Het Belgische mededingingsrecht onderging een belangrijke hervorming met de wet van 28 februari 2022 tot omzetting van de ECN+ Richtlijn die op 17 maart 2022 in werking trad. In deze bijdrage gaan we na wat daarvan de gevolgen zijn voor, onder ander de nationale mededingingsautoriteiten.
Wat is de ECN+ richtlijn?
De zogenaamde ECN+ Richtlijn (EU-richtlijn 2019/1) kent bijkomende bevoegdheden toe aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten en voert instrumenten in die hen moeten toelaten te zorgen voor een doeltreffender handhaving van de mededinging en de goede werking van de interne markt te waarborgen.
Sinds 1 mei 2004 mogen de nationale administratieve mededingingsautoriteiten of nationale rechterlijke instanties (hierna “NMA’s”) het kartelrecht (art. 101 en 102 VWEU) rechtstreeks en integraal toepassen. Samen vormen de NMA’s en de Europese Commissie een netwerk van mededingingsautoriteiten die in nauwe samenwerking de mededingingsregels van de Unie toepassen (ook "Europees Mededingingsnetwerk" genoemd).
In 2014 stelde de EU-Commissie een balans op waarbij het vaststelde dat er nog grote verschillen blijven bestaan tussen de lidstaten wat de toepassing van het kartelrecht betreft. Om die reden werd de ECN+ Richtlijn in het leven geroepen om enerzijds een gemeenschappelijk handhavingssysteem tot stand te brengen alsook om de tekortkomingen in het handhavingssysteem in te vullen en op die manier het werk van de nationale mededingingsautoriteiten te vergemakkelijken, dus ook die van de Belgische Mededingingsautoriteit (de "BMA").
Doeltreffender instrumenten voor de nationale mededingingsautoriteiten
Zo voert ze doeltreffender instrumenten in om de nationale mededingingsautoriteiten beter in staat te stellen de volgende taken naar behoren uit te voeren:
- Het onderzoek voeren: inspecties uitvoeren, bewijsmateriaal vergaren, verzoeken om inlichtingen richten tot ondernemingen en hun werknemers, werknemers ondervragen;
- Tijdens het onderzoek voorlopige maatregelen en verbintenissen opleggen;
- Corrigerende maatregelen opleggen op gebied van gedrag en structuur;
- Afschrikkende geldboeten opleggen aan ondernemingen die overtredingen begaan of ondernemersverenigingen die deelnemen aan de inbreuk(en).
Er worden meer garanties ingebouwd om de onafhankelijkheid te waarborgen van de verschillende nationale mededingingsautoriteiten en de lidstaten worden verplicht om voor hen aanzienlijk meer middelen te voorzien. Verder worden de nationale clementieregels verstevigd.
We gaan hieronder dieper in op enkele belangrijke aanpassingen die de ECN+ Richtlijn invoert.
Aanpassingen in de clementieregeling
In het kader van de clementieregeling, hebben ondernemingen die bij een geheim kartel (d.w.z. een overeenkomst tussen ondernemingen met de doelstelling om de onderlinge concurrentie te verminderen) betrokken zouden zijn, de mogelijkheid om zich aan te melden en bewijsmateriaal aan de nationale mededingingsautoriteit voor te leggen in ruil voor volledige immuniteit of clementie.
De ECN+ Richtlijn versterkt de clementieregels omdat er te veel opvallende verschillen waren vastgesteld tussen de clementieregels in de lidstaten wat leidde tot rechtsonzekerheid bij mogelijke clementieverzoekers.
Hier geldt onder meer de “First come first served”-regel, met als gevolg dat de volledige immuniteit naar de eerste ‘klokkenluider’ gaat en volgende ‘klokkenluiders’ zich tevreden moeten stellen met verminderde administratieve geldboeten. Door deze regel kan het soms gebeuren dat ondernemingen voor het aangeven van kartels met elkaar in concurrentie treden. Verzoekers moeten de mogelijkheid krijgen om een plaats in de rij voor clementie toegewezen te krijgen gedurende een bepaalde periode waarbinnen ze in staat gesteld worden de noodzakelijke informatie en bewijzen te verzamelen om te voldoen aan de bewijsvoorwaarde voor immuniteit tegen geldboeten.
