Ik wil dit keer geen blad voor de mond nemen. Niet dat ik dat anders wel doe, maar kom. In deze column wil en zal ik eens tegen schenen (moeten) schoppen. Hoe langer ik er aan denk, hoe erger ik de interne woede voel opborrelen. Voorbije week schoof ik ter promotie van mijn nieuwe boek (On)zeker – over onzekerheid bij mensen en in de maatschappij – aan in het duidingsprogramma De Afspraak op VRT Canvas.
Het ging in de uitzending lang niet alleen over mijn boek. Zo ging het ook over het al dan niet breken van het cordon sanitaire rondom het Vlaams belang in Ranst en over de nasleep van de verkiezingen in Gent en de bestuursvorming aldaar. Dat ik mocht aanschuiven in het programma maakt me voor alle duidelijkheid natuurlijk niet kwaad. Wel word ik hoe langer hoe lastiger over sommige dingen die ik hoorde vallen in het betoog van bepaalde politici.
Zo vond Tom Van Grieken, voorzitter van het Vlaams Belang, dat het in stand houden van het cordon sanitair ‘ondemocratisch’ was. Meermaals viel die term. Tegelijkertijd hoorden we in de reportage die tijdens de uitzending werd getoond ook het ander uiterste van het politieke spectrum die term gebruiken. Het waren – geloof ik – Petra De Sutter en Hafsa El Bazioui die het ‘ondemocratisch’ vonden dat de Gentse verkozenen van Voor Gent verklaarden liever in zee te gaan met de Gentse N-VA dan met Groen.
Zowel aan linker- als aan rechterkant viel dus twee keer dat verdomde woord ‘ondemocratisch’. Let op, zij zijn niet de enige schuldigen. Politici gebruiken het woord immers te pas en te onpas. Wanneer de vorige regering werd gevormd en verenigd rechts opmerkte dat dat een ‘ondemocratische’ regering was, verdedigden de Groenen nog vurig dat een democratie nog steeds bestaat uit het vinden van een meerderheid.
Wanneer N-VA en Vlaams Belang samen een regering zouden vormen, is er voor uiterst rechts geen haar in de boter. Maar stel dat ze het Vlaams Belang zouden omzeilen, dan is het hek wel van de dam?
Bovendien hoor je ook steeds vaker van de ene strekking politici dat ‘de anderen’ de wil van de kiezer naast zich neer hebben gelegd. Dat ze het electoraat hebben verraden. Nog zo’n boutade die kant noch wal raakt. Terwijl ‘de wil van de kiezer’ erg makkelijk af te lezen valt, namelijk op de website van Binnenlandse Zaken onder tabblad ‘verkiezingsuitslagen’.
Misschien is het grootste gevaar voor de democratie wel haar politici, wanneer die vergeten hoe democratie werkelijk werkt. Want een democratie werkt nu eenmaal met meerderheden. Of je dat nu zint of niet. Zolang er een meerderheid gevonden wordt, houdt de democratie stand.
Let wel, het is eigenlijk genuanceerder dan dat. Een democratie is eigenlijk méér dan louter een systeem. Franse denker Alexis De Tocqueville wist al dat er naast het systeem van de democratie, ook ‘de geest’ van de democratie was. Democratie is niet louter een politiek recept, het is ook een amalgaam van normen en waarden. Het systeem van democratie is niets zonder een aantal basisprincipes. Rusland is bijvoorbeeld vormelijk wellicht een democratie te noemen. Er vinden verkiezingen plaats, er wordt een meerderheid gevormd en een regering in het zadel gehesen. Maar hoe ‘democratisch’ is dat Russische systeem dat in de praktijk neerkomt op Poetins alleenheerschappij? Die vraag kan je je stellen.
Vrije verkiezingen en meningsuiting, open debat, gebrek aan corruptie… dat zijn allemaal van die normen en waarden die de democratie in haar volheid overeind houden. Volgens filosoof John Stuart Mill houdt de geest van de democratie bijvoorbeeld ook in dat er geen tirannie van de meerderheid wordt ingevoerd. Dat ook minderheden en hun rechten worden beschermd.
Dat we in België in een vormelijk correcte democratie leven, staat buiten kijf. We zijn immers allemaal in eerlijke en goede omstandigheden kunnen gaan stemmen, zowel in juni als in oktober. Politici die dus constant met de term ‘ondemocratisch’ strooien, moeten dus wel vinden dat ‘de geest van de democratie’ aan het afbrokkelen is, want vormelijk is er niets loos. De vraag is dan: staan die normen en waarden onder druk? Hebben we geen vrije meningsuiting meer? Zijn onze verkiezingen niet vrij? Is er geen debat? Heerst er een angsttirannie of een tirannie van de meerderheid? Het antwoord op die vragen lijkt in elk geval neen te zijn, ook al blijft waakzaamheid altijd geboden.
Daarom, beste politici, braak die term ‘ondemocratisch’ niet naar believen en eigen goeddunken uit. Woorden doen ertoe, zei Angela Merkel. Of gebruiken we ook die quote alleen wanneer het ons uitkomt?
0 reacties