Op 21 juni 2024 is de wet tot wijziging van het sociaal strafwetboek bekendgemaakt. De wijzigingen traden in werking op 1 juli 2024. Een belangrijk onderdeel van deze wetswijziging betreft de invoering van sancties voor het niet naleven van de regels omtrent glijdende uurroosters.
Arbeidsovereenkomst of -reglement
Om glijdende uurroosters te hanteren, moet een onderneming dit regelen via een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of in het arbeidsreglement. Een glijdend uurrooster bestaat uit twee componenten:
- Stamtijden: periodes waarin de werknemer verplicht aanwezig moet zijn.
- Glijtijden: periodes waarin de werknemer vrij is om zelf de begin- en eindtijden van de werkdag en de pauzes te bepalen.
In de cao of het arbeidsreglement moeten de volgende zaken minimaal worden opgenomen:
- De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die moet worden gerespecteerd binnen een referteperiode van drie kalendermaanden (of een andere periode, met een maximum van één jaar).
- De vaste uren waarop aanwezigheid verplicht is (stamtijd).
- De flexibele uren waarin de werknemer zijn werkdag kan indelen (glijtijd), met een maximum van negen uur per dag.
- Het aantal uren dat boven of onder de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur mag worden gewerkt (met een maximum van 45 uur per week).
- Het aantal uren dat aan het einde van de referteperiode kan worden overgedragen (maximaal 12 uren, eventueel te verhogen via cao).
Tijdsregistratie
Er dient een systeem voor tijdsregistratie te zijn dat zowel door de werknemer als door de inspectie kan worden ingezien. Dit systeem moet onder andere de volgende informatie bevatten:
- De identiteit van de werknemer.
- De dagelijkse werktijd van de werknemer.
- Bij deeltijdse werknemers met een vast uurrooster: het begin en einde van de werkdag en pauzes.
Deze gegevens moeten tot vijf jaar na de betreffende werkdag bewaard blijven. Ook moet de werknemer zelf kunnen nagaan hoeveel uren hij meer of minder heeft gewerkt dan de gemiddelde arbeidsduur gedurende de referteperiode.
Sancties
Wanneer de werkgever bepaalde verplichte informatie niet opneemt in het arbeidsreglement, kan dit leiden tot een sanctie van niveau 1. Dit betreft een administratieve geldboete van 80 tot 800 euro.
Vanaf 1 juli 2024 is er een strengere sanctie van niveau 2 ingevoerd, bestaande uit een strafrechtelijke boete van 400 tot 4.000 euro of een administratieve boete van 200 tot 2.000 euro voor het niet naleven van de bepalingen rondom glijdende uurroosters. Dit betreft onder meer:
- Het ontbreken van een correct tijdsregistratiesysteem of het niet beschikbaar stellen van deze gegevens aan de werknemer en inspectie.
- Het niet bewaren van de gegevens voor de voorgeschreven periode van vijf jaar.
- De werknemer geen inzicht geven in het aantal uren dat hij meer of minder heeft gewerkt binnen de referteperiode.
- Werknemers buiten de toegestane stam- en glijtijden laten werken.
Deze boetes worden vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers, met een maximum van 100.
Aanbevelingen voor werkgevers
Gezien de nieuwe sancties is het van groot belang voor werkgevers om tijdig de volgende maatregelen te treffen:
- Zorg ervoor dat het arbeidsreglement voldoet aan de wettelijke vereisten.
- Voorzie in een tijdsregistratiesysteem dat de nodige gegevens nauwkeurig bijhoudt.
- Houd toezicht dat werknemers enkel binnen de vastgestelde stam- en glijtijden werken.
Deze aanpassingen helpen om mogelijke boetes en sancties te voorkomen en zorgen ervoor dat de onderneming voldoet aan de nieuwe wettelijke vereisten.
Lieven Goossens – Vandelanotte
0 reacties