Legaal opereren als sekswerker in een vennootschapsvorm anno 2023? cover

30 mrt 2023 | Actualia, Expertise

Legaal opereren als sekswerker in een vennootschapsvorm anno 2023?

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Actualia van het strafrecht sinds het hervormde seksuele strafrecht

Sinds 1 juni 2022 is de wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht in werking getreden. Een hervorming die door hulpverleners als “historisch” werd geprezen, maar voornamelijk als een broodnodige innovatie werd onthaald.[1]

Een van de belangrijkste aspecten van deze hervorming is de decriminalisering van sekswerk en de afschaffing van artikel 380 Sw. In de parlementaire voorbereiding van deze wetswijziging wordt dan ook de nadruk gelegd op de rechtsonzekerheid die artikel 380 Sw. voordien veroorzaakte. Het was namelijk zo dat elke derde partij die wenste samen te werken met een sekswerker, gecriminaliseerd werd. Zo kon een sekswerker geen beroep doen op een boekhouder, bank of advocaat om diens bedrijvigheid te regelen.[2]

Oud artikel 380 Sw. luidde in die zin als volgt:

“1° hij die, ten einde eens anders driften te voldoen, een meerderjarige zelfs met zijn toestemming, aanwerft, meeneemt, wegbrengt of bij zich houdt met het oog op het plegen van ontucht of prostitutie;

2° hij die een huis van ontucht of prostitutie houdt;

3° hij die kamers of enige andere ruimte verkoopt, verhuurt of ter beschikking stelt met het oog op prostitutie met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren;

4° hij die, op welke manier ook, eens anders ontucht of prostitutie exploiteert.”

Door de decriminalisering van artikel 380 Sw. is de huidige situatie als volgt: vooreerst mag een particulier kamers en ruimtes verkopen, verhuren en ter beschikking stellen met het oog op prostitutie. Dit veronderstelt dat het voorwerp van dergelijke koop of huurovereenkomsten niet langer strijdig is met de openbare orde. Het concept van ‘rendez-vous huizen’ wordt zo gelegaliseerd indien de bestemming ervan louter gebaseerd is op de uitbating van zelfstandig sekswerk.[3] Enerzijds wordt pooierschap strikt gedefinieerd en niet langer geïnterpreteerd als elke derde partij die geld ontvangt dat met sekswerk is verdiend. Banken, verzekeraars en boekhouders vallen dus niet langer onder het begrip ‘pooier’.[4]

Anderzijds wordt aan de uitbaters van zelfstandig sekswerk de mogelijkheid geboden om rechtsgeldige contracten aan te gaan met advocaten, boekhouders, banken etc. In de memorie van toelichting wordt er veel aandacht besteed aan het individuele karakter van de sekswerker, diens autonomie en het risico van uitbuiting.

Gelet op deze decriminalisering, wordt er nu theoretisch een wettelijk kader geboden waarin de sekswerker zijn diensten kan organiseren. Als sekswerkers anno 1 juni 2022 op legale wijze met boekhouders, banken, advocaten en mogelijks notarissen rechtsgeldige overeenkomsten kunnen sluiten om diens bedrijvigheid te regelen, bestaat er dan ook een mogelijkheid om als sekswerker deze zelfstandige activiteiten onder een vennootschapsvorm uit te oefenen? Tot op heden is het antwoord onvindbaar in de parlementaire voorbereidingen. Deze bijdrage beoogt een eerste mogelijke aanzet te geven op deze vraag, rekening houdend met het huidig wettelijk karakter.

Waarom een vennootschap?

Wanneer men een vennootschap opricht, creëert men een nieuwe juridische entiteit, in tegenstelling tot een eenmanszaak waarbij je als natuurlijk persoon handelt. Er is een duidelijk verschil tussen jouw privévermogen en het vermogen van deze rechtspersoon. De aandeelhouders van een vennootschap sluiten een contract af dat tot doel heeft om de activiteiten van de rechtspersoon vast te leggen om een financieel voordeel eruit te halen. Dit is een essentieel kenmerk van vermogensvennootschappen waar niet van kan worden afgeweken. Bovendien wordt een vermogensvennootschap onderworpen aan vennootschapsbelasting, die in veel gevallen fiscaal voordeliger is dan de inkomstenbelasting. Het idee van een vennootschap geeft ook aan de buitenwereld aan dat potentiële klanten te maken hebben met een legitieme organisatie.

Pijnpunten

De pijnpunten liggen voor de sekswerker in de rechtsonzekerheid van een geoorloofde deelnemingsverbintenis en de pluraliteit van aandeelhouders.

De vennoot moet verplicht iets in gemeenschap brengen. De deelnemende vennoot moet een inbreng doen (inbrengvereiste). Dat is het voorwerp van zijn deelnemingsverbintenis. “De inbreng is de handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op te richten of een bestaande vennootschap (naargelang wanneer de vennoot aan de vennootschap deelneemt en hij kan deelnemen door een vennootschap op te richten of hij kan deelnemen door nadien tot een vennootschap toe te treden), met het oogmerk vennoot ervan te worden of zijn aandeel in de vennootschap te vergroten, en derhalve deel te nemen in de winst” (art 1:8 §1 WVV).

De keerzijde van de medaille is de oorzaak. Je hoopt om, met die vennootschappelijke activiteiten, er financieel eigenlijk beter van te worden, dan wanneer je diezelfde activiteiten zonder vennootschapsvorm zou uitoefenen. Namelijk, een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te verwerven uit de activiteit die de vennootschap zal verrichten/uit de onderneming die de vennootschap zal voeren. De oorzaak van de deelnemingsverbintenis is het winstuitkeringsoogmerk.

