De wet die strengere regels invoert in het kader van de contractuele relaties in de B2B-context, voert ook een verbod in op oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen.
In een eerder artikel bespraken we de nieuwe regels die van toepassing zijn wanneer een bedrijf misbruik maakt van de economische afhankelijkheidspositie van een ander bedrijf of onrechtmatige contractuele bedingen voorziet in haar overeenkomsten met andere ondernemingen.
In deze bijdrage behandelen we het verbod op oneerlijke marktpraktijken, dat van toepassing is naar consumenten toe (B2C), en nu door de nieuwe wet toepasselijk wordt voor de B2B-relaties. Er wordt met andere woorden een algemeen verbod ingevoerd op oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen.
Met oneerlijke marktpraktijken wordt bedoeld misleidende en agressieve marktpraktijken en alle praktijken die daden in de hand werken die een overtreding of een inbreuk zijn op de regels van het Wetboek van Economisch Recht.
1. Wat zijn misleidende marktpraktijken?
Als misleidend wordt beschouwd een marktpraktijk waarbij een onderneming bedrogen wordt omtrent een aantal elementen met als gevolg dat het over een transactie een besluit neemt die het anders niet had genomen.
Misleidende marktpraktijken kunnen gepaard gaan met onjuiste informatie en dus berusten op onwaarheden. Maar ook als de informatie feitelijk correct is, kan er sprake zijn van een misleidende marktpraktijk. Dat is volgens de wet het geval wanneer een onderneming, onder meer door de manier waarop iets wordt voorgesteld, bedrogen wordt of kan bedrogen worden ten aanzien van een aantal elementen, en deze daardoor over een transactie een besluit neemt of zou kunnen nemen dat deze anders niet had genomen.
Het moet daarbij gaan om de volgende elementen :
- het bestaan of de aard van het product;
- de voornaamste kenmerken van het product;
- de reikwijdte van de verplichtingen van de onderneming, de motieven voor de marktpraktijk en de aard van het verkoopproces, elke verklaring of symbool dat doet geloven dat de onderneming of het product sponsoring of directe of indirecte steun krijgt;
- de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;
- of een dienst, onderdeel, vervanging of reparatie noodzakelijk is;
- de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de onderneming of haar tussenpersoon;
- de rechten van de andere onderneming, of de risico’s die zij eventueel loopt;
- de marketing van een product, onder andere door vergelijkende reclame, op zodanige wijze dat verwarring wordt geschapen met andere producten, handelsmerken, handelsnamen en andere onderscheidende kenmerken van een concurrent;
- wanneer de onderneming verplichtingen, die opgenomen zijn in een sectorale gedragscode waaraan zij zich heeft gebonden, niet nakomt ;
- ingeval afbrekende gegevens over een andere onderneming, haar goederen, diensten of activiteit worden meegedeeld.
Ook essentiële informatie achterhouden (misleidende omissie) waardoor een onderneming een besluit over een transactie neemt die zij anders niet had genomen, is verboden. Bedrijven zullen er dus alle belang bij hebben om al hun handelingen goed te documenteren.
2. Agressieve marktpraktijken
Men spreekt van agressieve marktpraktijken wanneer:
- intimidatie, dwang, gebruik van lichamelijk geweld of ongepaste beïnvloeding wordt aangewend
- om de keuzevrijheid of vrijheid om te handelen van een onderneming met betrekking tot een product aanzienlijk te beperken,
- waardoor deze ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat deze anders niet had genomen.
Wat houdt de term “ongepaste beïnvloeding” in? Wel, er is sprake van ongepaste beïnvloeding wanneer een onderneming misbruik maakt van een machtspositie ten aanzien van een andere onderneming om, zelfs zonder gebruik van fysiek geweld of dreiging ermee, druk uit te oefenen waardoor haar vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen aanzienlijk beperkt wordt. Hier verwijzen we naar ons vorig artikel want hier sluit het verbod tot agressieve marktpraktijken aan op het verbod tot misbruik van een economische afhankelijkheid tussen ondernemingen, die eveneens door deze wet wordt ingevoerd.
3. Besluit
De nieuwe regeling betreffende onrechtmatige marktpraktijken treedt in voege op 1 september 2019.
Het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid treedt pas in voege op 1 juni 2020 en voor het verbod op onrechtmatige bedingen wordt aan de ondernemingen nog meer tijd verleend om zich aan te passen, namelijk tot 1 december 2020.
Het verbod op onrechtmatige bedingen is dan ook slechts van toepassing op de overeenkomsten die na die datum worden afgesloten.
De vraag is of het voor ondernemingen wel opportuun is om zulke verregaande beperking van hun contractvrijheid in te voeren. De vrijheid van ondernemingen om overeenkomsten af te sluiten maakt immers een belangrijk element uit in het economisch leven.
Het is niet uitgesloten dat ondernemingen in bepaalde gevallen bereid zijn om – volledig uit vrije wil – bepaalde concessies te doen. In dat geval is het mogelijk dat de nieuwe wet een nefaste rol speelt en ingaat tegen de rechtszekerheid wanneer een van de partijen van gedacht verandert en de wet inzet om zich uit een overeenkomst te redden.
Ondernemers doen er in alle geval goed aan hun contracten met en praktijken tegenover andere ondernemingen grondig na te kijken en desgevallend aan te passen aan deze nieuwe wetgeving. Voor in de toekomst is het ook belangrijk de marketing- en verkoopteams goed in te lichten over wat wel en niet toegelaten is bij het onderhandelen van een overeenkomst en bij de marketing en verkoop van een product of dienst.
Het spreekt voor zich dat wij u daar graag in begeleiden.
Aarzel vooral niet ons te contacteren via info@seeds.law of telefoon 02-747.40.07.
Leo Peeters
0 reacties