De Tijd, woensdag 30 januari 2019, p. 8
Landingsbanen zonder uitkering
De zeker voor niet-juristen onleesbare regels bemoeilijken het onderscheid tussen het recht op een landingsbaan en het recht op een uitkering voor wie in dat systeem stapt. Maar dat onderscheid is er wel en moet worden gemaakt.
Baan
Zoals Jasper D’Hoore in De Tijd schrijft, kunnen 55-plussers vandaag inderdaad nog altijd, althans onder bepaalde voorwaarden zoals een loopbaan van 25 jaar als werknemer, aanspraak maken op een landingsbaan. Werknemers die vele jaren in een zwaar beroep hebben gewerkt en werknemers in dienst van ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering kunnen dat, opnieuw onder bepaalde voorwaarden, zelfs vanaf 50 jaar.
Maar het recht op een landingsbaan houdt op zich enkel in dat de werknemer aanspraak kan maken op een loopbaanvermindering bestaande in reducering van zijn arbeidsregeling met een vijfde of de helft (art. 8 CAO nr. 103) .
Ook zijn loon wordt dan met een vijfde of de helft verminderd natuurlijk.
Uitkering
Verweven met, maar toch te onderscheiden van, het recht op een landingsbaan is het recht op een onderbrekingsuitkering ten laste van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening.
Dat recht is geregeld bij koninklijk besluit. Het recht op een onderbrekingsuitkering voor werknemers van minder dan 60 jaar die in een landingsbaan stappen, is per 1 januari 2019 komen te vervallen omdat voor 55-plussers geen interprofessionele cao werd gesloten voor de jaren 2019-2020. Om aanspraak te kunnen maken op een onderbrekingsuitkering vanaf 55 jaar – vanaf 50 jaar kan niet – moet er inderdaad een cao in de Nationale Arbeidsraad tot stand gekomen zijn (art. 6, § 5, vijfde lid, 1°, en zesde lid, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking). Dat is een zaak van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties.
Voor de jaren 2017-2018 bestond wel een dergelijke cao, de CAO nr. 127. Maar die is buiten werking getreden op 31 december 2018 en dekt enkel periodes van vermindering van arbeidsprestaties die vóór 1 januari 2019 zijn ingegaan of verlengd (art. 5 CAO nr. 27).
Zwarte Piet
Zijn het dan de interprofessionele sociale partners die oudere werknemers die – nog altijd – onder bepaalde voorwaarden aanspraak kunnen maken op een landingsbaan vanaf 55 jaar, het recht op een onderbrekingsuitkering ontnemen?
Ja en neen.
Ja, omdat, zoals gezegd, voor het recht op een uitkering voor die personen een in de Nationale Arbeidsraad gesloten cao voor 2019 en 2020 vereist is en die ontbreekt.
Neen.
Neen, omdat die cao, als die er zou zijn, algemeen bindend zou moeten worden verklaard. Ook dat is een vereiste. Algemeenbindendverklaring gebeurt bij koninklijk besluit en dus door de minister van Werk.
Dealers
De minister van Werk zou natuurlijk ook het koninklijk besluit van 12 december 2001 kunnen wijzigen en de daarin bepaalde mogelijkheid kunnen schrappen een onderbrekingsuitkering te ontvangen in landingsbanen vanaf 55 jaar. Een wijzigend koninklijk besluit moet weliswaar in de ministerraad worden overlegd (art. 100, derde lid, herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen). Maar dat overleg zou normaal geen probleem mogen opleveren, want in de “arbeidsdeal” van de regering was de schrapping eigenlijk al overeengekomen.
Echter, zoals men pleegt te zeggen dat er “in de politiek” eerst een akkoord is als men een akkoord heeft over alles, is er in dat milieu slechts een deal als die is uitgevoerd. Waarom zou men anders spreken van een drugs- of een wapendeal?
Of u nu 55 plus bent of jonger, aan landen denkt dan wel aan vliegen: SoConsult kent een antwoord op uw sociaalrechtelijke vragen.
0 reacties