Vorige vrijdag was het de hoogdag van de Vlaamse advocatuur. Toen vond het tweejaarlijks congres van de Orde van Vlaamse Balies plaats, deze keer onder de titel “de magie van het recht”. Er waren meer dan zestig sprekers, maar gelukkig ook nog een veelvoud aan deelnemers. Wie zin had om zich trots te voelen als advocaat beleefde een mooie dag. Er waren natuurlijk vele afwezigen, maar wie er in de advocatuur toe doet, toe deed en ook wie de ambitie heeft om er op termijn een rol van betekenis te spelen was present.
Het congres leerde dat er vele aandachtspunten en uitdagingen zijn. Als er al iets duidelijk is na deze advocatendag, dan is het wel dat er geen zekerheden meer zijn. Iedereen zal bijvoorbeeld op zeer korte termijn moeten leren omgaan met Artificiële Intelligentie (ja zelfs het eenmanskantoor dat zich toelegt op juridische tweedelijnsbijstand en Salduz). AI is allicht zeer nabij de Copernicaanse revolutie binnen het beroep. Wie zegt dat dit ver van zijn bed is, zal allicht sneller dan hem of haar (en alles wat daar tussen of daarbuiten ligt) moeten vaststellen dat die buiten het bed is getuimeld.
Er zijn daarnaast zeker ook de organisatorische uitdagingen (zoals efficiënt werken met softwarepakketten, rekening houden met diversiteit), de wijzigingen in het recht (het boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, om maar een voorbeeld te noemen), de strategische aandachtpunten (hoe omgaan met de media, hoe cassatiemiddelen inbouwen in een conclusie, hoe overtuigend pleiten in burgerlijke en in strafzaken en zoveel meer). Er werd ook verkennend in de eigen navel gestaard, zoals: hoe zit het met deontologische hervormingen van het beroep? Helaas pindakaas: de wet tot modernisering van de advocatuur zal niet meer vóór de verkiezingen worden goedgekeurd, al is het zeer de vraag of het erg is dat dit onvoldragen werkstuk in de schuif blijft liggen. En er is de schuchtere hoop dat die andere lang verwachte hervorming (de wijziging van het reglement over de briefwisseling tussen advocaten, de meest miskende en vaak met de voeten getreden regeling) misschien toch nog het levenslicht zal zien. Maar zoals zo vaak in dit land, moet er daarvoor in beide delen van het land een akkoord worden bereikt. De optimisten geloven dat het kan lukken. De pessimisten zien de Franstaligen niet bewegen. Er zou dan toch in de loop van de volgende weken een ontknoping komen.
Een congres met zoveel sprekers en gelijktijdige sessies noopt tot het maken van keuzes. De meest beklijvende sessie, maar dat is persoonlijk, ging over de ethische rol van de advocaat. Het klinkt wat hoogdravend en wereldvreemd. Het ging over de voorlopig nog wat filosofische vraag of een advocaat nog zelf kan oordelen welke zaak hij mag behandelen. Moeten advocaten zaken weigeren die niet ethisch zijn, bijvoorbeeld omdat ondernemingen milieuvervuilend produceren en daarmee bewust de volksgezondheid bedreigen? Mogen advocaten zomaar adviseren over fiscale ontsnappingsroutes? Ik hoorde een absolute topadvocaat (niet te verwarren met mediageile advocaten) die zichzelf bescheiden als een “corporate advocaat” omschreef (daarbij discreet verzwijgend dat hij gebruikelijk met miljardendeals bezig is) zeggen dat advocaten zich moeten beperken tot het analyseren en adviseren over het positief recht. Toch wees hij erop dat in de Verenigde Staten studenten aan prestigieuze rechtsfaculteiten nu rankings publiceren over “foute bedrijven” die ecologische en andere standaarden miskennen en waarbij ze oproepen om daar zeker niet te werken (en ook niet voor advocatenkantoren die deze bedrijven juridisch bijstaan). Het is niet uitgesloten dat die Angelsaksische tendens ook naar Europa overwaait.
Maar er was ook de duidelijke boodschap van die hoogleraar grondwettelijk recht die er op wees dat advocaten in het beste geval wel iets van recht kennen, maar allicht minder beslagen zijn in ethiek en dat we zoals een schoenmaker dus best bij onze leest blijven.
Net dat soort discussies maakte het OVB-congres boeiend. Wie met een gerust gevoel het Elisabethcenter in Antwerpen binnenstapte, ging vol twijfels buiten. Het beroep is langs alle kanten in evolutie, met meer vragen dan concrete antwoorden.
Maar laat het dat net interessant maken. De enige zekerheid die ons rest, is net dat er geen zekerheden meer zijn. Dat alles in permanente evolutie is en we niet meer kunnen terugvallen op oude routines of op een lange ervaring die ons zou vrijstellen van nazicht en controle.
Het congres hanteerde als slogan (of is de moderne term “baseline” of “banner”?) “De magie van recht”. De magie is op dat congres gedemystifieerd. De magie is eigenlijk niets meer dan dagdagelijks bijbenen en vooruitzien op wat er nog allemaal gaat wijzigen.
Hugo Lamon
Lees hier meer columns van meester Hugo Lamon over Justitie.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen justitie, advocatuur en de juridische en fiscale wereld? Volg Jubel.be op LinkedIn.
0 reacties