In de commissie Justitie werd op 16 november een belangrijke stap gezet in de codificatie van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Het wetsvoorstel over de codificatie van CD&V-Kamerlid Koen Geens werd unaniem goedgekeurd.
De structuur van het oude Burgerlijk Wetboek, daterend van 1804, was intussen hopeloos verouderd door het vele knip- en plakwerk tijdens twee eeuwen. De codificatie van een nieuw Burgerlijk Wetboek moet zorgen voor een overzichtelijke structuur en eenvormige terminologie. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek bestaat uit negen boeken, waarvan boek 2 (het relatievermogensrecht, voorlopig beperkt tot het huwelijksvermogensrecht) en boek 4 (nalatenschappen, schenkingen en testamenten) vandaag, in eerste lezing, unaniem werden goedgekeurd in de Commissie Justitie.
De codificatie van boek 2 (titel 3) en boek 4 is het resultaat van meer dan drie jaar voorbereidend werk, aangevat door voormalig minister van Justitie Koen Geens. Met behulp van professor Hélène Casman en in samenwerking met de leden van de Commissie Justitie, met de administratie en met het kabinet van Justitie, kwam men tot een wetsvoorstel waarover een brede consensus bestond over de partijgrenzen heen, gesteund door zowel meerderheid als oppositie.
Indien dit voorstel ook in tweede lezing en in de plenaire vergadering wordt goedgekeurd, zal de tekst in werking treden op 1 juli 2022. Eerder traden al boek 3 (Goederenrecht) en boek 8 (Bewijsrecht) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in werking.
Koen Geens: “Ik ben oprecht verheugd met de unanieme steun voor deze lang voorbereide, omvattende aanpassing van het Burgerlijk Wetboek. Dit is een belangrijke stap naar een moderne codificatie met heldere structuur en uniforme terminologie.”
0 reacties