Marie Popelin: de strijd van de eerste vrouwelijke doctor in de rechten cover

16 dec 2021 | Column

Marie Popelin: de strijd van de eerste vrouwelijke doctor in de rechten

Door Jubel

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 16/12/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Marie Popelin werd geboren op 16 december 1846. Vandaag 175 jaar geleden. Misschien doet haar naam bij u geen belletje rinkelen, maar dat zou eigenlijk wel moeten. Ze was als eerste vrouwelijke doctor in de rechten in België een ware pionier. Al moest ze wel een harde strijd voor voeren om wat erkenning te krijgen. Wij van Jubel vinden dat ze niet vergeten mag worden.

Na haar studies ging Popelin eerst aan de slag als lerares in een meisjesschool. Pas op haar 37ste schreef ze zich in voor de rechtenopleiding aan de Université Libre de Bruxelles, waar ze in 1888 afstudeerde met onderscheiding. Op zich was dit al een grote verwezenlijking, want vrouwen werden nog maar recent toegelaten tot universitaire studies (sinds de wet van 20 mei 1876).

Toetreding tot de balie geweigerd

Met haar diploma op zak wilde ze advocaat worden. De balie van Brussel liet haar echter niet toe. Popelin vocht deze beslissing aan met de hulp van de bekende Brusselse advocaat Louis Franck. Het hof van beroep van Brussel deed op 12 december van hetzelfde jaar al uitspraak (Brussel 12 december 1888, Pas. 1889, 48.) Ze werd afgewezen, hoewel er wettelijk geen bepaling was die vrouwen het uitoefenen van het beroep van advocaat verbood. De bewoordingen van de mannelijke rechters laten weinig aan de verbeelding over:

Attendu que la nature particulière de la femme, la faiblesse relative de sa constitution, la réserve inhérente à son sexe, la protection qui lui est nécessaire, sa mission spéciale dans l'humanité, les exigences et les sujétions de la maternité, l'éducation qu'elle doit à ses enfants, la direction du ménage et du foyer domestique confiée à ses soins la placent dans des conditions peu conciliables avec les devoirs de la profession d'avocat et ne lui donnent ni les loisirs, ni la force, ni les aptitudes nécessaires aux luttes et aux fatigues du barreau (…).

Ook bij het Hof van Cassatie ving Popelin bot (Cass. 11 november 1889). Het Hof schoof de hete aardappel door naar de wetgever. Die moest de vrije beroepen maar openstellen voor vrouwen.

Deze arresten weerhouden haar er echter niet van om toch stage te gaan lopen bij een andere Brusselse advocaat, ook al weet ze dat ze het beroep zelf nooit zal mogen uitoefenen.

Ons land was helaas niet het enige land waar vrouwen de facto de toegang tot de balie werd ontzegd. Ook in andere Europese landen stonden de mannelijke advocaten afwijzend tegenover vrouwelijke vakgenoten. In feite waren eind negentiende eeuw alleen in de Verenigde Staten vrouwen welkom aan de balie.

Een cruciale stap naar een mentaliteitswijziging

Ook al kreeg ze ongelijk voor onze Belgische hoven, toch was de zaak-Popelin een belangrijke stap voor vrouwenrechten in België (tijdens de eerste feministische golf). Ze bracht het thema onder de aandacht van het grote publiek. En het was voor haarzelf een grote motivator om haar hele leve verder te strijden voor gelijke rechten. Ze focuste daarbij op de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt en de wettelijke verankering van deze rechten.

Later richtte ze de Ligue belge du droit des femmes op. Opmerkelijk, één van haar compagnons de route was Isala van Diest, de eerste vrouwelijke arts van ons land. Ze participeerde aan verschillende internationale congressen en organiseerde er zelf ook één in 1897. Ze kreeg er meer steun van de buitenlandse delegaties dan uit eigen land.

De eerste vrouwelijke advocaten

In 1901 dienden enkele Kamerleden een eerste wetsvoorstel in om vrouwen, met een diploma van doctor in de rechten, toe te laten tot de balie. Dat gebeurde door enkele grote namen uit de Belgische politiek waaronder Emile Vandervelde en Paul Janson. De Federatie van Advocaten was akkoord met het wetsvoorstel Janson-Vandervelde in. Het voorstel strandde echter in de Kamercommissie. Pas twintig jaar later, op 20 april 1920 diende minister van Justitie Vandervelde een nieuw wetsontwerp in. Het stootte ook dan weer op veel weerstand. Vooral katholiek kamerlid en hevige tegenstander, Charles Woeste, probeerde het voorstel te kelderen. Hij was, gelukkig, niet succesvol. Het wetsontwerp werd aangenomen op 27 april 1921. Ook de Senaat keurde het even later goed. Interessant weetje: felle verdedigster was Marie Janson, dochter van Paul Janson en moeder van de latere premier Paul-Henri Spaak. Ook zij was een trendsetter: ze was de eerste vrouwelijke senator en haar verdediging van het wetsvoorstel Vandervelde was haar maiden-speech. De wet werd afgekondigd op 7 april 1922. België was daarmee rijkelijk laat in vergelijking met onze buurlanden: Frankrijk liet vrouwen al tot de balie toe in 1901, Nederland in 1903 en het Verenigd Koninkrijk in 1921.

Marie Popelin mocht het echter zelf niet meer meemaken. Ze stierf in 1913.

Marcelle Renson werd zo de eerste Belgische advocate. We moeten wel een belangrijke nuance toevoegen. Een getrouwde vrouw kon dan wel advocaat worden, maar enkel mits uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van haar man. Die mocht zijn toestemming te allen tijde intrekken. Als we kijken naar de toegang van vrouwen tot de magistratuur, wordt het nog erger. Dat werd pas geregeld bij wet van 21 februari 1948 (!). En ook toen waren er nog rabiate tegenstanders. Om notaris te kunnen worden moesten vrouwen zelfs wachten tot in 1958. U leest het goed, 1958. In dat jaar werd ook de vereiste van de voorafgaande toestemming van de echtgenoot afgeschaft.

Postume erkenning

De Nederlandstalige Vrouwenraad noemde de prijs die ze vijfjaarlijks uitreikt aan een vrouw die zich verdienstelijk heeft gemaakt in de strijd voor gelijkberechtiging van vrouwen, naar Marie Popelin. De meest recente prijs werd vorige week toegekend aan UGent-professor Ines Keygnaert voor onderzoek naar seksueel geweld.

Enkele steden eren haar met een Marie Popelinstraat of -plein. Maar wat Jubel betreft mogen er zeker nog enkele volgen.

En vandaag?

Zowel de rechtenopleiding als de advocatuur zijn de afgelopen decennia erg vervrouwelijkt. Bij de afgestudeerde juristen zijn er nu ca. 65 % vrouwen. Helaas blijkt dit zich niet af te spiegelen in de topfuncties in advocatenkantoren. Bij vennoten en partners zijn de mannen nog steeds ruim in de meerderheid.

Wim Putzeys

U kunt meer over dit onderwerp lezen in het boek van Dirk Van Gerven: Alle mensen zijn gelijk, ook vrouwen – Over gendergelijkheid in de professionele loopbaan.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.