Verder werd het onderzoek dat de nationale mededingingsautoriteiten in zo’n clementieregeling zullen moeten voeren, door de ECN+ Richtlijn aangepast en versoepeld. Zo werden bijvoorbeeld de taalregels versoepeld, wat toch een belangrijk punt is in België. De ondernemingen mogen de clementieverklaringen afleggen in het Nederlands, Frans, Duits of een andere EU-taal die tussen de BMA en de aanvrager is overeengekomen. Dit betekent dat partijen niet langer gebonden zullen zijn aan de taal van het Belgische Gewest waar zij geregistreerd zijn, dit na instemming van de BMA.
Ook werden twee bijkomende voorwaarden ingevoerd om in aanmerking te komen voor clementie. De onderneming die om clementie vraagt dient enerzijds te verklaren dat zij zelf aan het geheime kartel heeft deelgenomen. En anderzijds wordt ook verwacht dat de onderneming bijdraagt tot de identificatie van de ander deelnemers aan het geheime kartel.
De immuniteitsbescherming werd uitgebreid tot strafrechtelijke sancties
De voornaamste inbreuken op het mededingingsrecht zijn louter administratiefrechtelijk van aard. De lidstaten die evenwel strafrechtelijke sancties voorzien ingeval er een schending is van de mededingingsregels, moeten er op toezien dat verzoekers om immuniteit die aan alle voorwaarden voldoen, ook beschermd worden tegen strafrechtelijke sancties.
Wijzigingen ingevolge de omzetting van de ECN+ Richtlijn
De wet van 28 februari 2022 tot omzetting van de ECN+ Richtlijn, wijzigt de boeken I en IV van het Belgisch Wetboek van Economisch Recht (“WER”). De wet zorgt voor een grondige hervorming van het Belgisch mededingingsrecht omdat het de BMA, die als taak heeft het mededingingsbeleid in België toe te passen, meer en functionelere instrumenten biedt om haar taak uit te voeren.
De omzettingswet breidt in de eerste plaats de bevoegdheid van het auditoraat van de BMA om huiszoekingen te verrichten en daarbij bepaalde controles uit te oefenen, stevig uit. Ook het Marktenhof en de FOD Financiën krijgen nieuwe bevoegdheden in het kader van de versterkte samenwerking tussen de nationale mededingingsautoriteiten.
Verder werd de clementieprocedure verstevigd en werd het strafwetboek aangevuld. Hierdoor wordt het mogelijk dat verzoekers om clementie, ook een strafrechtelijke immuniteit krijgen.
Tenslotte is er een belangrijke wijziging, die niet voorzien werd in de ECN+ Richtlijn. Deze betreft de invoering van een aanmeldingsvergoeding, een zogenaamde ‘filing fee’ voor de controle op concentraties. Voorheen was deze controle kosteloos, maar het WER voorziet nu in een betaling van een forfaitaire aanmeldingsvergoeding van 52.350 EUR. Dit bedrag kan verlaagd worden tot 17.450 euro in geval beroep gedaan wordt op de vereenvoudigde procedure.
Opgelet! Het gaat hier om vaste bedragen die niet gekoppeld zijn aan de waarde van een transactie of de omvang van de betrokken ondernemingen. Daar dit aanleiding gaf tot kritiek heeft de regering aangegeven de voorwaarden voor deze vergoeding vast te zullen stellen bij een KB. De forfaitaire aanmeldingsvergoeding zal op jaarbasis worden aangepast.
Gevolgen en besluit
De wet van 28 februari 2022 die de ECN+ Richtlijn omzet, zorgt ervoor dat de Belgische Mededingingsautoriteit (de "BMA") op een meer resultaatgerichte en performante manier kan functioneren en maakt om die reden al een belangrijke hervorming uit.
Dit zal ongetwijfeld leiden tot aanzienlijke wijzigingen in het mededingingsrechtelijk landschap van België.
Sara Ataei – Gloria Inés Delgado Villegas – Leo Peeters (Seeds of Law)
0 reacties