Het Decreet van 6 juli 2018 tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht, B.S. 20 juli 2018 heeft ook nieuwe tarieven ingevoerd voor verkrijgingen niet in rechte lijn, dus voor broers en zussen, neven en nichten, en in het algemeen al wie niet kan genieten van de tarieven tussen partners of tussen ouders en kinderen.
Verkrijgingen tussen broers en zussen
De oude tarieven voor verkrijgingen tussen broers en zussen bedroegen:
- 30% tot € 75.000;
- 55% tussen € 75 000 en € 125.000;
- 65% boven € 125.000.
De nieuwe tarieven bedragen:
- 25% tot € 35.000;
- 30% tussen € 35 000 en € 75.000;
- 55% boven de € 75.000.
Dat zijn dus aanzienlijke verlagingen. Daarbij worden ook het belastingkrediet voor kleine verkrijgingen aangepast, en wanneer men die twee samenvoegt dan bedraagt het nieuwe tarief in werkelijkheid [1]:
- 15% tot € 18.750;
- 28 1/3 procent tussen € 18.750 en € 35.000 [2];
- 33 1/3% tussen € 35 000 en € 75.000;
- 55% boven de € 75.000.
Verkrijgingen tussen andere personen
Voor verkrijging een tussen andere personen bedroegen de oude tarieven:
- 45% tot € 75.000;
- 55% tussen € 75.000 en € 125.000;
- 65% boven € 125.000.
De nieuwe tarieven bedragen:
- 25% tot € 35.000;
- 45% tussen € 35.000 en € 75.000;
- 55% boven de € 75.000.
Bemerk dat het tarief hier toegepast wordt op de som van de netto-verkrijgingen, dus op al wat de personen die belast worden tegen dit tarief samen verkrijgen, wat het tarief per persoon dus aanzienlijk kan doen stijgen.
Ook hier kunnen wij een samenvoeging maken tussen de tarieven en de belastingverminderingen, en dan ziet het nieuwe tarief tussen andere personen er in werkelijkheid als volgt uit:
- 15% tot € 18.750;
- 28 1/3% tussen € 18.750 en € 35.000;
- 48 1/3% tussen € 35.000 en € 75.000;
- 55% boven de € 75.000.
Zoals u ziet, verschilt alleen het tarief op de 3e schijf, tussen € 35.000 en € 75.000 van het tarief tussen broers en zussen.
Al bij al een fatsoenlijke vermindering van de tarieven, maar het hoogste tarief blijft hoog: 55% vanaf € 75.000.
Duolegaten
Daardoor zullen ook de duolegaten aangepast moeten worden die als een bepaald percentage van de totale nalatenschap geformuleerd werden. Het volstaat voortaan om, vanaf nalatenschappen van ongeveer € 750.000, bij testament 40% aan de vzw te geven, onder last om alle successierechten te betalen [3].
De tekst van dit testament luidt dan bijvoorbeeld als volgt:
“Dit is mijn testament.
Ik, ondergetekende, legateer aan vzw … een bedrag in geld gelijk aan 40% van mijn nalatenschap, op last om alle erfbelasting, ook die van andere erfgenamen en legatarissen, te dragen.
Onder ‘nalatenschap’ wordt tevens begrepen: de niet-geregistreerde schenkingen die ik in de laatste drie jaar voor mijn overlijden heb gedaan, alsmede alles wat voor de berekening van de erfbelasting geacht wordt tot de belastbare basis te behoren.
Het is mijn bedoeling dat de vzw minstens 250.000 EUR netto overhoudt. Indien dit niet het geval zou zijn, wordt de last in die mate verminderd. Mocht de aangeduide vzw het legaat niet kunnen of willen aanvaarden, 3 maand na hiertoe door een van de erfgenamen aangemaand te zijn, dan duid ik aan ter vervanging: de Koning Boudewijnstichting (of een andere vzw).
De kosten van mijn nalatenschap, onder meer de kosten van aangifte van nalatenschap, zijn ten laste van mijn erfgenamen.
Datum + handtekening”
En wie er vroeger al een gemaakt heeft kan zich beperken tot:
“Dit is een aanvulling op mijn testament van … (datum).
Het percentage van … (bv. 45%) wordt gewijzigd tot 40%.
Datum + handtekening”
Praktisch
Wie geen kinderen heeft, kan best nog altijd een testament met duolegaat maken. Wie in het verleden zo’n testament gemaakt heeft, mag het percentage ervan wat verminderen, met hetzelfde resultaat voor de VZW.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Taxwin.
Tijdens de opleiding “Erfbelasting 2019 in de notariële praktijk” gaan Rik Deblauwe (Tiberghien advocaten) en Annick Ghysens (VLABEL) dieper in op een aantal substantiële ontwikkelingen en wijzigingen met betrekking tot de erfbelasting. Meer informatie en opleidingsdata vindt u hier.
referenties:
[1] berekeningen en meer uitleg in ons artikel “Lagere tarieven in de Vlaamse erfbelasting”, Nieuwsbrief Successierechten, te verschijnen.
[2] Of anders: 28,3333333333333%, maar alleen 28 1/3 is dus helemaal correct.
[3] Meer informatie hierover in het zelfde artikel, te verschijnen.
0 reacties