Met inflatiecijfers die na jarenlang kabbelen de hoogte inschieten, is een oud thema vandaag terug actueel: prijsaanpassingen in lopende contracten. Clausules over dat onderwerp zijn bedoeld om de verkoper of dienstverlener te beschermen tegen inflatie, wat niet altijd in het voordeel is van de koper of afnemer.
Naar Belgisch recht zijn prijsherzieningsclausules onderworpen aan bepaalde regels, die niet toevallig dateren van vroegere tijden met hoge inflatie, namelijk 1976. Deze bijdrage verschaft hierbij graag een woordje uitleg.
Prijs als essentiële contractvoorwaarde
De prijs die voor een goed of dienst betaald wordt, vormt een essentieel onderdeel van elke overeenkomst. Zonder akkoord over de prijs, komt er geen overeenkomst tot stand.
De prijs die wordt overeengekomen hoeft niet precies bepaald te zijn in de overeenkomst, maar moet wel bepaalbaar zijn. M.a.w. de prijs moet minstens op een later moment precies kunnen worden vastgesteld aan de hand van objectieve gegevens, zonder dat partijen hierover een nieuw akkoord dienen te sluiten.
Prijsherzieningsclausule
Dit principe laat ruimte voor zogenaamde prijsherzieningsclausules.
Een prijsherzieningsclausule laat partijen toe om de prijs te laten variëren in functie van welbepaalde objectieve parameters, die onafhankelijk zijn van de wil van partijen.
In tijden van hoge inflatie, oplopende grondstofprijzen en fluctuerende transportkosten, lijken prijsherzieningsclausules – bij uitstek in langetermijn vereenkomsten – dus een potentieel interessante ‘tool’ te zijn, die toelaat deze variabelen in te calculeren.
Wettelijke grenzen
Als onderdeel van een pakket maatregelen om inflatie af te remmen, werden in België prijsherzieningsclausules aan strikte voorwaarden onderworpen.
Enerzijds blijft het algemeen uitgangspunt gelden: de gehanteerde variabelen zullen voldoende voorzien- en bepaalbaar moeten zijn, zodat de prijs kan worden vastgesteld zonder dat een nieuwe overeenkomst tussen partijen vereist is.
Anderzijds stelt artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen enkele duidelijke voorwaarden aan het rechtsgeldige gebruik van prijsherzieningsclausules:
- Het prijsherzieningsmechanisme mag slechts uitwerking hebben tot een bedrag van maximum 80 % van de eindprijs. Minimaal 20% van de eindprijs moet dus van in den beginne vaststaan.
- De gehanteerde parameters in functie waarvan de prijs kan worden aangepast, moeten steeds reële kosten te vertegenwoordigen (bv. grondstofprijzen, loonbarema’s of transportkosten).
- Ieder parameter is alleen toepasselijk op dat gedeelte van de prijs dat beantwoordt aan de kosten die het vertegenwoordigt. Bv. enkel het deeltje van de prijs dat door de transportkosten wordt beïnvloed, mag in functie van deze parameter worden aangepast.
Voorbeeld
Tussen het moment van ondertekening van de overeenkomst en het moment waarop een bepaalde schijf of factuur betaald moet worden, kan de prijs uit de oorspronkelijke offerte herzien worden volgens de evolutie van de arbeidskost- en materiaalprijzen.
Nieuwe prijs = Contractprijs * (vaste factor van 0,2 + (nieuw indexcijfer materiaal / indexcijfer materiaal bij aangaan contract) * 0,5 + (nieuw baremaloon / baremaloon bij aangaan contract) * 0,3).
Let daarbij op om de parameters voldoende specifiek in een contract op te nemen, waaronder welke indexen en barema’s precies gebruikt worden, om discussie te vermijden.
Verboden
Artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen voorziet verder in een duidelijk verbod:
Elke formule van indexatie van de industriële en/of commerciële prijzen, van de tarieven en de parameters van prijzenfluctuatieformules in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, of van enig ander indexcijfer, is verboden.
Partijen kunnen – anders dan men zou verwachten – hun eindprijs dus niet zomaar laten variëren in functie van een indexcijfer of een algemene parameter zoals de economische in- of deflatie.
Wel gelden er verschillende wettelijke uitzonderingen op dit principe. Met name voor huurprijzen, wedden en lonen, sociale bijdragen of uitkeringen wordt zulke indexatie uitdrukkelijk toegelaten.
Sanctie
Het artikel 57 raakt de openbare orde. Een prijsherzieningsclausule dat strijdig is met bovengenoemde principes is dus nietig en brengt geen enkel gevolg teweeg.
Territoriale werking
Het artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 is enkel van toepassing op ‘Belgische overeenkomsten’, d.w.z. overeenkomsten waarin geen grensoverschrijdend element aanwezig is.
Is er toch een buitenlands element, dan geldt de bescherming van artikel 57 in principe niet, tenzij:
- de prestaties in België worden uitgevoerd en;
- de overeenkomst werd gesloten door personen die in België verblijven.
In de overeenkomst met een buitenlandse leverancier geniet de Belgische verdeler dus geen bescherming van artikel 57. Zijn positie is hierdoor potentieel nadeliger dan deze van de Belgische verdeler die met een Belgische leverancier samenwerkt.
Conclusie
Prijsherzieningsclausules laten u toe uw eindprijs in zekere mate aan te passen aan uw variabele kostenstructuur, zoals bv. de prijzen van de gebruikte grondstoffen of de transportkosten. De mogelijkheid hiertoe is wel aan strikte voorwaarden onderworpen. Zo moet steeds minimaal 20% van de eindprijs vast en invariabel zijn en kunnen enkel reële kosten als parameter worden genomen voor de prijsaanpassing.
Proficiat.
Héél interessant en zeer lovenswaardig artikel !
Zouden die prijsherzieningsclausules bij ondernemingen ook gelden voor gas en elektriciteit ?