Op 4 december 2019 hield dr. Jeff Hoeyberghs, een Limburgs plastisch chirurg die berucht is om zijn onversneden uitspraken, een lezing voor een aantal studenten van een conservatieve studentenvereniging. Hij liet zich onder meer ontvallen dat “vrouwen wel de privileges van de mannelijke bescherming en geld [willen] maar ze willen wel niet meer hun benen opendoen. Je kan een vrouw niet als gelijke behandelen zonder haar slaaf te worden”[1]. Een student zet een paar dagen later een opname van zijn lezing online en de bal gaat aan het rollen.
De bal rolt zelfs zo hard de berg af dat zowel het Instituut voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen[2], als dr. Hoeyberghs zelf[3], een klacht indienen. Het Instituut voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen doet dat op basis van de Gender- en Seksismewet[4]. In dit artikel wordt een vergelijking gemaakt tussen het seksismemisdrijf en een ander nauw verwant misdrijf: aanzetten tot discriminatie ten aanzien van groepen van personen. Wat is het verschil?
Seksismewet
Seksisme is sinds 3 augustus 2014 een strafbaar feit. Daarvoor moeten er vier voorwaarden vervuld zijn:
- Een eerste voorwaarde is dat er een gebaar of handeling wordt gesteld[5]. Een mening uiten valt hieronder[6].
- Een tweede voorwaarde is dat deze openbaar moet zijn gemaakt of in beperkte kring in aanwezigheid van getuigen[7]. Ook aan deze voorwaarde is voldaan.
- Een derde voorwaarde is dat deze handeling “minachting [uitdrukt] omwille van zijn of haar geslacht, iemand minderwaardig beschouwen omwille van zijn of haar geslacht of iemand reduceren tot diens geslachtelijke dimensie”, wat met bovenstaand citaat van dr. Hoeyberghs duidelijk het geval is. Hierin zit tevens een bijzonder opzet verscholen[8].
- Een vierde voorwaarde is dat deze uiting een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon ten gevolge heeft[9].
Ook aan deze vierde voorwaarde lijkt te zijn voldaan… tot men komt aan de woorden “deze persoon”. Dit is enkelvoud, dus dit betekent dat de uitingen specifiek tegen een persoon moeten zijn gericht. De wetgever was hierin formeel: “de strafbaarstelling beoogt geen abstracte groepen van mensen”[10]. Aangezien hij niet specifieke vrouwen op de korrel neemt, lijkt hij dus niet strafbaar te zijn op grond van dit artikel, zoals zijn advocaat ook zegt[11].
Aanzetten tot discriminatie
Aanzetten tot discriminatie of aanzetten tot haat is een misdrijf dat nauw verbonden is met de grenzen van de vrije meningsuiting. Dergelijk misdrijf wordt door verschillende wetten strafbaar gesteld, waaronder ook door de wet van 10 mei 2007 betreffende de bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (hierna ‘de Genderwet’). De ratio legis van deze wet is om een algemeen kader te creëren voor de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht[12]. Artikel 27, 3° en 4° van de Genderwet voorzien in een gevangenisstraf van een maand tot een jaar en/of een geldboete van vijftig euro tot duizend euro voor de persoon die aanzet tot haat of geweld jegens een groep of een gemeenschap wegens het geslacht[13], alsook de persoon die aanzet tot discriminatie of segregatie[14] jegens een groep of een gemeenschap wegens het geslacht.
Daarenboven is ook vereist dat de aanzetting in bepaalde omstandigheden is gebeurd. Deze omstandigheden worden gespecificeerd in artikel 444 Sw., zoals in openbare bijeenkomsten of plaatsen, wat in het kader van dr. Hoeyberghs het geval was. Overeenkomstig artikel 27 Genderwet wordt dergelijk misdrijf ook strafbaar gesteld indien niet aan het toepassingsgebied van de Genderwet wordt voldaan. Hieruit kan worden afgeleid dat de in artikel 27 bedoelde gevallen algemeen strafbaar zijn gesteld. Dat mag verbazen aangezien men het toepassingsgebied van de Genderwet voornamelijk zich in de sociaalrechtelijke sfeer bevindt[15] en men een algemene strafbaarstelling dus niet verwacht.
Conclusie
Hoewel men kan verwachten dat de strafbaarstelling van seksisme in de seksismewet zal vervat zitten, blijkt zulks in het geval van dr. Hoeyberghs niet het geval te zijn: hij discrimineert namelijk groepen van personen en niet individuele, specifieke personen. Aangezien de wetgever het discrimineren van groepen van personen op basis van geslacht in een andere wet heeft strafbaar gesteld, is het huidig kader wat verwarrend, aangezien men dit misdrijf moet gaan zoeken in een wet die, wanneer men louter afgaat op het toepassingsgebied van de Genderwet, prima facie niet van toepassing is. Ons inziens zou het beter zijn dat tevens het discrimineren van groepen van personen ook in de seksismewet wordt opgenomen.
Gauthier Pyls en Xavier Van Belleghem
Bronnen
[1] T. SALUMU, “Ophef over lezing Jeff Hoeyberghs aan UGent”, De Standaard 9 december 2019. [2] S. “Jeff Hoeyberghs aangeklaagd door Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen”, De Standaard 11 december 2019. [3][3] BBD, “Na klachtenregen over zijn uitspraken dient Jeff Hoeyberghs nu zelf klacht in: “Collectieve hysterie” ”, Het Nieuwsblad 13 december 2019. [4] INSTITUUT VOOR DE GELIJKHEID VAN VROUWEN EN MANNEN, Persbericht: Jeff Hoeyberghs aangeklaagd door het Instituut, https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/pb_20191211_jeff_def.pdf. [5] Art. 2 wet 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen, BS 24 juli 2014 (hierna ‘seksismewet’). [6] De memorie van toelichting heeft het over een verbale houding (Wetsontwerp seksismewet, Parl.St. 2013-2014, nr. 3297/1, 7). [7] Art. 2 seksismewet. [8] Uitgebreider: Wetsontwerp seksismewet, Parl.St. 2013-2014, nr. 3297/1, 7. [9] Art. 2 seksismewet. [10] Verslag namens de Commissie voor Justitie uitgebracht door mevrouw Bercy Slegers bij het wetsontwerp seksismewet, Parl.St. 2013-2014, nr. 3297/3, 5. [11] Meer specifiek: “Uitspraken over (subgroepen van) vrouwen in het algemeen vallen zonder meer buiten het toepassingsgebied van de wet en kunnen bijgevolg niet als strafbare uitspraken bestempeld worden” (BBD, “Na klachtenregen over zijn uitspraken dient Jeff Hoeyberghs nu zelf klacht in: “Collectieve hysterie” ”, Het Nieuwsblad 13 december 2019, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20191213_04765924.) [12] Art. 3 Genderwet. [13] Art. 27, 4° Genderwet. [14] Art. 27, 3° Genderwet. [15] Art. 6, § 1 bepaalt dat de Genderwet van toepassing is op: de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, de sociale bescherming, met inbegrip van de sociale zekerheid en de gezondheidszorg; de sociale voordelen, de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, de arbeidsbetrekkingen, de vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal, het lidmaatschap van of de betrokkenheid bij een werkgevers- of werknemersorganisatie of enige organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek. |
Erg verontrustend dat iemand met een doctortitel zich dergelijke discriminerende uitspraken veroorlooft. Het is heel goed dat je erop attent maakt, dat er hier een gat in het wettelijk kader bestaat. Op het gebied van gelijkheid tussen de geslachten hebben we nog wel een weg te gaan.