Recent gaf een zelfverklaard communicatiespecialist ongevraagd advies over hoe ik moet te werk gaan om voor deze column meer kliks, likes en tot statistisch materiaal gereduceerde “impressies” te genereren. Het zou helpen om snoeiharde kritiek te leveren, voorzien van een straffe en liefst dubbelzinnige titel als “clikbait”. Behoort het tot het getourmenteerde DNA van een jurist in het algemeen of dat van een advocaat in het bijzonder om tegendraads te zijn en dus toch andere wegen te bewandelen? Of is het een gevolg van de gemoedstoestand van uw dienaar om deze column aan te vatten met het vaste voornemen om een positief licht te laten schijnen over de juridische wereld zoals die de afgelopen week in het nieuws kwam? (Hopelijk klikt u bij deze bekentenis niet weg).
Deze week verschenen in diverse kranten artikels over de binnen de Belgische Voetbalbond opgerichte “Nationale Kamer in de strijd tegen discriminatie en racisme”, die sinds de oprichting in het voorjaar 2021 al 98 klachten behandelde. De media lieten de voorzitter van die commissie aan het woord, voorzien van zijn foto. Het blijkt niemand minder dan Dirk Thijs te zijn, in een vorig leven de Procureur Generaal bij het Hof van Cassatie. Ik ontdekte het pas deze week en het maakte mij opgewekt. Een pluim voor de voetbalbond, die een dergelijke klepper kon strikken en daarmee aangeeft het probleem van racisme op en rond de voetbalvelden ernstig te nemen. Ook Dirk Thijs verdient felicitaties, omdat die weliswaar “op rust is” maar toch bereid die maatschappelijk meer dan relevante taak op zich te nemen.
Na 36 jaar bedrijvigheid binnen justitie (12 als advocaat, 12 als onderzoeksrechter en 12 als voorzitter van de rechtbank) is hij niet verbitterd en blijft hij zijn aimabele zelve. Verdient dat geen felicitaties?
Dit weekend publiceerde Het Belang van Limburg een interview met Tony Heeren, de gepensioneerde voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Limburg. Op het ogenblik van de redactie van dit stuk figureert hij in het tv-programma ‘De rechtbank’ op Play4 als voorzitter van de probatiecommissie in Limburg. “Nu ik met pensioen ben en niet meer met mij twee voeten in justitie sta, heb ik meer begrip voor de problemen die mensen ervaren met justitie” citeert de krant hem in vette letters. De krant vermeldt verder dat hij nu ook voorzitter is van het Minderbroedersmuseum in Sint-Truiden (‘museum De Mindere’) en opa van zeven kleinkinderen. Na 36 jaar bedrijvigheid binnen justitie (12 als advocaat, 12 als onderzoeksrechter en 12 als voorzitter van de rechtbank) is hij niet verbitterd en blijft hij zijn aimabele zelve. Verdient dat geen felicitaties?
In de weekendeditie van De Morgen verscheen een portret van vijf jonge Vlaamse professoren over hun onderzoek en hun dromen onder de flitsende titel “In Harvard zijn ze niet slimmer dan hier”. Van een clickbait gesproken. Mijn aandacht ging naar het stuk over Prof. dr. Niels Appermont, die als 33-jarige al vijf jaar professor economisch recht is aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Hasselt. De aanvankelijk wat bedeesde jongeman leek, ook al door zijn ietwat kleine gestalte, een exponent van de legendarische Limburgse bescheidenheid, maar hij heeft zich op korte tijd een flinke reputatie bijeengeschreven (de krant vermeldt dat er sinds 2014 niet minder dan 11 onderzoeksprojecten en 65 publicaties op zijn naam staan). Omdat de maatschappij hun loon betaalt “moeten academici iets terugdoen in de vorm van onderzoek dat een bijdrage kan leveren aan het publiek debat of beleid”. Een mens wordt toch vrolijk bij zoveel maatschappelijke betrokkenheid? Hij bekent ook dat als hij voor de aula staat “hij graag de show steelt”. Ik krijg zowaar opnieuw zin om in die aula te gaan zitten.
Eerder toevallig zag ik op Linkedin een berichtje van een mij volstrekt onbekende jonge advocate, die met zichtbare trots de brief openbaar maakte waarin de Gentse Stafhouder haar meldt dat ze werd opgenomen op het tableau. Nu zijn er wel meer jonge confraters die deze heugelijke gebeurtenis met de wereld delen, maar wat ik niet wist is dat deze confrater Myriem El Kaddouri al enkele maanden lid is van het advocatenparlement (“de algemene vergadering van de OVB”). Schitterend toch dat de jonge generatie zich zo volop smijt. In haar bio op Linkedin meldt ze oog te hebben “voor inclusie en gelijke kansen”. Ze heeft die kans om maatschappelijk relevant te zijn voor de beroepsgroep alvast gegrepen.
In deze hoogdagen van de recepties ontmoette ik een voormalig confrater die enkele maanden geleden begon aan de gerechtelijke stage. Ik werd door haar begeesterend enthousiasme van mijn sokken geblazen. Ik zal haar naam niet noemen, want magistraten moeten discreet zijn, wist ze me al te vertellen. Ja, maar toch gedreven.
Zo, indien u omwille van al die positiviteit nog niet heeft afgehaakt: geef toe, werkt de veerkracht van de juridische wereld niet aanstekelijk?
Hugo Lamon
Lees hier eerdere columns van Hugo Lamon
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
Het is inderdaad niet allemaal kommer en kwel bij Justitie. Dit mag ook wel eens worden gezegd. Ik sprak gisteren nog met een kennis die niet-jurist is en die een bijzonder positieve ervaring had gehad met een vrederechter in een familiaal dispuut.