Vanaf 2020 gelden er belangrijke nieuwe afschrijvingsregels. Dit wil zeggen: de nieuwe afschrijvingsregels gelden voor investeringen in activa die u doet vanaf 1 januari 2020. Wilt u nog genieten van de oude regels, dan moet u nu nog actie ondernemen.
Degressief afschrijven verdwijnt
Degressief afschrijven geeft u de mogelijkheid veel sneller af te schrijven. U past hierbij het dubbele van het gewone lineaire afschrijvingspercentage toe op de nettoboekwaarde van het actief. Dat is de aankoopprijs min de eerdere afschrijvingen die u deed. U schrijft dus elk jaar een beetje minder af.
Voorbeeld
Investeert u 100.000 euro in een actief dat u normaal over tien jaar afschrijft (met een afschrijvingspercentage van 10%), dan schrijft u lineair elk jaar 10.000 euro af. Degressief schrijft u dan 20 % af.
De degressieve afschrijvingen zien er als volgt uit:
- Het eerste jaar: 20 % van 100.000 = 20.000 euro
- Het tweede jaar: 20 % van 80.000 = 16.000 euro
- Het derde jaar: 20 % van 64.000 = 12.800 euro
- Het vierde jaar: 20 % van 51.200 = 10.240 euro
- Het vijfde jaar: 20 % van 40.960 = 8.192 euro
Vanaf het vijfde jaar daalt in dit voorbeeld de degressieve afschrijving onder de gewone lineaire afschrijving (die 10.000 euro zou bedragen). Het is toegestaan om dan naar de gewone afschrijving over te stappen.
Activa die u aankoopt of tot stand brengt vanaf 1 januari 2020 kunt u niet meer degressief afschrijven. Lopende degressieve afschrijvingen van vroegere investeringen mogen gewoon doorgaan. To do als u nog van dit systeem wilt genieten: nu investeren.
Altijd pro rata afschrijven
Een kleine vennootschap kan in het boekjaar van de aankoop van een actief de eerste schijf al volledig afschrijven. Grote vennootschappen moeten (sinds 2004) in het jaar van de aankoop/het tot stand brengen van het actief pro rata temporis afschrijven. Alleen de tijd dat de vennootschap het actief echt in gebruik heeft, geeft met andere woorden recht op een afschrijving. Dat betekent dat als de vennootschap tijdens het jaar een actief aankoopt, ze de gewone afschrijving slechts gedeeltelijk zal kunnen toepassen voor dat eerste jaar.
Vanaf 2020 geldt dat ook voor kleine vennootschappen.
Voorbeeld
Uw vennootschap (klein) koopt op 1 juli 2019 een actief aan voor 25.000 euro en schrijft dit actief lineair af over vijf jaar, dus 5.000 euro per jaar. In 2019 (het jaar van aankoop) mag de vennootschap al meteen een eerste schijf van 5.000 euro volledig afschrijven.
Uw vennootschap koopt datzelfde actief op 1 juli 2020, lineair af te schrijven over vijf jaar, dus 5.000 euro per jaar. In 2020 (het jaar van aankoop) mag uw vennootschap de eerste schijf van 5.000 euro maar pro rata temporis (lees: gedeeltelijk) afschrijven. Dit wordt van dag tot dag berekend. 1 juli is de 183ste dag. Dus 183/366 van 5.000 euro = 2.500 euro.
Dus: als u nu nog investeert, kunt u voor 2019 nog een volledige afschrijving doen in het eerste jaar.
Afschrijving bijkomende kosten
Ten slotte wijzigt ook het regime voor de afschrijving van bijkomende kosten (bv. notariskosten). Kleine vennootschappen konden er tot nu toe voor kiezen deze kosten aan een eigen ritme af te schrijven. Vanaf 2020 valt die mogelijkheid weg. Kleine vennootschappen houden wel de keuze om de kosten ofwel in één keer af te schrijven in het jaar van de aankoop, ofwel aan hetzelfde ritme als het actief zelf.
Grote vennootschappen schrijven de bijkomende kosten af op dezelfde termijn als de hoofdsom.
0 reacties