Ook vorige week kon u in de kranten weer wat nieuwsjes vernemen over het wel en wee van justitie. Er was weer aandacht voor allerhande strafzaken en ook nu leek de pers het oord bij uitstek om een nog hangende zaak te pleiten. Een confrontatie tussen een gewezen bisschop en een vermeend slachtoffer zorgde voor animo, zeker toen de advocaat van de bisschop het zware verbale geschut bovenhaalde en de man die zich als slachtoffer voorstelde “een fantast” noemde, al vond de advocaat het enkele dagen later in de Morgen wel jammer dat hij die uitspraken in het openbaar had moeten doen. Een gerechtelijk onderzoek is immers geheim. Goed om dat nog eens bevestigd te zien! Dat dient “om bepaalde mensen tegen zichzelf te beschermen en om dingen in alle rust te kunnen onderzoeken” benadrukte diezelfde advocaat, die verder stelde geschrokken te zijn van het tumult. Hij voegde er voor zijn eigen verdediging aan toe – en nu citeer ik hem even letterlijk – “ik kreeg ook niet de tijd om het uit te leggen op tv, en ook twitter leent zich daar niet goed voor”. Waarvan akte.
Justitie functioneert toch soms beter in de schaduw, zou je daaruit kunnen afleiden. Maar nu en dan wordt het ook een rechter te veel en schreeuwt hij om aandacht, zoals de vrederechter van Meise. Of beter: zijn toiletten smeekten erom om voorwerp te zijn van gesprek. Het vredegerecht van het kanton Meise moet het al sinds november zonder poetsvrouw doen en de plichtsbewuste vrederechter voelde zich dan verplicht de toiletgebruikers te waarschuwen met een dienstmededeling aan de deur met daarin de volgende wijze raad: “Om hygiënische redenen moet ik u ten stelligste afraden gebruik te maken van het sanitair in dit gebouw”. Het zorgde voor een artikel in De Standaard en een reportage op Ring TV (die toiletten zagen er op TV toch nog behoorlijk proper uit. Zou de vrederechter ze stiekem zelf snel gepoetst hebben, met het oog op de televisiecamera’s?). Het lijkt een faits divers, al is het dat natuurlijk veel minder voor diegenen die daar iedere dag werken en is het ook niet voor de rechtzoekenden die daar op bezoek gaan. Met het inschakelen van de pers en de daaraan gekoppelde aandacht is er misschien een vooruitzicht op een snelle oplossing van het probleem. Media-aandacht kan immers wonderen doen en dat had de vrederechter zeer juist ingeschat.
Dat is wat u allemaal kon lezen in de krant. Even opmerkelijk was waarover in de afgelopen week niet werd bericht. Op vrijdag 27 januari werd de nieuwe Procureur-Generaal bij het Hof van Cassatie geïnstalleerd. Ik las er niets over in een krant. Nochtans beperkte die gebeurtenis zich niet tot het traditioneel heffen van een glas met een beperkte kring intimi. Hij hield hij ook een interessante gelegenheidsrede met een aantal vernieuwende beleidsopties. Het blijft merkwaardig dat dit blijkbaar geen nieuwswaarde blijkt te hebben voor de algemene media. In het beste geval zal de beleidsverklaring zijn weg vinden in de vakliteratuur. Men kan zich de vraag stellen waarom dit zo moet lopen. Waarom zat de Procureur-Generaal ’s avonds niet in de studio van Terzake en waarom was er geen interview in de kranten?
De PG beschouwt de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en zichzelf als de “pater familias” van justitie, die toezicht houden op de hoven van beroep “vanuit de zorg hun werking te optimaliseren in het belang van de rechtzoekende”, omdat die laatste nu eenmaal recht heeft op “een snelle en efficiënte justitie”. Hij pleit er dan ook voor om de burgerlijke cassatieprocedure “aan te passen aan de noden van de tijd”, waarmee hij ook meteen aangeeft dat dit nu niet altijd het geval is. Waarom is dat geen nieuws?
De PG doet zelf drie zeer concrete voorstellen om die procedure te verbeteren. Enkel wie geabonneerd is op een van de nieuwsbrieven van de onvermoeibare Eric Beaucourt kon dit alles de dag zelf al lezen, al moet gezegd dat u de tekst ook kan terugvinden op de website van het Hof van Cassatie zelf. De beleidsvisie zou toch een breder draagvlak mogen hebben en zou ook onderdeel mogen zijn van het breed maatschappelijk debat. Hoe behartenswaardig de onhygiënische toiletten van het vredegerecht van Meise ook mogen zijn, de toekomstvisie van de Procureur-Generaal bij het Hof van Cassatie verdient toch ook de aandacht van de media? De tekst is natuurlijk wat juridisch-technisch en niet geschreven in het format van een persbericht. En het onderwerp is natuurlijk wat minder bevattelijk dan een niet gepoetst toilet. Wie de tekst van de PG leest doet toch merkwaardige vaststellingen, zo bijvoorbeeld bij zijn tweede hervormingsplan.
Wanneer het Hof van Cassatie een uitspraak vernietigt en de zaak opnieuw naar een (andere) feitenrechter verwijst, is die laatste niet gebonden door de beslissing van het Hof van Cassatie. De zaak moet daar opnieuw worden gepleit en de rechter doet opnieuw uitspraak en – ik vertaal naar gewone mensentaal – hij kan zijn zin blijven doen. “Alleen bij een tweede vernietiging op dezelfde gronden dient de (tweede) verwijzingsrechter zich naar de beslissing van het Hof (van Cassatie) te voegen wat betreft het door het Hof beslechte rechtspunt”. Ik geef toe, die zin klinkt wat afstandelijk. Maar als u de tekst zou lezen, zou u opmerken dat de PG er fijntjes op wijst dat dit een aftandse regel is die naast in ons land enkel nog bestaat in Frankrijk, Roemenië en Libië (al toont de PG zich ook daar een voorzichtig jurist door er aan toe te voegen: “voor zover ik kon vaststellen”). Hoog tijd dus om die oude regel, die er bij ieder jurist tijdens zijn opleiding werd ingelepeld, af te voeren. Het blijft me verbazen dat dit geen nieuws kan zijn en de toiletten in Meise dat wel zijn. Misschien omdat er bij dat voorstel van de PG geen foto kan worden toegevoegd? Het toont nogmaals aan dat justitie het verdient om professionele woordvoerders te hebben die de goede ideeën ook kunnen vertalen naar het brede publiek.
0 reacties