In een recent standpunt (SP nr. 19078 van 11 maart 2024) heeft VLABEL een opmerkelijke koerswijziging ingezet met betrekking tot de verschuldigde registratiebelasting op dividenduitkeringen in natura. Meer concreet gaat het om de situatie waarbij er een in Vlaanderen gelegen onroerend goed door een personenvennootschap middels dividenduitkering in natura aan de historische (!) aandeelhouder(s) wordt toebedeeld. Dit nieuwe standpunt markeert een volledige ommekeer in de visie van VLABEL en heeft positieve implicaties voor belastingplichtigen en investeerders.
Tot voor kort was het zo dat een dividenduitkering in natura – aldus VLABEL – onderhevig was aan het verkooprecht van 12% (Vlaanderen) (of het verdeelrecht van 2,5% in sommige gevallen), zelfs wanneer de aandeelhouders als ‘historische vennoot’ aangemerkt konden worden. VLABEL heeft nu verklaard dat deze uitkeringen géén overdracht onder bezwarende titel vormen, hetgeen een bocht van 180 graden uitmaakt ten opzichte van het vorige standpunt. Dit betekent dat voor historische aandeelhouders het verkooprecht niet verschuldigd is bij dergelijke uitkeringen (of het verdeelrecht in specifieke gevallen van onverdeeldheid).
Pro memorie: er geldt een kwalificatie als historische aandeelhouder indien men:
- het betreffende onroerend goed heeft ingebracht in de vennootschap, en/of;
- aandeelhouder was van de vennootschap op het moment dat zij het betreffende onroerend goed onder de toepassing van het verkooprecht verworven heeft. (Dit betreft een uiteenzetting van de basisregels. Er gelden nog diverse uitzonderingen.)
Deze nieuwe zienswijze van VLABEL heeft tot gevolg dat dergelijke dividenduitkeringen in natura aan historische aandeelhouders slechts onderworpen worden aan het federaal algemeen vast recht van 50 euro. Zodoende is het belastingregime voor dividenduitkeringen door personenvennootschappen van vastgoed over de gewestgrenzen heen opnieuw identiek.
0 reacties