Op 6 december 2016 werd in Bozar te Brussel het boek #Advocaat-Avocat voorgesteld, dat verscheen naar aanleiding van het vijftienjarig bestaan van de Orde van Vlaamse Balies (OVB) en de Ordre des Barreaux francophones et germanophone (OBFG).
Reeds aan het einde van de 19de eeuw probeerden een aantal Belgische advocaten een gezamenlijke organisatie van de Belgische advocatuur tot stand te brengen boven de lokale Ordes van advocaten. Pas in het Gerechtelijk Wetboek van 1967 creëerde Charles Van Reepinghen in het wettelijke land een Belgische Nationale Orde van Advocaten met reglementaire bevoegdheid. Met de Verklaring van ’s Gravenwezel spraken de Vlaamse stafhouders, met uitzondering van die van Gent, op 1 oktober 1997 hun voornemen uit om een Vlaamse Raad van Advocaten op te richten voor de verdediging van de belangen van hun respectievelijke balies. Op 7 maart 1998 werd te Brussel de Vereniging van Vlaamse Balies opgericht. De Franstalige stafhouders van hun kant gaven er eigenlijk de voorkeur aan vast te houden aan de Nationale Orde, maar konden in maart 1999 niet anders dan zich eveneens te verenigen in een Conférence des barreaux francophones et germanophone. Vereniging en Conférence slaagden er niet in om een vergelijk te vinden over de toekomstige wettelijke organisatie, waardoor uiteindelijk de wetgever moest optreden en met de wet van 4 juli 2001 de bestaande feitelijke verenigingen verhief tot wettelijke Ordes en de Nationale Orde ophief. Na de goedkeuring van hun reglementen van orde door de Koninklijke Besluiten van 17 februari 2002 startte de eigenlijke inwerkingtreding van de twee communautaire Ordes op 1 mei 2002.
De beide Ordes ontplooiden elk op hun beurt een bijzondere veelzijdige werking en vaardigden een uitgebreide regelgeving uit, die logischerwijze een sterk uniformiserend effect had op de lokale baliediversiteit. Op basis van hun brede bevoegdheid in art. 495 van het Gerechtelijk Wetboek positioneerden ze zich tot slagkrachtige actoren in het Belgische maatschappelijk en politiek bestel.
Anno 2017 worden de beide Ordes geconfronteerd met tal van uitdagingen, die hen tot een grondige zelfreflectie dwingen, onder meer de schaalvergroting van de gerechtelijke arrondissementen, de aanzienlijke toename van het aantal advocaten, de gewijzigde verwachtingen van cliënten ten aanzien van de advocatuur, de noodzaak om de toegang tot justitie voor alle burgers te garanderen en last but not least de informatisering van justitie, waarbij de advocatuur zelf ook haar verantwoordelijkheid moet opnemen om het overleven van het beroep in de toekomst te garanderen. Een kerntakendebat over de bevoegdheden tussen lokale balies en de communautaire Ordes en een meer efficiënte krachtenbundeling in het belang van advocaten en rechtszoekenden wordt hoe langer hoe meer onontkoombaar.
Het boek ‘#Advocaat-Avocat’ is uitgegeven als hardcover op A4-formaat, telt 365 pagina’s en is rijkelijk geïllustreerd met een uitgebreid fotokatern dat de volledige geschiedenis van de OVB en de OBFG in beeld brengt en kan u hier bestellen via de website van uitgeverij Larcier.
0 reacties