Over de mogelijke invoering van een buitengewone en tijdelijke heffing op extra-winst geboekt tijdens de COVID-19-pandemie

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Opgelet: dit artikel werd gepubliceerd op 14/07/2021 en kan daardoor verouderde informatie bevatten.

Over de auteur

Dirk Deschrijver behaalde zijn diploma rechten aan de UIA. Aan de VUB behaalde de auteur een bijzondere licentie in de fiscale wetenschappen en een bijzondere licentie in het economisch recht. Hij is lid van de redactieraad van het Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap/Revue Pratique des Sociétés, auteur van diverse bijdragen en werken inzake het fiscaal recht en is gastdocent aan de Universiteit Antwerpen en aan de UCLL in de opleiding Postgraduaat Fiscaliteit.


Enkele Kamerleden van de Belgische politieke partij PVDA-PTB legden op 5 november 2020 een wetsvoorstel neer tot oprichting van een coronasteunfonds ter ondersteuning van de zelfstandigen en de kmo’s. Dit fonds zou worden gefinancierd door middel van een belastingheffing van 50% op de tijdens de COVID-19-pandemie door de grote ondernemingen geboekte superwinsten[1]. De vennootschapsbelasting aan een tarief van 25% zou ook verschuldigd blijven. Bedrijven zoals Carrefour, Delhaize, maar ook Unilever, Bol.com, Amazon.com, Microsoft, Johnson & Johnson, Facebook, Pfizer, Visa, en dgl., werden beoogd. Maar hebben bijvoorbeeld bepaalde kmo’s ook geen extra-winst geboekt tijdens de COVID-19-pandemie? Men kan hier denken aan sommige notariskantoren, zwembadinstallateurs of slagers[2]. Het wetsvoorstel bevindt zich hier op een wankele basis wat het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel betreft. Op 19 november 2020 werd een vraag tot een urgente behandeling in de Kamer in plenum weggestemd. Het wetsvoorstel kreeg ook weinig tot geen aandacht in de (vak)pers. Maar sommige Nederlandse economen[3] verdedigden eveneens een buitengewone en tijdelijke heffing om de onverdiende voorsprong van de zgn. pandemiewinnaars te beperken. Zij kunnen nl. met de extra-winst hun marktaandeel vergroten. Een goed vormgegeven crisisheffing remt de economische activiteit niet, terwijl regels dat wel doen. Zij dient dan wel enkel de door puur geluk ontstane winst te treffen. Zo blijft de winst welke door Albert Heijn in een normaal jaar zou zijn gemaakt buiten schot. Tenslotte spekt een dergelijke heffing de Schatkist. Dat is met een te verwachten miljardentekort zeer welkom, aldus nog deze economen.

Het idee van een buitengewone en tijdelijke heffing op extra-winst is niet nieuw. Zo werd door de gemeenteraad van Luik op 20 maart 1916[4] al een taxe sur les superbénéfices gestemd, welke belasting echter om praktische redenen niet tot uitvoering zou komen. Koning Albert I bevond zich niet in bezet gebied.

Maar veel eerder was in Frankrijk door een decreet van 6 oktober 1789 al een buitengewone en tijdelijke bijdrage ingevoerd door de Assemblée nationale[5]. De koning van Frankrijk en Navarra, Lodewijk XVI, woonde met zijn gevolg deze zitting ook nog bij. Volgens de comte de Mirabeau werd die buitengewone heffing juist gestemd pour faire voir que le vaisseau de l’Etat n’est pas en danger, pour signaler à jamais cette journée mémorable de la concorde. Het betrof een combinatie tussen een inkomstenbelasting aan een tarief van 25% en een vermogensbelasting op roerende goederen in zilver of goud. De ouvriers et journaliers, sans propriétés werden van deze bijdrage vrijgesteld. Een bijzonder merkwaardige bepaling was nog opgenomen in artikel 3 waarin stond: “Il ne sera fait aucune recherche ni inquisition pour découvrir si chacun a fourni une contribution conforme aux propositions ci-dessus indiquées. Een verklaring onder ede vanwege de belastingplichtige over de belastbare grondslag volstond. Een in deze niet-revolutionaire tijden nog moeilijk voor te stellen toestand. 

