1 december 2020 betekent een belangrijk keerpunt voor alle overeenkomsten tussen ondernemingen want op die datum treedt de wet in werking die een verbod invoert op onrechtmatige bedingen. We maken u wegwijs in het doolhof van nieuwe principes die vaak veel te wazig zijn.
Waarover gaat het?
De wetgever heeft besloten om op de overeenkomsten tussen ondernemingen beginselen toe te passen die al jaren gelden voor overeenkomsten met consumenten, en dus bepaalde bedingen te sanctioneren die als onrechtmatig worden beschouwd. De wet voert dus voor de B2B relaties het algemeen beginsel in dat een beding onrechtmatig en nietig is wanneer het een kennelijk onevenwicht veroorzaakt in een overeenkomst tussen professionele partijen.
De nieuwe wet bevat twee lijsten: een lijst met bedingen die onder alle omstandigheden verboden zijn en een andere lijst met bedingen die verondersteld worden oneerlijk te zijn.
De verboden bedingen of ‘zwarte’ bedingen, zijn deze waardoor …
- een zwakkere partij gebonden is aan verplichtingen, terwijl de andere partij volledig vrij is om zich van zijn eigen verplichtingen te bevrijden.
- een partij zich het recht voorbehoudt om een afgesloten overeenkomst te interpreteren.
- een partij bij voorbaat afziet van elk verhaal tegenover de andere partij.
- vastgesteld wordt dat een partij kennisneemt van de bedingen en voorwaarden of ze aanvaardt terwijl deze daar helemaal geen kennis van heeft kunnen nemen.
De bedingen die verondersteld worden onrechtmatig te zijn, maar waarvan nog kan aangetoond worden dat ze dat in feite niet zijn, ook ‘grijze’ bedingen genoemd, zijn de bedingen waardoor:
- een onderneming het recht krijgt om zonder geldige reden de prijs en de voorwaarden van de overeenkomst te wijzigen.
- een onderneming het recht krijgt om zich te ontslaan van haar aansprakelijkheid, voor haar opzet, haar zware fout (bedrog) of zelfs voor haar grove nalatigheid.
- de partijen gebonden zijn zonder dat voorzien is in een redelijke termijn om de overeenkomst te beëindigen.
- een overeenkomst stilzwijgend verlengd of vernieuwd kan worden zonder dat voorzien wordt in een mogelijkheid om zich daartegen te verzetten of in een redelijke opzegtermijn.
- de bewijsmiddelen waarop een partij beroep kan doen, beperkt worden.
- voorzien wordt in buitensporige boeteclausules.
- de economische risico’s bij de ene partij worden gelegd, terwijl deze, afhankelijk van de betrokken economische sector, normaal gezien op de andere partij rusten.
Deze lijsten zijn evenwel niet beperkend. In de praktijk kan dus van elk beding het onrechtmatig karakter worden vastgesteld wanneer het, op zichzelf of in combinatie met een of meer andere bedingen, een kennelijk onevenwicht veroorzaakt tussen de rechten en plichten van de partijen.
Waarom deze wet in de praktijk voor problemen kan zorgen?
Dat komt omdat deze wetgeving veel vage of variabele begrippen bevat, waardoor het moeilijk wordt om op voorhand te voorspellen of een beding al of niet onrechtmatig is. Bovenstaande lijst is hiervan al een teken aan de wand, aangezien daarin staat dat bepaalde bedingen als onrechtmatig worden beschouwd als ze “zonder geldige reden” zijn geformuleerd of dat ze “naar gelang van de betrokken sector” moeten worden beoordeeld.
Om alles nog ingewikkelder te maken, wordt aan de rechter gevraagd om rekening te houden met de volgende elementen om het onrechtmatig karakter van bedingen te beoordelen:
- De omstandigheden waarin de overeenkomst afgesloten werd.
- De algemene economie van de overeenkomst.
- De handelsgebruiken die gelden in de betrokken sector.
- De andere bedingen van de overeenkomst.
- De aard van de producten waarop de overeenkomst betrekking heeft.
Deze lijsten en clausules kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Vandaar dat het essentieel is om de risico’s van geval tot geval te anticiperen.
Wat wij voor u kunnen betekenen …
Met de theorie van de wet in ons achterhoofd, hebben we een praktische gids uitgewerkt waarin heel wat situaties en specifieke overeenkomsten aan bod komen die courant zijn in het economische leven. Met deze praktische gids hopen we u op een synthetische en toegankelijke manier wegwijs te maken doorheen de volgende onderwerpen:
- Welke overeenkomsten vallen onder de nieuwe B2B wet?
- Moet u uw algemene voorwaarden aanpassen aan de B2B wet?
- Welke zijn de valkuilen van de nieuwe B2B wet voor dienstencontracten en distributieovereenkomsten?
- Zet de nieuwe B2B wet de principes van franchiseovereenkomsten op de helling?
- Welke klassieke bedingen in handelshuur- en bouwovereenkomsten moeten worden aangepast aan de B2B wet?
- Welke zijn de gevolgen van de B2B wet op het vennootschapsrecht?
- Welke zijn de gevolgen van de B2B wet op het verzekeringsrecht?
Steve Griess
0 reacties