Rechter op rust Walter De Smedt stelt vast dat een rapport van Audit Vlaanderen over de gemeente Boechout voor de burger geheim wordt gehouden, dit ondanks Artikel 32 van de Belgische Grondwet.
Een recent rapport van Audit Vlaanderen dat ernstige bestuurlijke en zelfs aanwijzingen van strafrechtelijke inbreuken in het bestuur van de gemeente Boechout aantoont brengt ook een algemeen probleem op de voorgrond: kan dergelijk rapport voor de burger geheim gehouden worden?
Artikel 32 van de Grondwet geeft een antwoord: "Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134". Het principe van openbaarheid van bestuur is door de aanhef erg duidelijk. Maar in dezelfde zin wordt het al onderuit gehaald. Met een wet, een decreet of een regel kan er van afgeweken worden. Dat maakt dat de wetgever zowel de federale als de gewestelijke, wanneer het hen goed uitkomt, de kans om het grondwettelijk recht in te perken niet laat liggen.
Vlaanderen heeft een uitgebreid arsenaal aan regelgeving en eveneens enkele nieuwe instellingen als het onafhankelijk agentschap Audit Vlaanderen. Het rapport over het forensisch onderzoek op het bestuur van Boechout laat dan ook niets aan duidelijkheid over: alle “disfuncties” die een burgemeester kan begaan worden er, sterk onderbouwd, op grond van bewijsstukken, in weergegeven. De minister van Binnenlands bestuur, Bart Somers, en de gouverneur, Cathy Berx en de gemeenteraadsleden van Boechout kregen het op hun tafel gelegd.
Geheimhoudingsverklaring
De minister besliste om de gemeente onder versterkt toezicht te plaatsen. Omdat zulks geen reglementaire maatregel is, het enkel een “flou artistique” is, en het ook niet geweten is wat de gouverneur er gaat mee doen is het de vraag wat de gemeenteraadsleden er mogen mee doen. Om kennis te kunnen nemen van het rapport moesten de vertegenwoordigers van de Boechoutse burgers evenwel een geheimhoudingsverklaring tekenen waarin gewaarschuwd werd voor strafrechtelijke vervolging bij openbaarmaking. Bij de behandeling in de gemeenteraad kreeg de burgemeester publiekelijk het woord, werd dat voor de oppositie belet, werd ondanks er geen meerderheid voor was beslist tot geheime behandeling, en werd die bovendien uitgesteld naar een nog op te richten deontologische commissie die enkel moet bestaan uit de fractieleiders, een soort parallelle gemeenteraad dus.
Is het niet de evidentie zelf dat de burgers van Boechout mogen weten hoe hun gemeente wordt bestuurd zodat zij er bij de volgende verkiezingen rekening kunnen mee houden?
Waarom en voor wie maakt een onafhankelijk agentschap als Audit Vlaanderen een kundig en duidelijk rapport over de wijze waarop een gemeente wordt bestuurd? Is dit enkel voor de “hogere overheid”, die er dan niets mee doet of niet reglementaire maatregelen bedenkt om aan de reglementaire procedure te kunnen ontsnappen? Is het niet de evidentie zelf dat de burgers van Boechout mogen weten hoe hun gemeente wordt bestuurd zodat zij er bij de volgende verkiezingen rekening kunnen mee houden? Was openbaarheid van bestuur geen fundamenteel principe voor het eigen bestuur? Waarom wordt dat dan door niet reglementaire politieke handigheden volkomen onderuit gehaald?
Ook in de behandeling van het grootste schandaal, dat van de 3M-vervuiling, maakte het fenomeen een behoorlijke afhandeling door de parlementaire commissie onmogelijk. Hoewel het onmiskenbaar bleek dat het besluit om de dagvaarding van 3M om te zetten in een geheime dading overeenkomst die de Europese en eigen decretale regelgeving verkrachtte en die de schade door de burger deed betalen moest de ware rol van het Politiek Stuurcomité, waarin zowel de ministers als de vertegenwoordigers van de stad zetelen, onder de radar worden gehouden. E-mails die konden aantonen hoe daarover werd gecommuniceerd werden als interne communicatie beschouwd die niet onder toepassing van de openbaarheid van bestuur vallen. Zelfs het grondwettelijk hof aanvaardde dit onderscheid omdat het bestuur onmogelijk zou maken. Dat door deze geheimhouding “goed bestuur” wordt belet, en alles buiten de kennis en boven het hoofd van de burger wordt gehouden is blijkbaar geen dienstige overweging meer.
Jonathan Jacob
Ook in de strafrechtelijke afhandeling zie je dezelfde verheimelijking. Het gebruik van gerechtelijke documenten wordt beperkt door het invoeren van een nieuw misdrijf: misbruik van met toestemming van het parket verkregen stukken wordt strafbaar gesteld. Het geheim van het voorlopig vooronderzoek dat verantwoord is door de noodwendigheden van het onderzoek en de bescherming van de er in betrokken personen wordt verder gezet zelfs bij openbare behandeling voor de strafrechter. In de zaak Jonathan Jacob, de jonge man die in de politiecel van Mortsel stierf, werd er zelfs voor vervolgd. Hoe ver staan wij hier van de oorspronkelijke procedure waarin alles openbaar en tegensprekelijk moest gebeuren? Hadden de vorige justitieminister en de procureurs-generaal hun zin gekregen zou zelfs de enige mogelijkheid voor de burger om op te komen tegen een zonder gevolg rangschikking door het parket door zich bij de onderzoeksrechter aan te stellen als burgerlijke partij zijn afgeschaft.
Hoewel vele politieke mandatarissen regelmatig de begrippen transparantie en verantwoording in de mond nemen worden, wanneer zij moeten handelen, deze basisbegrippen volkomen opzij gezet voor veelal onreglementaire kunstgrepen. Ook het parket vertoont hierbij, wanneer het om politiek gevoelige dossiers gaat, een ware pleinvrees. Het gevolg daarvan is dat er zelfs bij de vaststelling van ernstig wanbeleid en zelfs bij duidelijke aanwijzingen van strafbare feiten geen enkel daadwerkelijk gevolg aan gegeven wordt. Daardoor verdwijnt de beste garantie voor zowel een behoorlijk bestuurlijk als gerechtelijk beleid: Openbaarheid is de beste garantie, verheimelijking de meest gebruikte manier om deze te vermijden. Ewald Pironet gaf er op Knack.be een goede omschrijving van : “In plaats van beunhazen en bellenblazers, hebben we behoefte aan bestuurders die een onderbouwde en geloofwaardige begroting opstellen en verstandiger met ons geld omspringen. Alsof het gaat om hun eigen restaurant.” (De staat van onze begroting zou elke dag tot grote verontwaardiging moeten leiden, Knack)
In het dossier van Boechout gaat het ook om de eigen keuken, het bestuur van de gemeente. Als wat de beunhazen en de bellenblazers daarin klaar maken voor de inwoners van het dorp geheim blijft weten zij niet wat zij op hun kosten op het bord krijgen. Geen wonder dat de burger er genoeg van heeft.
Walter De Smedt, strafrechter op rust en gewezen lid van de Comités P en I.
Op de hoogte blijven van alle nieuwigheden binnen de juridische en fiscale wereld?
Volg Jubel.be op LinkedIn
0 reacties