Onderstaand artikel is een samenvatting van een eerder gepubliceerde bijdrage van mr. Stremersch in Today’s Lawyer. Geïnteresseerd in het volledige artikel?
Raadpleeg de abonnementsvoorwaarden.
Nogal wat mensen worden flink zenuwachtig door de negatieve rente op de geldmarkten. Alleen gewone spaarboekjes geven nog een positieve rente van 0,11%. Wanneer je de huidige inflatiecijfers verrekent, verlies je evenwel onafgebroken geld. Attente beleggers zijn daardoor wanhopig op zoek naar eventuele alternatieven. Die zijn er echter nauwelijks. Ook al ga je keihard onderhandelen met je bankier of geef je er de voorkeur aan om moedig door de zure appel heen te bijten.
Indien die negatieve rente zich in de komende maanden verder blijft doorzetten, is het niet onwaarschijnlijk dat de Belgische banken de wettelijke verplichting op een positieve rente van 0,11% zullen proberen te doorbreken. Waardoor de zoektocht naar alternatieven voor dat negatieve scenario pas helemaal urgent wordt.
Zijn er effectief nog wel uitwegen? En bieden die voldoende garanties? Het lijkt onwaarschijnlijk. Laat ons daarom eens de focus richten op wat verzekeraars ons kunnen aanreiken. Slaagt een verzekeraar er wel in om ons enig rendement te geven op basis van het al dan niet gewaarborgd rendement via verzekeringsoplossingen? Een verzekeraar heeft immers verschillende formules in aanbieding gaande van tak21 over tak23 en tak26 tot tak44.
Tak21
Tak21-verzekeringen bieden een gewaarborgd rendement met eventueel een extraatje onder de vorm van winstdeelname erbovenop. Op elke storting die je in dergelijk verzekeringscontract doet, krijg je de gegarandeerde opbrengstvoet en als de maatschappij winst kan boeken op haar beleggingen krijg je ook nog een deel van die winst toegekend. De opbrengst uit het gegarandeerde deel is verworven en kan niet meer verloren gaan. Hoe lager het bruto-rendement dat de verzekeraar biedt, des te meer marge heeft hij om een hogere winstdeelname toe te kennen. Maar deze is niet contractueel gegarandeerd en dus onzeker. Hierdoor komen de rendementen in tak21-contracten tussen de 1% en 1,80% uit.
Maar de verzekeraar werkt echter niet gratis en ook de fiscus pikt hier graag een graantje mee. De verzekeringstussenpersoon rekent een instapkost aan op elke premie die u stort. De instapkosten kunnen variëren tussen 1% en 5%, vaak bedragen deze 3%. Het is daarom steeds aangewezen dat u zich informeert welke instapkosten u betaalt. Stel dat u 3% kosten betaalt en de gemiddelde opbrengst van het contract bedraagt 1,50%, dan kost u de 3% van de initiële premiestorting na 8 jaar 3,38%.
De fiscus eist uiteraard ook zijn deel op. Dit gebeurt onder de vorm van een premietaks van 2%. Op elke premie die u stort, gaat er 2% premietaks van af. Indien u dus een premie van 100 euro stort, blijft er nog 95 over na de instapkosten en de inhouding van de premietaks.
U bent ook omwille van fiscale redenen verplicht minstens 8 jaar in het contract te blijven. Indien u het opgespaarde geld toch vóór het 8ste jaar zou opvragen, bent u 30% roerende voorheffing verschuldigd op een fictief rendement van 4,75% ook al heeft uw contract (zeker in de huidige rente-omgeving) geen 4,75% opgebracht. Tenzij u aan het verzekeringscontract minstens een 130% overlijdensdekking hebt gekoppeld. Ook dan is er geen roerende voorheffing verschuldigd. Maar de premie voor de overlijdensdekking vreet uiteraard aan uw rendement. Blijft u slechts beperkte tijd (minder dan 5 jaar) in het verzekeringscontract, dan loopt u ook nog het risico dat de verzekeraar u uitstapkosten zal aanrekenen. Daarnaast kan de maatschappij u ook nog een conjuncturele toeslag aanrekenen omdat u op een ongelukkig moment in de markt uw geld opvraagt.
Wat verzekeringen in tak21 ook kenmerkt, is dat ze net als het gereglementeerd spaarboekje kunnen terugvallen op het depositogarantiestelsel van de Belgische overheid, net als bij het spaarboekje.
