In een artikel van 20 mei 2020 deed Knack een factcheck, waarbij werd nagegaan of het mogelijk was om voor 75 euro je strafregister te laten wissen. Een website bood dergelijke procedure voor die prijs aan, maar het blijkt dat voor deze prijs er enkel een verzoekschrift werd gestuurd aan de procureur des Konings. Sinds de wet van 25 december 2016[1] moet de aanvrager tot eerherstel evenwel zelf alle nodige documenten en bewijzen aanbrengen, om de procedure tot een goed einde te kunnen brengen. Sindsdien volstaat het louter toezenden van een verzoekschrift niet meer om enige kans te maken op een effectief eerherstel. De factcheck van Knack klopt dus, wanneer deze stelt dat je niet voor 75 euro zomaar je strafregister kan laten wissen.
Wat staat er eigenlijk op mijn strafregister?
Vooreerst moet een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het strafregister en anderzijds het uittreksel uit het strafregister. In de volksmond worden deze twee begrippen te snel als hetzelfde aanzien, maar er is een essentieel verschil. Het strafregister bevat alle veroordelingen die door een strafrechter worden uitgesproken, maar ook elke toekenning van een opschorting van uitspraak of minnelijke schikking. Enkel de zogenaamde onmiddellijke inning (bijvoorbeeld een snelheids- of verkeersboete) wordt niet vermeld op het strafregister. Het uittreksel uit het strafregister, wat het vroegere bewijs van goed gedrag en zeden vervangt, bevat minder informatie. Zo zal bijvoorbeeld een opschorting of een veroordeling tot een werkstraf niet verschijnen op het uittreksel uit het strafregister dat u kan opvragen bij uw lokale overheid. Een veroordeling wordt overigens pas vermeld op het strafregister zodra deze definitief is, wat wil zeggen van zodra er geen (cassatie)beroep meer mogelijk is tegen deze veroordeling.
Een blanco uittreksel uit het strafregister is vereist voor verschillende overheidsfuncties of bepaalde gereglementeerde beroepen (bijvoorbeeld advocaten, bewakingsagenten, …). Voor een private werkgever is het evenwel verboden om van een sollicitant een uittreksel van zijn strafrechtelijk verleden op te vragen. Enkel indien de wet dit voorziet, kan een uittreksel uit het strafregister worden gevraagd door een werkgever.
De strafrechter zal bij een veroordeling steeds rekening houden met het integrale strafregister en dus niet met het loutere uittreksel ervan. Een blanco uittreksel is immers niet hetzelfde als een blanco strafregister. Hoe gunstiger het strafrechtelijk verleden, hoe meer kans op een milde bestraffing. Voor het toekennen van een opschorting van uitspraak of een uitstel van tenuitvoerlegging is het strafregister zelfs bepalend. Om de gunst van de opschorting te kunnen verkrijgen mag de beklaagde immers niet veroordeeld zijn tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden. Om een uitstel te kunnen verkrijgen, mag de beklaagde nog niet veroordeeld zijn tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan 12 maanden.
Hoe kan ik dan wel terug een blanco strafregister verkrijgen?
Een foute beslissing of een jeugdige misstap kan voor eeuwig je strafregister ontsieren. Dit kan enkele nadelige en vervelende gevolgen hebben. Zo kan het er voor zorgen dat je voor sommige functies niet meer in aanmerking komt, omdat een blanco uittreksel vereist wordt. Ook kan je bij een nieuwe veroordeling zwaarder gestraft worden, omdat de rechter rekening houdt met je eerdere veroordeling(en).
Het is een vaak gehoorde misvatting dat alle veroordelingen uitgesproken door een politierechtbank automatisch na drie jaar van je strafregister verdwijnen. Deze automatische uitwissing is beperkt tot de politiestraffen, dus de veroordelingen tot maximaal zeven dagen gevangenisstraf en ten hoogste 25 euro geldboete. De meeste veroordelingen die worden uitgesproken door de politierechtbank gaan dit te boven en vallen dus niet onder de automatische uitwissing..!
Voor alle andere veroordelingen bestaat er een procedure tot herstel in eer en rechten, of kortweg: eerherstel. Dit is een rechterlijke procedure die er voor zorgt dat u terug een blanco strafregister bekomt. Om in aanmerking te komen voor een eerherstel schrijft de wet enkele voorwaarden voor.
