voelt aan de prijzen die hij betaalt. Na drie decennia blijkt echter dat dit niet het pad is dat we moeten bewandelen. We leven vandaag de dag immers niet langer in een markteconomie, maar in een ‘organisatie-economie’. De prijzen van goederen worden niet (enkel) bepaald door productiekosten, maar door de onderlinge afspraken tussen organisaties. Een goed voorbeeld daarvan is de prijs van levensmiddelen die sinds 2022 minder steeg dan de productiekosten.

De EU voert al dertig jaar een klimaatbeleid en in die tijd is de uitstoot met 60% omhoog gegaan.

Ook via subsidies (incentives) probeert het beleid burgers te sturen naar ‘groener’ gedrag. Wat bijvoorbeeld met de maatregelen die ons moeten aanzetten om onze woningen energiezuiniger te maken? Ondanks de maatregelen zijn 90% van de renovaties in de eerste plaats ingegeven om de functionaliteit en comfort van woningen te verhogen, niet hun energiezuinigheid. Bovendien worden de financiële barrières met subsidies niet weggenomen: 50 % van de Belgische huiseigenaren heeft zelf niet de financiële mogelijkheden of toegang tot krediet om de eigen woning tot een klimaatneutrale woning te verbouwen. In die groep is er een klein percentage dat slechts een klein bedrag tekort komt: zij kunnen met de optimalisatie van hun subsidies misschien wel aan de slag. Eén derde van de huiseigenaren mist echter 25.000 euro of meer voor een grondige renovatie. Zij zijn niet geholpen met een (maximale) subsidie van plusminus 13.000 euro. De steun komt zo bij de verkeerde mensen terecht. Het renovatiebeleid is dus in feite afgestemd op de hogere inkomens. Bij de promotie van elektrische wagens tekent zich bijvoorbeeld een gelijkaardige trend af.

Onze organisatie-economie geeft, zoals gezegd, veel macht aan organisaties. Bedrijven nemen daarom ook soms zelf het heft in eigen handen: zo kondigde Volvo aan tegen 2030 enkel nog elektrische auto’s te maken; Honda gaat nog een stap verder een kondigde tegen 2050 de carbon neutral car aan. Het bedrijf wil daarmee de eerste net zero autoconstructeur worden.

Als we één ding moeten onthouden is het dit: we staan voor grote uitdagingen, maar we kunnen dit ook zien als een kans om grootse dingen te verwezenlijken. In de jaren zestig slaagde de NASA erin om op tien jaar tijd met het Apollo-programma de mens naar de maan te brengen. We kunnen ook in de komende tien jaar opnieuw zo’n moonshot-project proberen verwezenlijken.

De kijk van de sociologie op duurzaamheid

Prof. Dr. Isabelle Ferreras zette ten slotte een sociologische bril op om de problematiek toe te lichten. Zij trok het debat verder open: duurzaamheid gaat niet enkel om climate change. Onze huidige manier van leven overschrijdt immers negen verschillende planetaire grenzen, denk o.a. ook aan biodiversiteit, het gebruik van vers, drinkbaar water, …

We moeten weg van het ‘extractivisme’. Met andere woorden we moeten leren binnen de planetaire grenzen te blijven en mogen we onze natuurlijke bronnen niet uitputten.

Hoe moeten we streven naar meer duurzaamheid? Prof. Ferreras poneert dat we weg moeten van het ‘extractivisme’. Met andere woorden we moeten leren binnen de planetaire grenzen te blijven en mogen we onze natuurlijke bronnen niet uitputten (onze planetaire, menselijke en institutionele bronnen). De uitputting van menselijke bronnen, zien we bijvoorbeeld in de behandeling van personeel van koerierdiensten. De hernieuwde appreciatie voor de essentiële werkers (van verplegend personeel, tot de mensen achter de kassa van de supermarkt) tijdens de Covid 19-periode toont echter aan hoe we weg kunnen van dat extractivisme.

Daarvoor moeten we drie acties ondernemen: arbeid herwaarderen en niet langer als product zien (démarchandiser le travail), bedrijven democratiseren (démocratiser l’entreprise) en de planeet weer proper maken (dépolluer la planète). Voor het recht is een belangrijke rol weggelegd: het moet deze acties ondersteunen en mogelijk maken.

Een eerste belangrijke stap is de werknemer te zien als ‘investeerder’. Een werknemer investeert immers zijn competenties, zijn tijd, zijn inspanningen, zijn intelligentie, zijn lichaam en emoties in het werk. Door hun waardigheid te erkennen, gaan we weg van het behandelen van personeel als louter product op een arbeidsmarkt. De Declaration of Philadelphia stelde daarover al in 1944 “Labor is not a commodity”. Door die kijk te hanteren, rollen we vanzelf in de tweede actie: bedrijven democratiseren. Werknemers worden investeerders die inspraak krijgen. Die kunnen dan mee op een groener beleid wegen.

