De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) stelt vast dat momenteel absoluut niet duidelijk is wanneer een tolk of een vertaler als beëdigd kan worden beschouwd en of een tolk een eed moet afleggen op een rechtszitting, en zo ja welke eed. De erkende beroepsorganisatie waarschuwt voor de mogelijke nefaste gevolgen voor alle gerechtelijke onderzoeken en procedures met tolk sinds 1 december 2016.
Nationaal register niet vrij te raadplegen, zelfs niet voor politie
Geïnterpelleerd door volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke (Groen) gaf minister van Justitie Koen Geens op woensdag 21 juni jl. toe dat het verspreid gebruik van het nationaal register van vertalers en tolken naar de politie pas voor 2018 op de agenda staat. Er is blijkbaar zelfs nog geen contract met een dienstenleverancier afgesloten om het register vrij raadpleegbaar te maken.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) betreurt deze zoveelste aanzienlijke vertraging in dit dossier. Dit betekent dat de politie geen toegang heeft tot de justitiedatabank met tolken en vertalers, die op 15 juni 2017 werd opengesteld voor magistraten. Dat register bevat actuele gegevens van alle tolken die inzetbaar zijn in strafzaken. Laat het nu net de politiediensten zijn die het meest nood hebben aan beëdigd tolken, toch zal de zoektocht naar een geschikte tolk voor hen nog minstens een half jaar langer een moeilijke en tijdrovende klus blijven. Bovendien kan de politie met geen enkele zekerheid nagaan of de tolken die ze in de tussentijd via verouderde lijsten of alternatieve kanalen vinden, momenteel wel gemachtigd zijn om de titel van beëdigd tolk te dragen. Dit kan nefaste gevolgen hebben voor onderzoeken en procedures.
De problematiek geldt tevens voor andere diensten die een beroep moeten doen op beëdigde tolken en vertalers, zoals inspectiediensten, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, gemeentehuizen, rijexamencentra, vertaalbureaus en particulieren. Volgens artikel 20 van de wet op het nationaal register, van kracht sinds 1 december 2016, zijn, behoudens beperkte uitzonderingen, uitsluitend de personen die opgenomen zijn in het nationaal register, gemachtigd de titel van beëdigd vertaler of tolk te voeren en bevoegd om de hen bij de wet toevertrouwde vertaal- of tolkwerkzaamheden te verrichten.
Wet van kracht, maar niet uitvoerbaar
Stefaan Van Hecke wees er in de Kamercommissie voor de Justitie op dat de wet die de modaliteiten hiervan bepaalt, dit voorjaar nog werd gewijzigd. Dit gebeurde op voorstel van minister Koen Geens. Hierin wordt uitdrukkelijk vermeld dat dit register vrij kan worden geraadpleegd op de website van de FOD Justitie.
Stefaan Van Hecke: “Mijnheer de minister, als we wetten goedkeuren, dan denken we dat die altijd in uitvoering gaan, tenzij in de wet uitdrukkelijk is bepaald dat zekere bepalingen later in werking zullen treden. Maar de wet was vrij duidelijk dat het register vrij te raadplegen is op de website van de federale overheidsdienst. Uit uw antwoord kan ik afleiden dat dit bijvoorbeeld nu het geval is of dat er een openbaarheid is wat de magistraten betreft, voor de politie zal dit maar toegankelijk zijn vanaf 2018 en pas nadien voor het bredere publiek. Ik denk niet dat dit conform de letter noch de geest is van de wet die wij in deze Kamer hebben goedgekeurd.” (1)
Advocaten kunnen nu op geen enkele manier nakijken of tolken die optreden voor hun cliënten wel zijn opgenomen in het nationale register en gemachtigd zijn om momenteel op te treden als tolk in strafzaken. Op die manier komen ook de rechten van de verdediging in het gedrang. De Europese richtlijn volgens dewelke het register van onafhankelijke vertalers en tolken moest worden ingesteld, stipuleert: “Als dit register of deze registers eenmaal zijn ingesteld, krijgen raadslieden en bevoegde autoriteiten er, in voorkomend geval, toegang toe.” (richtlijn 2010/64/EU, artikel 5).
Bijstand door beëdigd tolk op straffe van nietigheid
Artikel 31 van de Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken schrijft voor dat, wanneer een partij in strafzaken de taal van de procedure niet verstaat, zij op de rechtszitting wordt bijgestaan door een beëdigd tolk die alle mondelinge verklaringen vertaalt, in elke fase van de procedure. Dit geldt ook voor verhoren tijdens het gerechtelijk en het opsporingsonderzoek en dit alles op straffe van nietigheid.
Het voorhanden zijn van beëdigde tolken en de vermelding ervan in gerechtelijke stukken is dus van groot belang. Bij ontstentenis van beëdigde tolken en/of bij niet-vermelding van hun aanwezigheid en hoedanigheid van beëdigd tolk in het proces-verbaal kunnen anderstaligen zonder meer vrijuit gaan. De nietigheid geldt immers niet alleen voor de processen-verbaal van verhoor, maar ook voor alle bewijzen die er rechtstreeks of onrechtstreeks uit voortvloeien.
Het Hof van Beroep heeft in een arrest van 18 juni 2003 een beklaagde zelfs definitief vrijgesproken met als enige reden dat in de processen-verbaal enkel melding was gemaakt van het gebruik van “tolken” tijdens het verhoor zonder te verduidelijken dat de tolken beëdigd waren.
Grote onduidelijkheid over eed
Door de wet op het nationaal register, van kracht sinds 1 december 2016 (2), is de vroegere eedaflegging om een tolk op een zitting te beëdigen (artikel 282 Wetboek van Strafvordering), opgeheven. De nieuwe wet op het nationaal register voorziet wel een nieuwe eedformule, door de tolk eenmalig af te leggen in handen van de eerste voorzitter van het hof van beroep van het rechtsgebied van zijn woon- of verblijfplaats: “Ik zweer dat ik mijn opdracht nauwgezet in eer en geweten en eerlijk zal vervullen”. De taalfout “in eer en geweten” is een eerste pijnlijke vaststelling.
De BBVT stelt tevens vast dat momenteel deze eed niet rechtsgeldig kan worden afgelegd. De voorwaarden daarvoor kunnen immers niet worden vervuld: de uitvoeringsbesluiten van de wet zijn zelfs nog niet bekendgemaakt in het Staatsblad. Er is kostbare tijd verloren gegaan: de registerwet werd al aangenomen in april 2014, gepubliceerd in het Staatsblad in december 2014 en dit voorjaar aangepast.
Gelet op artikel 192 van de Grondwet, dat stelt dat geen eed kan worden opgelegd dan krachtens een wet die de eedformule vaststelt, komt dit er in feite op neer dat momenteel geen beëdigde tolken kunnen worden aangesteld op zittingen. In de praktijk blijken de hoven en rechtbanken het zelf ook niet te weten: op sommige zittingen wordt aan de tolken gevraagd de oude eed af te leggen, op andere de nieuwe, en soms beide na elkaar.
De heersende onduidelijkheid over de beëdigingen, gevoed door een wetgeving die bijna zeven maanden van kracht is, maar nog lang niet uitvoerbaar, kan zware gevolgen hebben. Het risico bestaat dat heel wat onderzoeken en rechtszaken met anderstaligen spaak zullen lopen.
(1) https://www.dekamer.be/doc/CCRI/html/54/ic693x.html
(2) http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/2014/04/10/2014009214/justel
Persbericht van 13 juni 2017:
Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) – erkende beroepsorganisatie
0 reacties