6 jun 2018 | Column

Nederlands hoeft niet meer bij Vlaamse rechtbanken

Door Hugo Lamon

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 06/06/2018 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

LAMON op woensdag

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies.
Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Heeft u ook het gevoel bij uw dagelijkse lectuur van het Staatsblad dat het allemaal wat veel wordt voor uw beperkte hersenen? Wat dacht u toen u op 30 mei de “wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde” las? Vond u ook dat die Potpourri VI-wet volstrekt onleesbaar was? Bent u toen ook met uw laatste restje energie naar een papieren versie van het gerechtelijk wetboek gehold om dan – met dat oudmodisch wetboek naast u – die wet opnieuw te lezen? Wat dacht u toen u artikel 43 van die wet las, waarin kurkdroog staat dat u nu incidenteel beroep moet aantekenen in uw eerste beroepsconclusie (terwijl dat nu nog in elke stand van de procedure kan)? Zag u – tenminste wanneer u advocaat bent – in uw gedachten al uw lopende dossiers passeren en vreesde u al voor beroepsfouten omdat u in die ene vervelende zaak nog geen incidenteel beroep heeft aangetekend? Ging u toen ook naar de bepalingen over de inwerkingtreding kijken en stelde u vast dat er niets voorzien is? Had u toen ook koude rillingen, omdat u toch ooit had geleerd dat procedurewetten onmiddellijk in werking treden en ook in lopende gedingen? Dacht u toen ook dat u het verkeerde beroep had gekozen? Bent u eerlijk wanneer u nu zegt dat u spontaan dacht aan artikel 3 van het gerechtelijk wetboek en aan de cassatiearresten van 4 april 2017 en 31 oktober 2017 en dat uit de samenlezing van dit alles zou kunnen blijken dat die nieuwe bepaling alleen maar geldt  bij incidentele beroep voor uitspraken vanaf 9 juni 2018 (tien dagen na publicatie in het Staatblad)? Mag ik u wel vertrouwen als u nu zou beweren dat artikel 5 van die wet van 25 mei 2018 u volstrekt onverschillig heeft gelaten? U heeft toch ook gezien dat dat dit bewuste artikel 5 de Taalwet in gerechtszaken heeft gewijzigd? Meent u dat nu dat u het niet gezien heeft? U weet toch dat in Vlaanderen dagvaardingen en conclusies geen vermeldingen in een andere taal mogen bevatten? Heeft u nooit gesakkerd op die vrije vertaling van de zakelijke inhoud van die passages uit contracten en brieven? Van openbare orde toch en dus iets wat de fundamenten van de staat raakt, niet? Maar heeft u artikel 5 van die wet van 25 mei 2018 écht gelezen? Wat dacht u dan toen u las dat de schending van de taalwet nu plots niet meer zo belangrijk is en er slechts sancties zijn wanneer belangenschade wordt aangetoond? Dacht u toen, eindelijk? Maar wat betekent dat dan concreet? Als nu iemand die in Vlaams Brabant woont zou gedagvaard worden in het Frans, mag dat dan? Mag ik u nu horen denken: oh, nu kan de rechter niet zomaar zeggen dat dit niet mag? Betekent belangenschade immers niet dat diegene die de dagvaarding ontvangt nu moet zeggen dat hij dit niet pikt? Zou het kunnen dat ik u dan gelijk geef? Maar wat zal er gebeuren als die gedagvaarde die in Vlaams Brabant woont zou vinden dat hij dat helemaal niet erg vindt om in het Frans te worden gedagvaard, bijvoorbeeld omdat hij een door sommigen zo verfoeide Franstalige is die Vlaams Brabant mee helpt verfransen? Vindt iedereen in de politiek dat eigenlijk wel een leuke gedachte? En wat als nu twee ondernemers een discussie voor de rechtbank willen voeren over een contract in het Hongaars (en waarbij ze alle briefwisseling hierover in het Hongaars voerden) en voor hun eigen gemak de zaak in het Hongaars inleiden voor de rechtbank? Zou het kunnen dat u nu vindt dat ik overdrijf? Maar hoe ziet u de belangenschade wanneer partijen hun briefwisseling in het Hongaars voerden? Hoor ik u daar nu denken dat de rechter toch een vertaling kan vragen (als u dat denkt, denk ik dat u juist denkt), maar geeft u daarmee ook niet aan dat u nu zelf toegeeft dat de taalwet nu toch wel wordt uitgekleed? Vindt u het erg als dat de politieke keuze zou zijn van de wetgever, maar verbaast het u dat u daar tot nu zo weinig over gehoord heeft? Heeft u ook naar de datum van de inwerkingtreding van die bepaling gekeken? Bent u ook geschrokken dat de wet niets speciaals voorziet en die nieuwe bepaling in de taalwet dus ook op 9 juni in werking treedt? Wat denkt u nu eigenlijk na het lezen van dit stuk? Moeten we voor onze gemoedsrust wat minder het Staatsblad lezen?

Hugo LAMON

Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse BaliesIedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie.

Lees hier alle artikels van ‘LAMON op woensdag’.

Recente vacatures

Advocaat
Burgerlijk recht
3 - 7 jaar
Antwerpen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
5 - 10 jaar
Brussel Vlaams-Brabant
Uitgever
3 - 7 jaar
Antwerpen
Jurist
bestuursrecht internationaal recht Omgevingsrecht Publiek recht sociaal recht
Brussel

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

7 Reacties

7 Reacties

  1. vandebroek

    Bijzonder interessant en steeds goed geschreven.

    Antwoord
  2. HANS RIEDER

    trek het u allemaal niet aan Hugo, u bent toch altijd tegen formalismen geweest en procedurepleiters die nietigheden pleitten wat geringschattend gekwalificeerd als luizen in de heilige pels van justitie, nu is bijna alles gedeformaliseerd (mijn spellingchecker kent dat woord niet en vraagt of hij mag vervangen met ‘gedemoraliseerd’ en gelijk heeft hij) en is het weer niet goed genoeg, de balie had moeten staan voor eenvoudige wetten met formalismen gesanctioneerd met nietigheden en ons leven zou er veel gemakkelijker hebben uitgezien, ook voor diegenen met beperkte hersenen

    Antwoord
    • Joris Van Walleghem

      ius est vigilantibus

  3. Hans Van de Cauter

    Vermakelijke tekst, hoewel het helemaal niet mijn gewoonte is om dagelijks het Staatsblad te lezen, vooral niet als het gaat om teksten van die vermaledijde en nutteloze gewesten en gemeenschappen. Dat die nationalistische gedrochten 50 jaar na het fascistische “Leuven Vlaams” nog bestaan, is een ware schande. Buiten enkele achterlijke taalnationalisten zal geen enkele Belgische advocaat of partij nog een probleem zien in de versoepeling van de taalwet. We zijn in 2018, niet in 1963.

    Antwoord
  4. krekel

    is tegen de grondwet in moet in de taal die men spreekt uit gevoerd worden wat is dat nu

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.