Aan dit volstrekte vertrouwen kwam een einde wanneer de Franse bezetter, na de militaire overwinning te Fleurus in Henegouwen (26 juni 1794), ook een dankbaar gebruik maakte van de techniek van een buitengewone heffing. Onder de misleidende benaming van een emprunt forcé werd nl. op 9 augustus 1794 een eenmalige militaire belasting opgelegd aan de adel, de geestelijkheid en de zgn. classes aisées.[6]  De invordering verliep moeilijk. Zo werd door de Administration centrale de la Dyle op 28 december 1795 om die reden nog een omzendbrief naar alle gemeenten toegezonden, met de aanbeveling om tous les riches propriétaires, les chanoines, les chanoinesses, les béguines, etc., individuellement, et les maisons réligieuses collectivement effectief op de lijsten van de belastingplichtigen te plaatsen destiné à prévenir tout scrupule.

Het genoemde wetsvoorstel van 5 november 2020 gaat niet zover. Maar zou dit voorstel wet worden, dan worden wel niet eerder betreden paden bewandeld. Zo staat in artikel 4, § 4 dat de bedoelde vennootschappen kunnen worden belast na een diepgaand onderzoek van de belastingadministratie om na te gaan of hun winsten voor de jaren 2015 tot 2020 sporen met de werkelijkheid en ermee zouden akkoord dienen te gaan dat de bewijslast voor alle relevante berekeningsbestanddelen bij hen zou liggen, dus ook van de positieve bestanddelen.

Meer over dit alles kan u lezen in het kortelings te verschijnen boek van Dirk Deschrijver over Buitengewone en Tijdelijke heffingen in de Inkomstenbelastingen. (1919-2020) bij KnopsPublishing.


[1]              Parl.St. Kamer 2020-21, nr. 1621/001.

[2]              “Bekendste slager van het land doet gouden zaken dankzij coronacrisis: ‘Er is nog nooit zoveel Belgisch vlees gegeten als de jongste maanden’. Bij slager Hendrik Dierendonck (46), bekend als leverancier van sterrenchefs zoals Kobe Desramaults, gaan de zaken zo goed dat hij dringend op zoek is naar vijftien extra werknemers én binnenkort een zesde beenhouwerij opent in Antwerpen. Vreemd genoeg is die groei – voor een groot stuk althans – te danken aan de coronacrisis” (Het Laatste Nieuws 15 oktober 2020).

[3]              Y. VAN DE VEN en J. LUKKEZEN, “Economie. Voorkom met invoering van crisisheffing nieuwe retailruzies”, Het Financieele Dagblad 16 januari 2021.

[4]              Zie: Luik 5 juni 1923, Pas. 1923, II, 189.

[5]              Zie ook: J. DEFOORT, De belastingmaatschappij, Kalmthout, Biblo, 1981, 139.

[6]              Cf.: L. DE LANZAC DE LABORIE, La domination française en Belgique. Directoire – Consulat – Empire, I, Parijs, Librairie Plon, 1895, 53 e.v.

Recente vacatures

Advocaat
Ondernemingsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen Brussel Oost-Vlaanderen
Advocaat
Ondernemingsrecht Strafrecht
0 - 3 jaar
Vlaams-Brabant
Advocaat
Fiscaal recht
3 - 7 jaar
West-Vlaanderen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht
0 - 3 jaar
Antwerpen
Advocaat
Burgerlijk recht Gerechtelijk recht Ondernemingsrecht Verzekeringsrecht
3 - 7 jaar
Antwerpen

Aankomende events

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

0 Reacties

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.