LAMON op woensdag Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. |
Voor advocaten is het essentieel dat zij met hun cliënten kunnen overleggen. Ze doen dat in hun kantoor, maar soms ook elders. Advocaten gaan dan naar de kantoren van het bedrijf waarvoor ze optreden. Ook voor bepaalde categorieën particulieren moeten advocaten zich noodgedwongen verplaatsen, bijvoorbeeld omdat ze tegen hun zin van hun vrijheid zijn beroofd. Voor de strafpleiters is het bezoek van een gevangenis een vast onderdeel van hun dagtaak. Niemand die er ernstig aan kan twijfelen dat in die omstandigheden de gevangenis tot de “gebruikelijke plaats van de beroepsuitoefening is” behoort zoals dat nu nog omschreven is in het Wetboek van Economisch Recht.
Het behoort tot de essentiële rechten van de advocaat om zijn cliënt in de gevangenissen te kunnen opzoeken. Zelfs in de nu aftandse gebouwen die in de 19de eeuw zijn opgetrokken waren aparte spreekruimtes voorzien, die een vertrouwelijk gesprek tussen de gevangene en de advocaat moesten mogelijk maken.
De tijd dat de advocaat gewoon zijn advocatenpas liet zien en zijn naam inschreef in een register om vrije toegang te krijgen, ligt al lang achter ons. De almaar toenemende veiligheidsmaatregelen maken dat de toegangsprocedures complexer worden, alsof advocaten potentiële terroristen zijn die er enkel op uit zijn om mee te heulen met misdadigers. Alsof advocaten zich niet houden aan de wet en hun deontologie. Alsof advocaten, wanneer ze naar hun werkplek gaan, moeten vereenzelvigd worden met de misdadigers die ze verdedigen. En alsof het proportioneel is dat het vermoeden van medeplichtigheid de norm moet zijn, terwijl er bijna geen incidenten zijn met advocaten (een incident zou hen meteen een tuchtstraf opleveren) en overigens valt dit ook gemakkelijk achteraf te controleren (door de registratie).
Ruim 15 jaar geleden waren er de eerste fricties tussen het gevangeniswezen en de advocatuur. Toen de veiligheidsscans werden ingevoerd, bleken die in gevangenissen veel strenger dan in luchthavens. Bij overleg op het hoogste niveau werd vanuit het gevangeniswezen om begrip gevraagd, want in luchthavens is er een ander risico dan in een gevangenis. De zoektocht naar metalen moet dus blijkbaar onverbiddelijk zijn, ongeacht of ze verwerkt zijn in de schoenzolen of de broeksriemen. De regels werden later wat verduidelijkt en transparanter gemaakt, maar nooit meer afgeschaft.
De voorbije maanden laaide de discussie weer op, weze het met een wat aparte dimensie. Bepaalde vrouwelijke advocaten voelden zich geviseerd omdat zij bij ieder bezoek aan de gevangenis te horen kregen dat ze een veiligheidsrisico vormen. Het waren niet de hakken van de elegante schoenen, nog minder de oorbellen. De boosdoener was hun beha en meer bepaald de beugel. Gevolg: beha uit of je komt er niet in. Ik verneem dat vrouwelijke strafpleiters in hun wagen altijd sportbeha’s klaar hebben, voor het geval ze onverwacht naar de gevangenis moeten. Wanneer jonge advocaten-stagiairs in het kader van de beroepsopleiding een verplicht bezoek moeten brengen aan de gevangenis, is het voor sommige cipiers blijkbaar feest. De jonge advocaten moeten zich dan allemaal terugtrekken in de toiletten van de bezoekers – bij gebrek aan kleedkamers- om dan voorzien van een zakje met hun opgeplooid kleinood terug te keren en de smalende blikken van de cipiers te ondergaan. Nu beweren de verantwoordelijken van de cipiers dat de regels duidelijk en transparant zijn, al is er bij sommige dames het gevoel dat de drang naar transparantie bij sommige dames wat hoger wordt gelegd. Overigens kan geen redelijk mens uitleggen waarom de jacht op beha’s met zoveel machtsvertoon moet worden doorgezet, terwijl de controle op verboden drugs blijkbaar systematisch mank loopt. Of komen die massaal aanwezige drugs in de gevangenis uit de hemel gevallen? Of vormen vrouwen met een beha een of andere vreemdsoortige bedreiging?
Stafhouders ontvingen klachten van vrouwelijke confraters en er volgde opnieuw overleg met het gevangeniswezen. De vrouwenbeha’s blijven nu weer een strijdpunt, nu die heisa toch niet anders dan als respectloos kan worden omschreven ten aanzien van een groot deel van de balie.
Dat zag nu blijkbaar ook de gevangenisadministratie in. De richtlijnen zullen worden veranderd en vanaf 1 juni worden advocaten niet meer als bezoekers gecontroleerd, maar wel op dezelfde wijze als het personeel. Daar moet blijkbaar onder worden verstaan dat die laatste discreter is. Maar wie weet hebben ze voor die personeelsleden nog bijzondere kledingvoorschriften. Want ja, stel je voor dat er een opstand uitbreekt in de gevangenis met beha’s als wapen. Zou België dan toch echt een surrealistisch land zijn?
Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.
Lees hier alle artikels van ‘LAMON op woensdag’.
Sorry, het personeel mag ook niet binnen met BH die signaal geeft!