U merkt het: een verzekeringscontract en een spaarboekje zijn niet dezelfde producten met dezelfde karakteristieken. In functie van wat u uiteindelijk beoogt, zal het ene product beter bij uw verwachtingen aansluiten dan het andere.
Tak23
Verzekeringen in tak23 zijn in feite niet te vergelijken met een spaarboekje. Deze vorm van verzekeringen hebben immers een ander uitgangspunt. Ze beleggen onderliggend in beleggingsfondsen. Het rendement van tak23producten is dus in functie van de prestaties van de onderliggende fondsen en er is in principe geen garantie op kapitaalbehoud. Zij kunnen zich ook niet beroepen op de depositogarantie van 100.000 euro. Ook is er geen rendementsgarantie, alles is in functie van de volatiele beursvolging.
Ook bij een tak23verzekering is het van belang de kosten en lasten goed in te schatten. Net als bij de tak21-producten moet je immers rekening houden met een premietaks van 2%. Daarnaast betaalt u instapkosten voor de verzekeraar en zijn tussenpersoon en moet u rekening houden met beheerskosten van de onderliggende fondsen. Deze kosten bedragen vaak 1,50% of meer en romen het resultaat van het fonds af voordat u het resultaat ziet. Daarnaast betaalt u net als bij tak21-producten uitstapkosten als u het fonds (te) vroegtijdig verlaat.
In principe betaal je op een belegging in tak23 geen roerende voorheffing. Niet op einddatum van het contract en zelfs niet indien het contract nog geen 8 jaar en 1 dag heeft gelopen. Indien het tak23-contract wel in een minimumgarantie voorziet (bijvoorbeeld kapitaalbehoud), dan is er wel een roerende voorheffing van 30% verschuldigd op de meerwaarde bij uitkering als het contract niet minstens 8 jaar en 1 dag loopt of voor het 8ste jaar wordt afgekocht.
Een ander voordeel aan een tak23-product is de vrijstelling die het geniet inzake de taks op beursverrichting (TOB). Deze taks werd reeds aangerekend in de onderliggende fondsen.
Tak26
Een tak26-verzekering is een vastrentend beleggingsproduct met kapitalisatie van de intresten. Er is geen verzekerde en geen begunstigde. Net als bij een tak21 kent het product een gegarandeerde opbrengst en eventueel een winstbonus. Het is het best te vergelijken met een kasbon of een kapitalisatiebon van een bank. De intresten worden gedurende de looptijd van het product gekapitaliseerd. Pas bij uitkering betaalt u dan roerende voorheffing van 30% op het gerealiseerde rendement. Doordat het geen levensverzekeringscontract is, ontsnapt het product dan ook aan de premietaks van 2%.
Inzake rendement zijn er diverse opties mogelijk in functie of u al dan niet een minimumgarantie wenst.
Tak44
Bij een tak44-verzekering krijg je de samenvoeging van een tak21 en een tak23-product. Zo eenvoudig kan het soms zijn 21 + 23 = 44. Het betekent dus dat de premie die u stort, verdeeld wordt tussen een gedeelte in tak21 en een deel in tak23 met al hun specifieke kenmerken. Men tracht dus enerzijds een gewaarborgd rendement na te streven en anderzijds een gedeelte risicovoller te beleggen om wat extra rendement op te pikken. Door de combinatie van beide formules tracht de verzekeraar in te spelen op de troeven die beide formules hebben: geen roerende voorheffing op het gewaarborgd gedeelte na 8 jaar en 1 dag, een potentieel hoger rendement in tak23 omwille van de onderliggende fondsen en opnames zonder roerende voorheffing uit het tak23-gedeelte op elk ogenblik.
Naast alle voordelen van de combinatie tak21 en tak23, krijgen we ook alle nadelen onder de vorm van kosten en premietaks bij dit product. Opnieuw geldt hier: informeer op voorhand inzake de kosten van instap, uitstap en beheer en vergelijk of de combinatie via tak44 niet duurder uitvalt dan gewoon een tak21 en tak23 apart van elkaar te onderschrijven.
Als u in verzekeringsoplossingen een alternatief zoekt voor het spaarboekje dat niet rendeert, wees dan goed voorbereid vooraleer u toehapt. Laat u de formule die u zal gebruiken omstandig toelichten en wees kritisch voor de kosten en de mate van liquiditeit.
Jo Stremersch – vennoot bij Stremersch, Van Broekhoven & Partners
0 reacties