Gelet op de burgerrechtelijke gevolgen is deze hervorming van het seksueel strafrecht in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het decriminaliseren van artikel 380 Sw. maakt het theoretisch mogelijk om de activiteiten van sekswerkers onder een vermogensvennootschap te brengen. Zij kunnen vervolgens rechtsgeldige overeenkomsten met derden sluiten. Zo zouden sekswerkers zich kunnen verenigen in een vennootschapsvorm om bijvoorbeeld een pand te huren voor het uitvoeren van hun diensten.

Pluraliteit aandeelhouders

De decriminalisering van artikel 380 Sw. is één ding. Dit brengt echter niet met zich mee dat het pooierschap legaal is geworden. Met deze wetshervorming wordt het pooierschap zelfs strikter gedefinieerd om uitbuiting van sekswerkers zo veel mogelijk te voorkomen.[5] Het nieuwe artikel 433quater/1 Sw. definieert het pooierschap als volgt:

“het organiseren van de prostitutie van een ander met als doel het bekomen van een voordeel, behalve in de gevallen die de wet bepaalt; (eigen onderstreping)

het bevorderen, ertoe aanzetten, aanmoedigen of vergemakkelijken van prostitutie met als doel het, rechtstreeks of onrechtstreeks, bekomen van een abnormaal economisch voordeel of elk ander abnormaal voordeel;

maatregelen nemen om het verlaten van de prostitutie te verhinderen of te bemoeilijken.[6]

Met de zinsnede “behalve in de gevallen die de wet bepaalt” wilde de wetgever een opening laten aan zelfstandige sekswerkers om hun activiteiten uit te baten, mits er tussen hen geen gezagsrelatie bestaat.[7] Het is namelijk zo dat het pooierschap zowel door een natuurlijke als een rechtspersoon uitgeoefend kan worden.[8] Een nieuwe wet zal moeten voorzien in een specifieke regeling voor sekswerkers om dergelijke organisatie in een vennootschapsvorm mogelijk te maken.[9] Met de inwerkingtreding van het nieuwe seksuele strafrecht heeft de wetgever echter nagelaten dergelijke aangekondigde wetgeving ook aan te nemen, waardoor het nu onduidelijk is op welke manier sekswerkers zich legaal dienen te organiseren om sekswerk uit te baten. Aangezien het organiseren van sekswerk, door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, gericht op een vermogensvoordeel bij ontstentenis aan specifieke wetgeving gevat wordt door het begrip pooierschap voorzien in artikel 433quater/1 Sw. Kamerlid Sophie De Wit merkte hierbij pertinent op dat het beter is om in één wetgevend instrument alles aan te pakken, of de inwerkingtreding van het specifieke hoofdstuk van de nieuwe hervorming op te schorten tot de inwerkingtreding van de aangekondigde specifieke wet.[10]

Progressieve hervorming, doch geen uitgebouwde regeling voor de zelfstandige sekswerker

Met de aanname van de wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht is België een progressieve koers ingeslagen. Daar waar er komaf werd gemaakt met de oubollige termen van 1867, is er een nieuw seksueel strafrecht in de plaats gekomen, aangepast aan de huidige samenleving anno 2022.[11] Insteek was duidelijk. Geen fragmentarische wijzigingen of oplapwerk meer.[12] Door de decriminalisering van sekswerk en een strengere aanpak van pooierschap lijkt de wetgever in haar opzet geslaagd te zijn. Echter, bij een nadere lezing van de hervorming lijkt de wetgever terug in oude gewoontes te vallen. Door uitzonderingsbepalingen in te voeren voorzien in de uitbating van sekswerk (het strafbare pooierschap), maar vervolgens na te laten om dergelijke (cruciale) wetgeving aan te nemen opdat sekswerkers zich ook effectief zelfstandig kunnen organiseren, laat de wetgever een belangrijke kans liggen om sekswerkers eindelijk het wettelijk kader te geven om zich legaal te organiseren in een vennootschapsvorm met winstbejag, gericht om hun diensten uit te baten. Gelet op het taalgebruik van de FOD-justitie diende deze decriminalisering eerder stapsgewijs[13] te gebeuren, dan alomvattend zoals vooropgesteld in de memorie van toelichting. Dit valt te betreuren.

Batuhan Aydemir, 2de master Publiekrecht VUB
Femke Joosten, 2de master Strafrecht en Internationaal en Europees recht VUB

Brussels Law School Consultancy


Referenties

[1] S. GROMMEN, “Sekswerk in België is niet langer strafbaar, hulpverleners enthousiast: “Dit is historisch”, VRT NWS 2022, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/03/18/sekswerk-in-belgie-is-niet-langer-strafbaar-hulpverleners-entho/.

[2] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 108

[3] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 108-109.

[4] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 241.

[5] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 10.

[6] Art. 433quater/1 Sw.

[7] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 110.

[8] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 10.

[9] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 111.

[10] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 112.

[11] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 4.

[12] Wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 2141/006, https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2141/55K2141006.pdf, 4.

[13] Federale Overheidsdienst Justitie, “Sekswerk”, https://justitie.belgium.be/nl/themas/veiligheid_en_criminaliteit/sekswerk#:~:text=Om%20sekswerkers%20erkenning%20en%20bescherming,de%20hindernissen%20uit%20het%20verleden..

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.