Om de correctheid van belastingaangiften te controleren, kan de fiscale administratie beslissen om, vaak onaangekondigd, bij een belastingplichtige langs te gaan. Hoewel de fiscus bij deze fiscale visitatie is gebonden aan wettelijke voorschriften, is er vaak discussie over de grenzen hiervan. Twee recente arresten van het Hof van Cassatie scheppen meer duidelijkheid.
In het kader van een visitatie van een privéwoning, waarvoor een machtiging nodig is van de politierechter, heeft het Hof beslist dat de bevoegde ambtenaren zich slechts toegang mogen verschaffen tot deze woonst na de toestemming van de belastingplichtige. Bovendien benadrukt het Hof dat deze toestemming blijvend aanwezig moet zijn.
Hieruit volgt dat de toestemming van de belastingplichtige zowel voor als tijdens de controle kan worden geweigerd of ingetrokken. De minister van Financiën benadrukt evenwel dat het arrest niet mag worden beschouwd als een vrijgeleide om niet mee te werken aan fiscale controles. De wet voorziet namelijk in het opleggen van geldboetes en dwangsommen bij niet-medewerking te kwader trouw.
In het kader van een visitatie van de bedrijfslokalen, heeft het Hof bovendien beslist dat de bevoegde ambtenaren het recht hebben om boeken en bescheiden te onderzoeken die zich in gesloten meubels, vuilbakken, of zelfs koelkasten bevinden. Het Hof nuanceert hierbij onmiddellijk door te stellen dat ook in dit geval de belastingplichtige op de rem kan staan. In dat geval moet de fiscale administratie dit verzet respecteren en haar onderzoeksdaden staken.
Lisa Heynderickx en Shefaly Rahman, Vandelanotte
0 reacties