Vooreerst moet de opgelegde straf volledig ondergaan zijn. Dit wil zeggen dat de opgelegde gevangenisstraffen moeten uitgezeten worden, dat de opgelegde geldboetes en verbeurdverklaringen van vermogensvoordelen volledig betaald moeten zijn, dat alle veroordelingen tot (gerechts)kosten betaald moeten zijn en dat alle opgelegde schadevergoedingen aan burgerlijke partijen volledig moeten betaald zijn. Vooral bij de betaling van de gerechtskosten en/of schadevergoedingen durft het al eens mislopen.
Het eerherstel kan pas aangevraagd worden nadat een welbepaalde proefperiode is verstreken. Deze proefperiode begint pas te lopen nadat de volledige straf werd ondergaan. De duur van de proeftijd varieert naargelang de situatie:
- Bij een veroordeling tot maximum vijf jaar gevangenisstraf bedraagt de proeftijd drie jaar. Indien evenwel bij deze veroordeling de wettelijke herhaling werd vastgesteld, bedraagt de proeftijd minstens zes jaar.
- Bij een veroordeling van meer dan vijf jaar gevangenisstraf bedraagt de proeftijd vijf jaar. Indien evenwel bij deze veroordeling de wettelijke herhaling werd vastgesteld, bedraagt de proeftijd minstens tien jaar.
- Indien reeds een eerherstel is verkregen, kan er pas een nieuw eerherstel worden bekomen na ten minste tien jaar na het vorige eerherstel.
Met een voorwaardelijke veroordeling wordt in de proeftermijn geen rekening gehouden. Indien u dus tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar wordt veroordeeld, begint uw proeftermijn al te lopen vanaf de dag na de uitspraak. Ten aanzien van een straf met uitstel mag de proeftijd niet minder bedragen dan de duur van het uitstel. Dus indien u veroordeeld bent tot een straf met uitstel van uitvoering gedurende vijf jaar, bedraagt uw proeftermijn minstens vijf jaar en dus niet drie jaar.
Aangezien ook rechtspersonen een strafregister kunnen bezitten, kunnen ook zij een aanvraag tot eerherstel indienen. De voorwaarden zijn min of meer analoog aan die van de natuurlijke personen.
Méér dan een eenvoudig verzoekschrift…
Nadat aan alle voorwaarden is voldaan, kan u of uw advocaat de aanvraag richten tot de procureur des Konings van uw woonplaats of maatschappelijke zetel. Deze aanvraag moet worden voorzien van een kopie van uw strafregister, een voor éénsluidend verklaard afschrift van al uw veroordelingen met attest ‘afwezigheid van beroep’, een betalingsbewijs van alle kosten en schadevergoedingen en een motiveringsbrief waaruit blijkt dat u nu een goed en verbeterd gedrag vertoont.
Indien u ooit werd veroordeeld wegens zedenfeiten (aanranding, verkrachting, bederf van jeugd, prostitutie, openbare zedenschennis, bezit kinderpornografie, …) is er een bijkomende vereiste dat u over een advies van een psychiater of psychiatrische dienst gespecialiseerde in seksuele delinquentie beschikt. Hierbij moet deze psychiater gemotiveerd advies verlenen over onder meer de kans op herval en eventuele noodzakelijke behandelingen en/of begeleidingen. Ons kantoor werkt daarvoor samen met een vaste deskundige, maar uiteraard kan u zelf daarvoor een psychiater contacteren.
Het eerherstel is ten slotte een rechterlijke beslissing en geen automatisch recht. Een rechterlijke instantie, met name de Kamer van Inbeschuldigingstelling, zal oordelen of aan alle voorwaarden is voldaan én of het opportuun is om u een eerherstel te verlenen. Zij zal zich daarbij laten leiden door het advies van de procureur des Konings en de procureur-generaal. Indien de rechter dit noodzakelijk acht, kan zij de aanvrager en diens advocaat oproepen op de zitting om toelichting te geven of om de verzoeker verder te horen over zijn motivatie en levenswandel. Bij een gunstige beslissing zal uw strafregister effectief terug blanco gemaakt worden.
DE BACKER Koen, advocaat
CLEMENT Christian, advocaat
[1] Wet van 25 december 2015 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 30 december 2016
0 reacties