Kritische bedenkingen van het panel

Een divers panel kreeg hierna de kans om bedenkingen te formuleren.

Mr. Amélie Adam, advocaat aan de balie te Luik, vraagt aandacht voor de mensenrechtelijke aspecten van de problematiek. Zo zijn de grote uitstoters, niet degenen die het meeste te lijden hebben onder de gevolgen van o.a. global warming. Vooral vrouwen worden onevenredig hard getroffen. Climate Justice betekent ook voor hun rechten opkomen en hen een stem geven in het debat.

Dhr. Olivier Lambrecht, Climate change consultant ERM, sluit zich aan bij de vorige sprekers. We moeten snel handelen, en we moeten alle negen issues tackelen (de negen planetaire grenzen bewaken). Het recht kan daarbij helpen door ons gedrag in meerdere of mindere mate te reguleren. Dat kan op alle domeinen: (i) mobiliteit: moeten we bv. kerosine van vliegtuigen gaan taxeren? (ii) voeding: kunnen we het verbruik van vlees reguleren, bv. vlees van bepaalde afkomst verbieden? …

Dhr. Serge de Gheldere, Voorzitter Klimaatzaak, ceo Futureproofed, pleit om te kiezen voor een nieuwe weg. Met “business as usual” komen we er niet. Het is de verantwoordelijkheid van ons allemaal. We kunnen dus ook met z’n allen een meer duurzame ontwikkeling realiseren. Hij wijst er wel echter op dat de overheid moet meedoen. Die moet zijn verantwoordelijkheid nemen.

Prof. Marieke Wyckaert, prof. KULeuven, ten slotte ziet in het debat ook een belangrijke taak weggelegd voor gedragswetenschappers. We weten immers allemaal dat het anders moet, dat we ons gedrag moeten aanpassen. Maar toch schijnen we daar niet in te slagen. Hoe slagen we erin ons gedrag toch aan te pakken: gaan we minder reizen, anders consumeren, …?

Het werd de aftrap van een scherp debat met alle aanwezigen. Waarin nog heel wat meer pertinente vragen werden opgeworpen: Moeten wetenschappers meer naar het grote publiek communiceren om ons nog meer op de urgentie van de zaak te wijzen? Is het een goed idee om, zoals we nu doen, rechters in klimaatzaken beleid te laten uitstippelen, is dat niet ondemocratisch? … Stof en inspiratie tot nadenken…

Wim Putzeys, Hoofdredacteur Jubel

Meer over duurzaamheid en recht.


Referenties

[1] Dit verslag probeert naar best vermogen de krachtlijnen van de uiteenzettingen van de experten weer te geven. Uiteraard voegden ze tijdens hun mondelinge uiteenzetting nog vele interessante bedenkingen, nuances en voorbeelden toe.

  • Het Jubel duurzaamheidsdebat

    Duurzaamheid is meer dan een modewoord. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Jubel draagt zijn steentje bij door experts uit diverse vakgebieden bijeen te brengen die de milieu- en klimaatproblematiek bekijken met een juridische bril. Centraal daarbij staat de vraag naar het belang van het recht als middel voor duurzaamheid (collectief en Individueel). Een verscheidenheid aan auteurs probeert een antwoord te bieden vanuit diverse rechtstakken: van het mededingingsrecht en vennootschapsrecht over het strafrecht en Europees recht tot het fiscaal recht en de mensenrechten. Dit project wordt begeleid door een wetenschappelijk redactiecomité, samengesteld uit: Alain François (Hoogleraar VUB en Partner bij Eubelius Advocaten) Ludo Cornelis (Professor dr. Emeritus VUB) Sandra Gobert (Executive Director Guberna) Philippe Lambrecht (Professeur Centre de recherche interdisciplinaire Droit, Entreprise et Société (CRIDES) UCL) Jean-Marc Gollier (Advocaat EUBELIUS, Corporate Social Responsibility - Compliance (UCL - Louvain School of Management) Zelf een bijdrage over duurzaamheid schrijven? Contacteer de Jubel-redactie Jubel.be inspireert u. Wij zijn marktkenners.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Advocaat
Strafrecht verkeersrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
> 7 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Jurist
Arbeidsrecht Jeugdrecht Milieurecht Publiek recht Verbintenissenrecht
0 - 3 jaar
Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.