Binnenkort kunt u opvragen of de Staatsveiligheid stiekem uw huis doorzocht, uw telefoon afluisterde of uw e-mails onderschepte. De wet wordt aangepast en dat is behoorlijk uniek in de wereld.
Op dit moment kunt u niet achterhalen wat de Staatsveiligheid over u bijhoudt of wat de inlichtingendienst heimelijk bij u heeft gecontroleerd. U kunt er een vraag over stellen aan de Privacycommissie. Maar wie dat probeert, komt van een kale reis terug. Het gaat om een ‘onrechtstreekse toegang’ tot de databank van de Staatsveiligheid. Dat betekent dat de Privacycommissie uw vraag stelt aan de Staatsveiligheid, maar u het antwoord nooit mag vernemen.
Daar komt binnenkort verandering in. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) hebben in de Kamer een wetsontwerp ingediend dat een ‘notificatieplicht‘ invoert. Zowel de Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst moet daardoor melden welke inlichtingenmethoden ze heeft gebruikt. Dat gaat over het stiekem inkijken van uw post, het doorzoeken van uw woning of autokoffer, het onderscheppen van uw mails of het afluisteren van uw telefoongesprekken.
Dat we in België zullen mogen opvragen of een inlichtingendienst ons heeft gevolgd, is behoorlijk uniek. Uit een rondvraag bij andere Europese inlichtingendiensten blijkt dat zo’n meldingsplicht niet bestaat in Portugal, Italië, Spanje, Finland, Zweden, Noorwegen, Slovakije, Tsjechië, Hongarije of Polen. In Nederland is er wel een notificatieplicht, maar alleen bij inbreuken op het ‘huisrecht’ (inbreken in uw woning) en op het telecom- en briefgeheim. En alleen als dat niet leidt tot het prijsgeven van een bron of de werkwijze van de Nederlandse geheime dienst. Door die beperking wordt bij onze noorderburen weinig vrijgegeven.
Ministers Geens en Vandeput hebben voor ons land een meldingssysteem bedacht waarbij u niet automatisch geïnformeerd wordt dat u het doelwit bent geweest van een inlichtingenmethode. Dat zou te veel administratief werk vereisen. U zult het dus zelf moeten vragen. Naast mensen zullen ook bedrijven en verenigingen kunnen nagaan bij de inlichtingendienst of ze zijn geviseerd.
U zult eerst uw ‘persoonlijk en legitiem belang‘ moeten bewijzen. Pas dan zal de Staatsveiligheid of de militaire inlichtingendienst nagaan of u een doelwit was van een ingrijpende inlichtingenmethode. De belangrijkste voorwaarde is dat die methode al tien jaar voor de aanvraag plaatsvond. Ook mag het prijsgeven van de info het werk van de inlichtingendienst noch dat van het gerecht in gevaar brengen. Net als in Nederland mag het ook geen bronnen in gevaar brengen. En ook de internationale relaties van onze geheime diensten mogen er niet onder lijden. Dat zijn dus behoorlijk veel voorwaarden om een betekenisvol antwoord te krijgen. Van elk geval zal een kopie worden doorgestuurd naar de waakhond van de inlichtingendiensten, het Comité I.
Er was vroeger al een artikel in de wet dat de inlichtingendiensten verplichtte om iedereen op wie een inlichtingenmethode zoals een huiszoeking was toegepast daar na vijf jaar over in te lichten. Maar het Grondwettelijk Hof had dat artikel in 2011 vernietigd. Het heeft dus meer dan vijf jaar geduurd om daar een oplossing voor te vinden.
De regering-Michel wilde eerst ook geen notificatieplicht invoeren voor onze inlichtingendiensten. Omdat die ‘ernstig afbreuk doet aan de discretie die noodzakelijk is voor iedere inlichtingendienst’, was de redenering. Maar zowel de Privacycommissie als de twee toezichthouders op de inlichtingendiensten (Comité I en BIM-Commissie) drongen er bij de regering op aan om de burger toch een zekere vorm van transparantie te geven.
LARS BOVÉ – 07 oktober 2016 • De Tijd
0 reacties